De poel

Helse 'staycation'

Lekker weg in eigen land? Vergeet het maar: uit de diepten van het idyllische vennewatertje waaraan twee gezinnen hun tenten opzetten, klinkt onheilspellend gezang in Chris Mitchells Nederhorror De poel.

Lekker weg in eigen land, heette het vroeger. Nu moet het hipper, en noemen we het de ‘staycation’. Welke naampje je het ook geeft, de vakantie in Nederland is — mede dankzij de crisis — weer helemaal terug. Perfecte timing dus voor de Nederhorror van De poel, het speelfilmdebuut van Chris Mitchell, geboren in Engeland maar al vijfentwintig jaar wonend en werkend in Nederland.

Mitchell knipoogt schalks naar die crisis: de twee hoofdpersonages Lennaert (Gijs Scholten van Aschat) en Rob (Bart Klever) zijn ontslagen bankiers. Met hun gezinnen — Lennaerts echtgenote Sylke (Carine Crutzen), hun twee tienerzoons Jan (Alex Hendrickx) en Marco (Chris Peters), en Emilie (Jamie Grant), de tienerdochter van de gescheiden Rob — trekken ze er op uit voor een vakantie in de Nederlandse wildernis. Opgejut door kampeerfanaticus Lennaert plaatsen ze zich zo ver mogelijk van de bewoonde wereld, aan een idyllische poel. Al snel blijken de weerstand van de tieners en de onderlinge rancunes van de volwassenen niet de enige factoren die een vrolijke vakantie in de weg zit: eten bederft razendsnel en ’s nachts stijgt er een mysterieus gezang op uit de dieptes.

Mitchell weet van de centrale zwakte van de film — waar kun je in Nederland in godsnaam nog verdwalen? — op slimme wijze uit te buiten om de onderhuidse spanning juist extra op te voeren. Zo zit het scenario op meer vlakken uitgekiend in elkaar. Het werd geschreven door Mitchell (die ervaring opdeed bij Rudolf van den Bergs Tirza en Süskind) en Scholten van Aschat (die als schrijver debuteert), en tijdens het Binger Filmlab intensief onder handen genomen door de Amerikaanse scenarist Dennis Paoli (Re-Animator, Body Snatchers). Die veelheid aan stemmen doet zich nu en dan voelen in een film vol stemmingswisselingen: van arty horrorfilm via Grieks acteursdrama naar zwartkomische gore. Maar het voelt desondanks als een coherent geheel, dankzij het effectieve camerawerk van Gábor Deák en vooral de associatieve montage van Manuel Dias da Silva (vers van de Filmacademie), die voorafgaand aan de première van de film op het filmfestival Imagine dan ook uitvoerig door maker en producent werd bedankt.

Echt eng wil De poel uiteindelijk niet worden, maar Mitchell weet de onderhuidse spanning vakkundig tot op grote hoogte op te schroeven. Een geslaagde aftrap dus voor het House of Netherhorror, dat nog eens drie horrorscenario’s klaar heeft liggen voor productie.