Drama Girl
Zelfinzicht door manipulaties
Een verfrissend experiment: een vrouw speelt de sleutelscènes uit haar leven zelf na. Vincent Boy Kars en Leyla de Muynck geven zo een geweldig interessant portret van een jonge vrouw die op het punt staat haar eigen drama in eigen hand te nemen.
Als je je leven zou dramatiseren, kom je dan dichter bij de werkelijkheid? In Drama Girl onderneemt de jonge filmmaker Vincent Boy Kars een interessant experiment met zijn leeftijdsgenoot Leyla de Muynck, een danseres van begin twintig. In haar herkende hij zijn eigen worstelingen – rondom hun jong overleden vaders en verbroken relaties. Hij vroeg haar om belangrijke momenten uit haar eigen leven aan hem te vertellen, waarna hij er een filmscript van maakte. Vervolgens speelde zij deze sleutelscènes uit haar leven zelf na. En dit maakproces filmde hij op zijn beurt weer als documentaire. Aartsregisseur Kars bepaalde alles: de vorm, de locaties en de acteurs – Pierre Bokma speelt Leyla’s vader, Elsie de Brauw haar moeder en Jonas Smulders haar vriendje.
Deze uiterst doordachte opzet pakt heel verfrissend uit. Leyla krijgt zo een tweede kans om moeilijke gesprekken met haar (surrogaat)ouders te voeren, en nog verder na te denken over de manier waarop ze is gevormd. Vooral de tragikomische gesprekken met de sublieme Bokma als haar liefhebbende maar egocentrische kunstenaarsvader zijn erg goed getroffen. Ook Elsie de Brauw als moeder die zichzelf als ijkpunt voor alles neemt, en haar dochter zo de ruimte ontneemt, is een voltreffer.
Je komt er alleen nooit echt achter welke demonen De Muynck achtervolgen, want het achterste van haar tong laat ze niet zien. In moeizame gesprekken met haar vriendje begrijpen we dat ze zich veel te lang heeft gevoegd naar diens wensen, tot zijn grote irritatie. Uit angst om hem te verliezen gebeurde precies datgene wat zij vreesde. Ergens in haar leven heeft ze zich blijkbaar moeten aanleren om zich op ongezonde manier aan te passen aan andere mensen, maar het fijne van die onderdrukkende omstandigheden horen we niet. Ook in tussentijdse scènes waarin De Muynck de film met Kars bespreekt, lijkt ze vooral wenselijke antwoorden te geven over haar leerproces en zelfinzichten, waar een grenzeloze tolerantie uit spreekt. Deze hadden zo uit een positivistisch zelfhulpboek kunnen komen – psychologie als nieuwe religie, die verklaringen biedt en een gevoel geeft door iemand gezien en erkend te worden. Pas helemaal aan het eind, als ze oprecht kwaad wordt op de manipulaties en de vilein-droge vragen van Kars, zien we een glimp van een versie van misschien wel de echte Leyla, die nu eens niet inschikkelijk is. Daarmee geven Kars en De Muynck samen een geweldig interessant portret van een jonge vrouw die op het punt staat haar eigen drama in eigen hand te nemen.