Forever

De troost van routine

Forever. Foto: Rolf Konow

Staand op de schouders van de Japanse grootmeester Yasujiro Ozu, toont de Deense regisseur Frelle Petersen in het indrukwekkend ingetogen Forever hoe rouw en verdriet een breuk veroorzaken in een hechte familie.

Het is niet zomaar een ochtend waarmee Forever opent – het is een verjaardagsochtend. En in het gezin van Egon en Maren betekent dat iets. Al jaren is het een dag van vaste rituelen en nauwgezette handelingen. Dus hoewel ze inmiddels volwassen en uitwonend zijn, hijsen hun dochter en zoon in alle vroegte de Deense vlag in de achtertuin. Vader Egon zet zijn zelf gebrande koffie. De jarige Maren mag in bed blijven om met gezang gewekt te worden.

Gezinstradities en dagelijkse routines staan centraal in Forever (Resten af livet), de derde speelfilm van de getalenteerde schrijver-regisseur Frelle Petersen. De Deen begon zijn carrière als assistent bij grote publieksfilms, maar maakt sinds een paar jaar interessante existentiële familiedrama’s die opvallen door hun ingetogen stijl. In zijn debuutfilm Hundeliv (2016) ondernemen twee halfzusjes een zoektocht naar hun biologische vader. In het prijswinnende Onkel (2019) kiest een vrouw tussen haar carrière of een leven lang zorgdragen voor haar gehandicapte oom.

Forever is voorlopig zijn beste film, al leunt het zowel qua stijl als thematiek soms wat te sterk op het werk van de Japanse regisseur Yasujiro Ozu (Tokyo Story, 1953). Zoals Ozu in zijn films het Japanse gezinsleven als uitgangspunt neemt voor zijn onderzoek naar naoorlogse generatieconflicten, zo sijpelt in Forever ook een onuitgesproken botsing tussen generaties door. Boomers Egon (Ole Sørensen) en Maren (Mette Munk Plum) zijn duidelijk geworteld, terwijl hun kinderen dolend zijn, op zoek naar een doel in het leven.

Daarom zijn die gezinstradities zo belangrijk. Het gezamenlijk koffiezetten, de verjaardagen, het terugkerende grapje met de buurvrouw: ze brengen troost voor de grotere problemen die op de achtergrond van het familieleven spelen en waar de vier nooit helemaal de woorden voor kunnen vinden – het ivf-traject waar dochter Line (Jette Søndergaard) in zit; de mislukte carrièrestappen van haar echtgenoot.

En dan, net als we grip krijgen op deze familie, toont Petersen een montage van vallende bladeren, wind en regen. In de volgende scène zien we Line, Egon en Maren. Ze proberen zich iets te herinneren. Een liedje, zo blijkt, voor de begrafenis van hun zoon en broer, die plotseling overleden is. Dat overlijden zet de familie op scherp. De rituelen brengen niet langer troost, maar accentueren het verlies. Zal het ze lukken om daar iets nieuws voor in de plaats te zetten?