FL 19,99
Bordkartonnen poppetjes op een bruidstaart
Als laatste van de vier Route 2000-films gaat tijdens het Nederlands Film Festival fl 19,99 in première. Regisseur Mart Dominicus wilde een luchtige dwarsdoorsnede geven van de Nederlandse samenleving, maar komt niet veel verder dan een parade van wandelende cliché’s.
De mooiste dag van je leven: zo staat de bruiloft doorgaans te boek. En na die dag op het stadhuis volgt de huwelijksnacht. Misschien is die nacht wel ’the proof of the pudding’. Ook als het huwelijk dan niet meer geconsumeerd hoeft te worden, is het een belangrijk moment. Zoveel mensen, zoveel verschillende manieren om de eerste keer als getrouwd echtpaar de nacht door te brengen. Een Marokkaans koppel beleeft die nacht ongetwijfeld heel anders dan twee getrouwde homo’s, een yuppenpaar dat al jaren samenwoont, of een ordinair stel waarvan de vrouw hoogzwanger is.
Al die bruidsnachten naast elkaar, dat moet een mooie staalkaart geven van onze hedendaagse zeden en gewoonten. Waarschijnlijk heeft filmmaker Mart Dominicus dat gedacht toen hij met Helena van der Meulen het scenario van fl 19,99 schreef. Zijn speelfilmdebuut speelt zich af in een groot hotel waar bruidsparen op de drempel van het nieuwe millennium voor slechts fl 19,99 hun huwelijksnacht mogen doorbrengen. Na De trip van Teetje, De Poolse bruid en Temmink is fl 19,99 de laatste uit de Route 2000-serie. Dit project gaf vier relatief beginnende regisseurs de gelegenheid om een lange speelfilm te maken. De Poolse bruid was veruit de meest succesvolle van die serie. De film van Karim Traïdia won de publieksprijs op Filmfestival Rotterdam en is naar verluidt al aan dertien landen verkocht. Inmiddels staat er al een vervolg op Route 2000 op de rails, het project No More Heroes, zodat vier nieuwe regisseurs zich aan een speelfilm kunnen wagen.
Muis
Hoewel het budget voor fl 19,99 minimaal was (800.000 gulden), is dat niet aan de film af te zien. Om al die echtparen te spelen, heeft Dominicus een heel contingent acteurs laten aanrukken (onder andere Jeroen Willems, Elsie de Brauw, Thomas Acda en Peter Römer) die zeker niet onverdienstelijk spelen. Art direction en camerawerk zien er verzorgd uit. Desalniettemin is er een muis gebaard.
Want Dominicus liet alleen maar wandelende clichés bij de receptie van het hotel inchecken. Er is natuurlijk een jong stel dat de nacht housend en pillenslikkend doorbrengt. En daarmee contrasteert een oud echtpaar, voor wie het de vraag is of ze hun huwelijksnacht sowieso zullen overleven. Een Marokkaans echtpaar met een onvrijwillig uitgehuwelijkte echtgenote mocht vanzelfsprekend niet ontbreken. Ook verblijft een echtpaar in het hotel dat slechts getrouwd is om de illegale echtgenoot aan een verblijfsvergunning te helpen. Kortom, al deze echtparen zouden zo weggeplukt kunnen zijn van de tribune van VARA’s ‘Het Lagerhuis’.
Patser
Stuk voor stuk zouden deze prille echtparen voor mini-drama’s kunnen zorgen, die op een Robert Altman-achtige wijze door elkaar gevlochten worden. Maar Dominicus volgt een veel te grote verzameling bruidsparen, zodat hij zichzelf geen gelegenheid heeft gegeven om een verhaal rond deze koppels te laten ontstaan. Bij velen is het overigens überhaupt niet te merken dat ze zojuist die mooiste dag van hun leven achter de rug hebben gehad. Het lijkt er meestal op alsof we naar een doorsnee-avond in hun huiskamer zitten te kijken — maar misschien verraadt dit Dominicus’ visie op het huwelijk.
En bovendien vallen er geen interessante verwikkelingen te verzinnen rond de bordkartonnen poppetjes die Dominicus op deze bruidstaart heeft gezet. De verschillende echtparen worden op de meest voor de hand liggende manier getypeerd. Het yuppen-echtpaar probeert met de organizer in de hand een nieuw avondje quality-time te plannen; het christen-meisje (met crucifix-piercing in haar navel) ontdekt verrukt dat er in het nachtkastje een bijbel ligt.
Gedurende de nacht vinden er in de wandelgangen korte ontmoetingen plaats tussen de verschillende hotelgasten. Ook deze contacten kunnen het drama geen slinger geven, daarvoor zijn de verwikkelingen te braaf. Zo is het natuurlijk de racistische patser in camping-smoking die gaat klaverjassen met de Marokkaanse echtgenoot, die buiten zijn hotelkamer is gezet.
Tijdens de film misten we nóg een stereotype uit de obligate dwarsdoorsnede van de Nederlandse samenleving. Maar daar is hij: in de laatste scène staat buiten het hotel een zwerver daklozenkranten te verkopen. Gelukkig, de politiek-correcte parade is compleet.
Pieter Bots