Elser

Hommage aan heroïsche solist

De vraag zal nooit beantwoord worden, maar toch: zou de wereldgeschiedenis anders zijn gelopen als de moordaanslag van Georg Elser in 1939 op Hitler was gelukt?

Het is de beroemdste ‘what if’-vraag: hoe zou de geschiedenis zijn verlopen als Hitler niet was geboren? Of in 1939 bij de moordaanslag op zijn leven was omgekomen? Zou de Tweede Wereldoorlog ook dan zijn uitgebroken? Zou Auschwitz hebben plaatsgevonden? De loop van de geschiedenis valt niet meer te veranderen maar ze prikkelen nog altijd de verbeelding. Zo legde het New York Times Magazine recent lezers de vraag voor of zij met de kennis van nu Hitler als baby zouden hebben gedood. 42% zou dat graag hebben gedaan, 30% niet en 28% wist het niet.

Tot zover de afdeling zinloze enquêtevragen. Wel interessant is de aanslag die de 36-jarige Duitse meubelmaker Georg Elser in 1939 op Hitler pleegde. Het lukte op een haartje na. Preciezer gezegd: op dertien minuten na. De door Elser in een pilaar in de Bürgerbräukeller in München ingebouwde bom moest 8 november 1939 tijdens een redevoering van Hitler afgaan. Wat Elser niet had kunnen voorzien, was dat door slecht weer Hitlers reisschema was omgegooid. De terugreis per vliegtuig was veranderd in een reis per trein, waardoor Hitler zijn rede iets eerder hield. Dertien minuten na zijn toespraak en acht minuten nadat hij het pand had verlaten, ontplofte de bom. Er vielen acht doden en 63 gewonden. Nog dezelfde avond werd Elser gearresteerd, want zo briljant als hij de bomaanslag had voorbereid, zo amateuristisch was zijn vluchtpoging naar Zwitserland. Elser belandde in afwachting van een showproces in Sachsenhausen en later Dachau. Het showproces kwam er niet van – in de oorlog hadden de nazi’s andere prioriteiten – en kort voor de bevrijding werd Elser in het geheim geëxecuteerd.

Het is merkwaardig dat de aanslag op Hitler door Claus von Stauffenberg in 1944 algemeen bekend is, maar de spectaculaire aanslag van Elser niet. Tot 1998 was er in Duitsland zelfs geen enkel monument voor de man die Hitler dicht bij de dood bracht. De reden is dat Elser niet in ideologische schema’s paste. Deze charmeur, die bij meerdere vrouwen kinderen had, was politiek links, maar geen lid van de communistische partij, en opereerde op eigen houtje. Vooral dat laatste konden de nazi’s, die dachten dat Elser in opdracht van de Britten of Amerikanen handelde, maar moeilijk geloven. De geallieerden dachten juist weer dat de bomaanslag door de nazi’s was georganiseerd om Hitler nog populairder te maken.

Regisseur Oliver Hirschbiegel (Der Untergang) beperkt zich in Elser niet tot de historische feiten, maar lardeert het levensverhaal van de aanslagpleger met een stevige scheut melodrama. De film besteedt veel aandacht aan Elsers verhoor, waarin de nazi’s hem door marteling willen dwingen namen van mededaders te noemen. Pas als ze Elser zonder hulp de bom laten nabouwen, geloven ze dat hij in zijn eentje handelde. Hirschbiegels hommage aan Elser – na Klaus Maria Brandauers Elser-film in 1989 het tweede eerbetoon aan de heroïsche solist – voelt als een daad van rechtvaardigheid. Resteert de vraag waarom er in Duitsland ineens weer zoveel films over de Hitlerperiode worden gemaakt.