Doof kind

Doof is ook leuk

  • Datum 17-01-2018
  • Auteur
  • Gerelateerde Films Doof kind
  • Regie
    Alex de Ronde
    Te zien vanaf
    01-01-2017
    Land
    Nederland
  • Deel dit artikel

Alex de Ronde, in het dagelijks leven directeur van de Amsterdamse bioscoop Het Ketelhuis, maakt zijn documentairedebuut met een aanstekelijk portret van zijn dove zoon Tobias, die zich in de internationale dovengemeenschap als een vis in het water voelt.

Tobias voorspelt dat hij over drie eeuwen waarschijnlijk ergens diepgevroren in een museum te vinden is, als voorbeeldexemplaar van een uitgestorven stam: de dove mens. Wanneer hij aan het begin van Doof kind een dovenklasje op zijn oude basisschool bezoekt, valt direct op dat alle kinderen nu cochleaire implantaten dragen. Een van hen vertelt dat hij graag naar een speciale dovenschool wil, maar dat zijn moeder hem liever naar een school voor horende kinderen stuurt. Een doof geboren kind plaatst ouders al vroeg voor ingrijpende keuzes.
In de film (waarvan de titel als een gebaar naar Johan van der Keukens Blind kind kan worden opgevat) blikt filmmaker Alex de Ronde, Tobias’ vader, terug op de keuzes in zijn eigen gezin, en wat die zijn zoon hebben gebracht. Beelden van Tobias als kind en volwassene en gesprekken met zijn vader, zijn broer en zijn Deense vriendin weerleggen elk potentieel vooroordeel dat doofheid een beperking zou zijn; het heeft deze extraverte en ondernemende jongen er in elk geval nooit van weerhouden om karatelessen of een duikcursus te volgen, een wereldreis te maken en een universitaire studie te voltooien. Nu doceert hij Nederlandse gebarentaal op een hogeschool. Gehandicapt voelt hij zich dan ook zeker niet; doof-zijn is zijn identiteit, verbonden met een eigen cultuur en een rijke verzameling talen. Waar zou hij de horende wereld voor nodig hebben?
Via een notitie in een oud schriftje herinnert De Ronde Sr. hem eraan dat hij niet altijd zo gelukkig was met zijn doofheid. Op zijn vijfde vertelde Tobias aan zijn moeder dat hij ook wel wilde horen, zoals zijn ouders en zijn broer. "Dat kan niet", was haar antwoord. Waaraan ze toevoegde: "Doof is ook leuk." Dat punt weet De Ronde met zijn film overtuigend te maken. Tegelijk levert dit ontroerende stukje dialoog ook de aanzet tot een aantal actuele vragen. Want nu het technologisch wél kan, een doof kind horend maken, móet het ook per se? Zo ja, wat betekent dat dan voor die levendige dovencultuur en voor de toekomst van de gebarentalen? Of kun je alsnog beter een volwaardig lid zijn van de dovenwereld dan een gemankeerd lid van de wereld van de horenden?
Bovenal is Doof kind een opgewekte aansporing om onze verbeelding te gebruiken en in te zien dat ‘beperking’ maar een relatief begrip is. Het zijn de omstandigheden die bepalen of iets een beperking of juist een troef is, en met wat geluk kun je die omstandigheden kiezen of naar je hand zetten. Voor extra vertier tapt Tobias op gezette momenten in de film een mop: venijnige miniatuurtjes waarin de compassie van zijn argeloze publiek het steevast moet bezuren. Ook dat is een les om te onthouden.

Sasja Koetsier