Echo

Onder de ijsberg

De bijzondere mozaïekfilm Echo stuurt 56 ansichtkaarten uit IJsland, bestaand uit trefzekere korte scènes waar naast gezinsleed nog een rode draad losjes doorheen is geweven: het kapitalisme dat de ziel uit een samenleving perst.

De IJslandse regisseur Rúnar Rúnarsson beheerst de kunst van de ultrakorte scène tot in de puntjes. Aan één situatie heeft hij genoeg om een hele wereld op te roepen. We vallen van de ene in de andere alledaagse crisis in de 56 scènes waaruit Echo (Bergmál) bestaat. Een doorlopend verhaal of een pointe is er niet. Dat had in los zand kunnen eindigen maar het wonder van Echo is dat het werkt.

In de korte scènes zien we slechts het topje van de ijsberg, je voelt al snel dat er een hele wereld van tragiek onder kan schuilen. Zo horen we een bibliothecaris over de telefoon tegen zijn moeder zeggen dat hij niet langskomt als hij alweer walvisvlees moet eten. In een andere scène prijst een vader zijn stiefdochter terwijl ze Chopin speelt, waarbij hij zijn eigen dochter op subtiele maar pijnlijk wijze naar beneden haalt. Ook zien we een chagrijnig gezin een felbegeerde symmetrische kerstboom uitzoeken, waarop de vrouw sneert tegen haar man: “Tieners groeien tenminste nog op, maar jij wordt alleen maar erger.”

Naast dat kleine en grote gezinsleed ontrolt zich gaandeweg een tweede rode draad door de film: het kapitalisme dat de ziel uit een samenleving perst. Zo zien we een onsympathieke man die de geërfde boerderij van zijn oma in brand heeft gestoken omdat herbouwen goedkoper is. En dat vindt hij het goede moment om aan een geschrokken buurtbewoner te vragen of die zijn eieren aan hem wil verkopen, omdat hij een hip “biologisch concept rechtstreeks van de boer” wil opzetten. In een andere scène luistert een messenslijper op de radio naar een vrouw die gehakt maakt van geldwolven en oproept tot verzet tegen supersalarissen en lage lonen. Later zien we mensen die voor Kerstmis buiten bij een voedselbank van het Rode Kruis staan te wachten. En horen we hoe een boer probeert een lening af te sluiten maar wordt geweigerd vanwege ongrijpbare algoritmes.

Rúnarsson laat zijn rake verhalen afspelen tussen kerst en oud en nieuw. Hij stapt af van de gebruikelijke Griekse verteltraditie, die gebaseerd is op een beginsituatie, wendingen en een uitkomst. Zijn enige uitgangspunt was dat elke persoon, gespeeld door niet-professionele acteurs, slechts in één scène voorkomt en dat de opnames statisch zijn, gefilmd vanaf een statief. Dat blijkt in zijn eenvoud een krachtige vorm voor deze minimale verhalen met maximaal effect.