DE GOUDEN SWIPE
De zweep erover
Van alle mogelijke kanten werd het regisseur Steven de Jong afgeraden om Abe Brouwers streekroman ‘De gouden swipe’ te verfilmen in de Friese taal. De inwoners van Nederlands meest eigenzinnige provincie braken echter met alle regels van de filmindustrie en stroomden massaal toe naar de Friese dorpshuizen en filmtheaters. Een succesverhaal uit het Noorden.
"Wel grappig", "Fries joh, da’s landelijk niet te doen, daar verdienen we ons brood niet mee", "Leuk hoor". Een tikje aanmatigend reageerden filmdistributeurs en zakenmannen op De Jongs plattelandsdrama. Ze hadden toch beter moeten weten: Bartje is Neêrlands trots, Sil de Strandjutter schopte het verder dan Terschelling en Op hoop van zegen kan ook de verstokte landrot bekoren. Steven de Jong: "’De gouden swipe’ is volkstoneel, puur en oorspronkelijk. Je hoeft echt niet van het platteland te komen om er van te houden. Ik wilde het Friestalige boek per se in het Fries verfilmen, omdat de film daar een meerwaarde door krijgt: ik kon er de sfeer van die stugge boeren mee vangen."
En ouderwets weerbarstig zijn ze, de mannen met de hooivork en de dreg in de hand. "Geen gezeur. Thee en brood en dan naar bed. Geen gevraag en geklaag", luidt het credo van vader Douwe Wallinga. Zijn zoon Ate heeft echter genoeg reden tot klagen: zijn ‘heit’ verbiedt Ate’s amoureuze omgang met een arbeidersdochter, ‘mem’ ligt op sterven en biecht een verschrikkelijk verhaal op, en ook zijn oom en raadgever Ids Wallinga is geen lang leven meer beschoren ("Ik ben aan het eind van de akker"). De film begint met wat een lichtpuntje in Ate’s harde leven had kunnen zijn: vader Douwe wint de prestigieuze Gouden Swipe op de drafbaan in Joure. Eenmaal thuis slaat hij de gouden zweep echter stuk op de rug van Ate en veegt daarmee het laatste sprankje familiegeluk van tafel.
Hans Wiegel
De gouden swipe was tot nu toe alleen in Friesland te zien, waar maar liefst 50.000 mensen de film bekeken. Ter vergelijking: in hetzelfde jaar wist Jean-Claude Van Damme landelijk eenzelfde hoeveelheid mensen te trekken met The quest en Ian Kerkhofs Naar de klote! wordt met zijn 60.000 bezoekers als een succes beschouwd. Steven de Jong had zo zijn eigen methode om de film van de grond te krijgen: "Vijftien jaar geleden las ik het boek en vond het zo’n beeldend verhaal dat ik er een film van wilde maken. Tijdens m’n onderzoek naar de haalbaarheid van het project stuitte ik echter op Joop van den Ende, die een optie op de uitzendrechten had genomen. Wijlen Willy van Hemert zou de vijfdelige serie gaan regisseren, terwijl Hans Wiegel was aangesteld om geldschieters uit Friesland te lokken."
"Wiegel kreeg de financiën echter niet rond, zodat het boek weer vrij van rechten werd. Ik schreef vervolgens het script en omdat niemand er brood in zag ben ik de film ook zelf gaan produceren. Even zag ik het somber in: als het Wiegel zelfs niet lukte om het geld bij de officiële instanties te halen, dan lukte het mij zeker niet. Ik moest het dan ook over een andere boeg gooien. Friezen konden helpen door lootjes te kopen en maakten zo kans op de hoofdprijs: een echt paard, geheel in de stijl van de film. We gokten op 25.000 lootjes, en we liepen een jaar lang alle evenementen af, maar het liep uit op een ramp. Uiteindelijk hebben we net een basisbedrag bij elkaar gescharreld."
Omgekeerde weg
Ook de rest van het traject verliep ongewoon: het Fries Film Circuit nam de distributie in handen en liet de film vorig jaar in theater De Lawei in Drachten zijn première beleven. Elk zaaltje waar de film maar enigszins kon worden vertoond stroomde vervolgens vol met bezoekers — gemiddeld 250 per voorstelling, een aantal waar menig bioscoopexploitant jaloers op kan zijn.
Nu bereikt de film op koopvideo de rest van het land, maar wie even geduld heeft kan hem over een tijdje op het filmdoek bekijken. De Jong heeft een aanvraag bij het Nederlands Fonds voor de Film ingediend om de HDTV-versie over te zetten naar 35 mm-film, waarna Matthijs van Heijningen met The Movies Filmdistribution de film een kleinschalig, maar landelijk roulement zal gunnen. Van Heijningen: "Maar eerst moeten er nog wel wat ingrepen in de montage worden gepleegd." Het is een omgekeerde weg: normaal gesproken verschijnt de koopvideo na de bioscoopuitbreng. Wat maakt De gouden swipe zo bijzonder voor Van Heijningen? "We kennen door de vele Engelse films de buitenwijken van Birmingham, Liverpool en Manchester beter dan de Achterhoek en Friesland. Daar moet wat aan veranderen."
Steven de Jong weet wel waar het aan schort. Hij pleit voor een mentaliteitsverandering bij distributeurs, omroepen en financiers: "Iedereen wacht op elkaar, wat erg frustrerend is. Door die terughoudendheid kunnen zich veel minder ideeën ontplooien dan mogelijk zou zijn. Ik heb meegemaakt dat een distributeur De gouden swipe wel een leuke film vond, maar dat ze hun kansen bij het Filmfonds niet wilden verspelen door voor een derde keer dat jaar aan te kloppen voor een distributieondersteuning ‘want dan snijden we ons de volgende keer in de vingers’. Zo laf! De publieke omroepen en de filmdistributeurs zouden minder angst moeten hebben en samen de risico’s moeten dragen, want de verschillende media bijten elkaar minder dan men wel denkt."
Koppig is De Jong zeker: volgend jaar zomer onderbreekt hij de opnames voor de soap ‘Onderweg naar morgen’ en staat hij weer tussen de weilanden te filmen. De dorpshuizen kunnen de projectoren alvast oppoetsen, want De Jong heeft zijn pijlen gericht op het oorlogsboek ‘De fuik’ van Rink van der Velde. "Een erg Fries verhaal."
Mariska Graveland