Far from the Madding Crowd

Iene miene mutte

Een vooruitstrevende vrouw kan kiezen uit maar liefst drie mannen in Far from the Madding Crowd. Maar Thomas Vinterbergs nieuwe verfilming van de roman van Thomas Hardy is te kort en ingehouden om er een episch verhaal van te maken.

De beroemdste scène uit de roman, waarin de knappe soldaat Francis Troy (Tom Stur­ridge, onstuimig goed) zijn behendigheid met het zwaard inzet om indruk te maken op onze heldin, Bathsheba, ontbreekt natuurlijk niet in deze verfilming. En natuurlijk valt de maagdelijke en nog jonge landeigenaresse, hier door Carey Mulligan gespeeld als een soms iets té nieuwerwetse dame, als een blok voor de man die net doet alsof hij meerdere malen met zijn zwaard op de jonge en qua intimiteit nog volledig groene vrouw insteekt. Net als elders in de vaak oogstrelende film maakt Vinterberg er een sprookjesachtige scène van en brengt hij samen met handheldmaestro Charlotte Bruus Christensen het geheel precies maar toch fluïde in beeld.

Aangezien het verhaal zich in de jaren zeventig van de negentiende eeuw in het landelijke Dorset afspeelt – zo’n "200 mijl buiten Londen" zoals de film het nogal onbeholpen verwoordt – verbaast het niet dat Bathsheba meer over schapen en tarwe weet dan over seks en intimiteit. Maar de paradox van haar personage, namelijk dat ze haar mannetje staat in een mannenwereld maar zich volledig laat inpakken door een jongeman die suggestief met zijn fallische zwaard zwaait, wordt niet echt uitgewerkt. Deels doordat de andere twee heren in haar leven, de herder Gabriel (eerder belichaamd dan gespeeld door Matthias Schoenaerts), een man van weinig woorden, en de rijke landheer Boldwood (Michael Sheen), een man van te veel woorden, niet genoeg ruimte krijgen om zich te ontwikkelen tot Victoriaanse tegenpolen van Troy. Schoenaerts lijkt bovendien te denken dat stille wateren automatisch diepe gronden hebben. Dat is niet zo.

Vinterberg, die op koele wijze de stroeve en complexe relaties tussen families en vrienden fileerde in Festen en Jagten, verfilmt hier een druk maar psychologisch niet altijd overtuigend scenario van de Brit David Nicholls, die eerder Hardy’s Tess of the D’Urbervilles omtoverde tot een BBC-miniserie van vier uur. In net iets minder dan twee uur voelt Far from the Madding Crowd te vaak als een rappe opeenvolging van de belangrijkste gebeurtenissen uit de roman. Een van de thema’s van Hardy, namelijk hoe de keuzes die we maken ons lot beïnvloeden, komt hierdoor duidelijk naar voren. Maar wat verloren gaat is een idee van de tijd die daarvoor nodig is. Dit drieledige liefdesverhaal is in de roman vooral episch – en, tot op zekere hoogte, tragisch – omdat het zo lang duurt voordat Bathsheba een beetje geluk vindt. Maar bij Vinterberg hoeft ze daar niet lang op te wachten.