Dvd-box: Alex van Warmerdam: Gebouwd voor de film

Studiofilmer in een land zonder studio's

Borgman

Alex van Warmerdam bouwt zijn werelden van de grond af op, inclusief de huizen die er vaak centraal in staan. Een nieuwe dvd-box met zijn drie meest recente films legt nadruk op die relatie, maar biedt er weinig context bij.

Regisseur Alex van Warmerdam is de God van de universa die hij schept, schreef Kees Driessen in Vrij Nederland bij het verschijnen van Van Warmerdams Borgman in 2013. Een oudtestamentische God, die met harde hand schept én vernietigt. Van Warmerdam moest het, schouderophalend, beamen. Zoals elke kunstenaar, ja, maar toch meer en merkbaarder dan welke andere Nederlandse filmmaker ook.

En op de tweede dag schept Van Warmerdam: het huis. Eerst is er de situatie, het uitgangspunt. Maar dan, direct daarna, de plek waar die situatie zich afspeelt.

Die huizen worden niet gezocht in de realiteit, maar speciaal ontworpen en gebouwd voor zijn films. In Van Warmerdams cinema wordt wat ogenschijnlijk tegengesteld is, één geheel, observeerde Mark Duursma in een Filmkrant-interview met Van Warmerdam over De jurk (1996). Vorm en inhoud; tragiek en humor; man en vrouw: ze gaan telkens hand in hand. Zo ook: bouwwerk en leegte, cultuur en natuur.

In de dvd-box Gebouwd voor de film worden Van Warmerdams drie meest recente films samengebracht, met een nadruk op die huizen waarin zij zich grotendeels afspelen. Die huizen zijn steeds een directe uiting van waar de films over gaan. Het zwarte duinhuisje dat als een grafzerk verrijst aan de bosrand in De laatste dagen van Emma Blank (2009). De betonnen villa die de boze buitenwereld toch niet buiten kan houden in Borgman (2013). En het vederlichte, bijna doorschijnende houten huisje aan de rand van een fysiek én moreel moeras in Schneider vs. Bax (2015).

Schneider vs. Bax
Vietnam in een buitenwijk
De huizen, de gebouwen, de architectuur staan in vrijwel al Van Warmerdams films centraal, al vanaf de maquette-stad uit Abel (1986). Daarin was nog expliciet Van Warmerdams achtergrond als theatermaker voelbaar; vanaf De noorderlingen (1992) verdwijnt die meer en meer naar de achtergrond, komen de huizen en ruimtes in de echte wereld te staan, en wordt de abstractie steeds kleiner.

Maar hij is er nog steeds, en vaak is het recept hetzelfde: één gebouw te midden van leegte. De nieuwbouwwijk omringd door een zandvlakte in De noorderlingen – uit de grond gestampt in de Flevopolder, inclusief het nabijgelegen bos vol vervreemdend identieke bomen. De boerderij in een lege polder in Kleine Teun (1998) – speciaal gebouwd omdat de boerderij zonder bomen eromheen die Van Warmerdam voor ogen had in heel Nederland niet bestond. En dus, vanaf De laatste dagen van Emma Blank, die villa’s die de essentie van de film vormen.

Niet voor niets verwijst Mark van den Tempel in zijn essay in een begeleidend boekje bij de uitgave naar een illuster rijtje regisseurs: Fellini, Hitchcock, Kubrick, Leone – makers die ook door Van Warmerdam zelf in interviews veelvuldig als inspiratiebronnen worden genoemd. Makers die net als Van Warmerdam de wereld tot in detail naar hun hand zetten, en daarvoor de volledige mogelijkheden van de grootste en duurste filmstudio’s aanwendden. Zoals Hitchcock de volledige binnentuin voor Rear Window uit de grond stampte, en Kubrick Vietnam nabouwde in een buitenwijk van Londen.

Van Warmerdam heeft de pech zo’n filmmaker te zijn in een land zonder dat soort studio’s. Niet voor niets kwamen zijn eerste twee films tot stand bij productiemaatschappij First Floor Features van Laurens Geels en Dick Maas, de laatsten die een poging ondernamen om iets met die Hollywood-grootsheid in Nederland neer te zetten – uiteindelijk vergeefs. Sindsdien bouwt Van Warmerdam zijn werelden op in de realiteit.

De laatste dagen van Emma Blank
Ontginning
Kortom: Van Warmerdam en zijn bouwwerken, het is een rijk gebied, rijp voor ontginning. Des te jammerder is het dat de box zelf er niet veel werk van maakt. De films worden naast elkaar gezet, en – zo ronkt het persbericht – de ‘vormgeving van de box vestigt de aandacht op de unieke personages’ die de huizen in deze drie films zijn. Maar vormgeving is nog geen duiding. Die is er een beetje in het bijgeleverde essay door Mark van den Tempel, waarin ook Van Warmerdam zelf aan het woord komt en dat is geïllustreerd met (kleine) foto’s van het bouwproces van de duinvilla in De laatste dagen van Emma Blank.

Maar op de schijfjes zelf zijn alleen de summiere extra’s van de eerdere uitgaves behouden. Terwijl het materiaal er is: in april 2016 gaf Van Warmerdam tijdens het Imagine Film Festival een anderhalf uur durende masterclass over de rol van architectuur in zijn films, gelardeerd met allerhande werkmateriaal. Daar had op deze uitgave best iets meer van uit de kast mogen worden getrokken.