De son vivant

Met troostende popsongs op weg naar de dood

De son vivant

Hoe verfilm je de weg van een medisch slechtnieuwsgesprek naar de dood een jaar later? De makers van De son vivant kiezen voor overkokend melodrama. In de film leren een moeder en haar 39-jarige zoon zijn naderende dood accepteren.

Emmanuelle Bercot is een van de zeldzame actrices die ook als regisseur werken. Knap hoe ze het filmplafond bijna vijfentwintig jaar geleden na haar afstuderen aan de Filmacademie in Parijs meteen doorbrak door te werken aan een acteer- én regiecarrière. Acteren doet ze in films van anderen; bij haar eigen films is ze naast regisseur ook altijd (co)scenarist. Prijzenswaardig in haar films is dat ze sociale problemen en taboes niet uit de weg gaat.

Niet dat ze een Franse Ken Loach is, want daarvoor zijn haar films niet rauw genoeg en leunen ze te veel tegen melodrama aan. Maar toch. La tête haute (2015), destijds de openingsfilm van Cannes, is een sterk sociaal drama over een kinderrechter die een agressieve tiener zo lang mogelijk buiten de gevangenis wil houden. En La fille de Brest (2016) is een overtuigend, op feiten gebaseerd drama over het verzwijgen door een farmaceutische fabrikant van ernstige, soms dodelijke bijwerkingen van een afslankmedicijn.

Bercots hang naar melodrama schuurt in deze films soms met het sociaal realisme ervan, maar dat geknars is niets vergeleken met het ongemak bij De son vivant (‘Tijdens zijn leven’). Daarin botsen de twee benaderingen pijnlijk hard op elkaar, met een zwabberend drama met een inconsistente toon als gevolg.

In De son vivant hoort een 39-jarige, lang geleden gescheiden toneeldocent (Benoît Magimel) dat hij terminale kanker heeft. Zowel hij als zijn dominante moeder (Catherine Deneuve), die bij het slechtnieuwsgesprek aanwezig is, is uiteraard verpletterd door het nieuws. In de maanden erna – de film is opgedeeld in vier seizoenen – moeten moeder en zoon het onvermijdelijke leren accepteren. Een zwaar proces, maar ze worden geholpen door een oncoloog die niet alleen met een medisch oog naar patiënten kijkt, maar ook oog heeft voor de psychische en spirituele dimensie van het afscheid nemen van het leven. Zijn advies aan de terminaal zieke man om geen onafgewerkte zaken uit het verleden achter te laten, leidt tot een overbodige, geforceerd dramatische zijlijn met een nog steeds boze ex van lang geleden en een plotseling opduikende zoon.

De oncoloog wordt gespeeld door Gabriel A. Sara, in het echte leven ook oncoloog in een New Yorks ziekenhuis en de eigenlijke ster van de film. De man, die zijn acteerdebuut maakt, benadrukt in besprekingen met verplegers het belang van empathie. Ook speelt hij gitaar en zingt hij met hen graag troostende popsongs. De boodschap dat een patiënt geen nummer maar een mens is, komt over, maar de film ontspoort als in het zicht van de dood een romance opbloeit tussen een verpleegster en de terminale man. Daarna kan er vredig worden gestorven.

Er valt best iets goeds te zeggen over De son vivant – de oncoloog heeft wijze, humane inzichten – maar wie houdt de volgende keer Bercot melodramatisch in toom?