DIRTY PRETTY THINGS

Braveriken in een helse onderwereld

  • Datum 03-11-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films DIRTY PRETTY THINGS
  • Regie
    Stephen Frears
    Te zien vanaf
    01-01-2002
    Land
    Engeland
  • Deel dit artikel

Melodrama in Londen

Hoe ziet het leven van illegale immigranten eruit? Dirty pretty things van Stephen Frears toont een Londense hel, waar immigranten hun organen niet zeker zijn. Frears is niet de enige filmmaker die het leven van illegalen toont als een gruwelijk horrorverhaal. Krijgen we er meer begrip door?

"Wij zijn de mensen die jullie nooit te zien krijgen. We rijden jullie taxi’s, maken jullie kamers schoon en zuigen jullie pikken af." Aldus een illegale immigrante in Londen in Stephen Frears’ Dirty pretty things. Haar opmerking klopt niet, want taxichauffeurs zijn bij uitstek zichtbaar voor anderen. Voor orale seks heb je ook twee mensen nodig. En hoe kun je als kamermeisje onopgemerkt in een hotel werken? De illegale immigrante is met haar werk wel degelijk zichtbaar in de wereld, maar Stephen Frears en scenarist Steve Knight komt dat slecht uit. Hun Dirty pretty things is gebouwd rond de gedachte dat er een ijzeren gordijn loopt tussen een bovenwereld, waar goedgeklede mensen een fijn leven leiden, en een onzichtbare onderwereld, die wordt bevolkt door kansloze, armoedige illegalen. Tussen de twee werelden is geen contact, omdat de bovenwereld blind is voor de ellende in de onderwereld. Men buit illegale immigranten uit, maar wil het niet weten. Alleen een louche hotelmanager (Sergi López) verkeert in beide werelden: in de zichtbare wereld is hij een keurige bedrijfsleider, in de onderwereld is hij een in menselijke organen handelende crimineel. Illegale immigranten zijn in zijn jacht op menselijke onderdelen een gemakkelijke prooi. De armoedzaaiers willen voor een paar duizend pond best in hun lichaam laten snijden. Ze hebben geen keuze als ze willen overleven. De louche hotelmanager hoeft als poortwachter van de hel alleen maar geduldig te wachten, want elke illegale immigrant belandt ooit berooid en uitgeput op de bodem van de Londense samenleving. Op dat moment verkoopt hij desnoods zijn benen. Al was het maar om uit Londen te kunnen ontsnappen, want alles beter dan deze hel.
Ook de twee hoofdpersonen in Dirty pretty things, de Turkse illegale immigrante Senay (Audrey Tatou, die na Le fabuleux destin d’Amélie Poulain eindelijk bewijst dat Bambi-ogen niet haar enige kwaliteit zijn) en de Nigeriaanse illegaal Okwe (Chiwetel Ejiofor), komen tot het inzicht dat ze een illusie nastreven. In Londen zullen ze het nooit redden, zodat Senay haar hoop vestigt op Amerika en Okwe terug wil naar zijn gezin in Nigeria. Makkelijker gezegd dan gedaan, want wie gevangen zit in het web van de Londense onderwereld, is verdoemd.

Stofnesten
De beschrijving van Dirty pretty things leest als de synopsis van een horrorfilm. Het verschil zit in de pretenties, want Frears wil ons niet zomaar laten griezelen. Kijk, suggereert de maker, wij in de bovenwereld hebben een perverse wereld gecreëerd. Wij leven in rijkdom omdat we een kaste van illegale immigranten voor ons laten kruipen. Dat we net doen of we dat niet weten maakt ons dubbel pervers. Frears trekt alles uit de kast om het verschil in boven- en onderwereld te accentueren: groezelige, duistere kleuren voor de illegale immigrantenwereld, heldere kleuren voor de bovenwereld. Okwes bestaan illustreert dat illegale immigranten elke minuut moeten besteden aan overleven. Overdag werkt hij als taxichauffeur, ’s nachts als hotelreceptionist. Hoe hij het volhoudt? "Ik heb geen slaap nodig", zegt hij droogjes. Dat een werkgever Senay seksueel misbruikt illustreert de kwetsbaarheid van illegale immigranten. Seksuele zelfbeschikking hoort bij de bovenwereld, in de onderwereld geldt de wet van de machtigste.
Frears slingert zijn boodschap met veel elan de wereld in, maar Dirty pretty things roept een ongemakkelijk gevoel op. De makers lijken meer interesse te hebben in de filmhorror dan in de werkelijkheid. De scheiding in boven- en onderwereld is zo rigide, dat hij niets met de werkelijkheid te maken heeft. Dirty pretty things doet eerder denken aan films als Metropolis en Gattaca dan aan Londen. Hoe komen de makers erbij om te denken dat illegale immigranten onzichtbaar zijn? In Engeland leven naar schatting zeshonderduizend illegalen, waarvan vele tienduizenden in Londen. Onzichtbaar? Alleen voor degenen die nooit buiten komen. Honderden restaurants, cafés, wasserettes, winkels en kledingateliers zouden hun deuren moeten sluiten als illegalen massaal vertrokken. Ook zouden de huizen van bemiddelde Engelsen in stofnesten veranderen als alle illegale hulpen in de huishouding het voor gezien hielden. Leven deze mensen allemaal in een onderwereld? Hun leven is verre van aangenaam. Ze werken hard voor vaak extreem lage lonen, kunnen geen beroep doen op sociale regelingen en lopen altijd het risico te worden opgepakt. Illegalen leven in de marge van de samenleving, maar dat is iets anders dan overleven in een helse onderwereld.

Nieren
Er is meer aan te merken op Dirty pretty things. Dat de makers de louche handel in menselijke organen koppelen aan illegale immigratie is belachelijk. Het zorgt voor een thrillerelement maar vertroebelt het zicht op de wereld van illegalen. Best mogelijk dat ooit een illegale immigrant een van zijn nieren heeft verkocht, maar maakt ons dat iets wijzer over het leven van illegalen? Dirty pretty things ademt sensatiezucht. De film wil morele verontwaardiging wekken, maar doet het op de verkeerde manier. Hij trekt de wereld van de illegaliteit niet naar ons toe, maar duwt hem van ons weg. Illegale immigranten leven in een gruwelijke onderwereld, waar we ons maar beter verre van kunnen houden, lijkt de boodschap te zijn. In de hel kun je geen mensen redden; je kunt er alleen verbranden.
Hoe het beter kan, bewijst Michael Winterbottom met In this world, die begin dit jaar de Gouden Beer in Berlijn won. De film, die komend najaar in Nederland is te zien, volgt twee Afghaanse vluchtelingen, een zestienjarige jongen en zijn twaalfjarige neefje, op hun illegale reis naar West-Europa. De twee zien geen toekomst in het vluchtelingenkamp in Pakistan, waar hun ouders al vele jaren wonen. Omdat een oudere neef al in Londen woont, wordt die stad het reisdoel. Er wordt een mensensmokkelaar ingeschakeld, die hen tegen betaling van veel geld via een systeem van vele tussenpersonen Londen als einddoel belooft. Wat volgt is een gruwelijke roadmovie die begint in Pakistan en via Iran, Turkije en Italië maanden later eindigt in Londen. In de in documentaire stijl met digitale videocamera’s gefilmde reis kost het weinig moeite om mee te leven met de jongens. Hun eerste poging strandt in Iran, waar zij als buspassagiers worden herkend als Afghanen. De tweede poging is succesvoller, al is dat woord misplaatst. Het netwerk van tussenpersonen brengt hen in contact met vrachtwagenchauffeurs. Verborgen tussen kisten met sinaasappels en schapen leggen zij duizenden kilometers af over stoffige wegen. Het besneeuwde grensgebied met Turkije doorkruisen ze ’s nachts lopend, waarbij ze ervoor moeten zorgen uit het oog te blijven van bewapende grenswachten, die niet aarzelen om te schieten. Het dagenlang opgesloten zitten in een container op een vrachtauto levert de gruwelijkste scène op. Krantenberichten over gestikte vluchtelingen in containers krijgen door In this world een menselijk gezicht.

In this world: realisme in Afghanistan

Spijbelen
In this world is een aangrijpend, realistisch document, dat volstaat met sober registreren. Winterbottom veroorlooft zich nauwelijks dramatische kunstgrepen. Een paar keer past hij effectief slow motion toe, maar verder stelt hij zich op als een afstandelijke observator. Juist door het ontbreken van melodramatisch effectbejag, wekt de film de indruk, anders dan Dirty pretty things, dat hij de gruwelijke werkelijkheid betrapt. Bij Frears is een overspannen verbeelding aan de macht, Winterbottom beperkt zich tot de feiten. Niet alleen Frears vindt die niet dramatisch genoeg, want er zijn meer filmmakers die illegale immigratie gebruiken om dramatisch flink uit te pakken. Het effect is averechts.
Zo ging Lukas Moodysson de mist in met Lilja 4-ever. De film over het zestienjarige Russische meisje Lilja, dat in drie maanden tijd zoveel ellende meemaakt dat ze zelfmoord pleegt, is een onvervalst melodrama, een wreed sprookje over een onschuldig meisje, dat door haar boosaardige omgeving ten gronde wordt gericht. Zoals het in melodrama hoort, is haar val onvermijdelijk. Het noodlot schrijft voor dat ze nooit uit meerdere mogelijkheden kan kiezen. Wat begint met spijbelen op een Russische school loopt onvermijdelijk uit op gedwongen prostitutie in Zweden. Van Moodysson mag Lilja geen sprankje gezond verstand hebben, want ze moet van hem in alle valkuilen tegelijk lopen. Niet alleen Moodysson, maar veel filmmakers weigeren illegale immigranten als gewone mensen te portretteren. Vrijwel altijd zijn ze een combinatie van naïviteit en deugdzaamheid.
In Dirty pretty things is Okwe zo’n nobele geest dat hij aan Jezus doet denken. Het illegale immigrantenzoontje in Hop van de Belg Dominique Standaert gaat meteen koffie zetten en afwassen als hij in een gastgezin komt. De illegale Mexicanen in Ken Loachs Bread and roses, dat zich in Los Angeles afspeelt, zijn nog niet geïnfecteerd met Amerikaans egoïsme, maar weten nog wat solidariteit is. De uitgeprocedeerde jonge asielzoeker in Eugenie Janssens Tussenland is een zoete braverik, die zich rustig laat uitschelden. Moeten alle illegale immigranten per se heiligen of naïvelingen zijn? Nee, dat hoeft niet, zoals te zien is in In this world. Als de jongste Afghaan eindelijk Italië bereikt, duurt het niet lang voordat hij het eerste tasje steelt van een toerist. Begrijpelijk, want hoe moet de jongen anders overleven?
Ook Pawel Pawlikowski bewees met Last resort geen last te hebben van een idealiserende blik. De film over een Russische illegale immigrante, die wil intrekken bij haar Engelse vakantieliefde, die haar op het vliegveld van Heathrow laat staan, is met zijn rustig observerende stijl de tegenpool van het opgefokte Dirty pretty things. Misschien komt het doordat Pawlikowski een Poolse Engelsman is, maar hij portretteert de Russin als een vrouw die haar verstand niet in Rusland heeft achtergelaten. Zij is een calculerende illegale immigrante, die als het nodig is de vreemdelingenpolitie maar wat op de mouw speld. Ook loopt ze niet in zeven sloten tegelijk. Als ze merkt dat het goedbetaalde baantje, dat haar wordt aangeboden, neerkomt op poseren voor een pornosite, is dat niet het begin van een onstuitbare val naar gedwongen prostitutie, maar houdt ze het simpelweg voor gezien. Geen melodrama, geen noodlot, maar gewoon het beste ervan maken: illegale immigranten leiden een pijnlijk, soms gruwelijk, bestaan, maar ze lijken meer op ons dan veel filmmakers wensen.

Jos van der Burg