NAAR DE KLOTE!

Ian Kerkhof: Dertigers zijn bejaarden

  • Datum 04-01-2011
  • Auteur
  • Gerelateerde Films NAAR DE KLOTE!
  • Regie
    Ian Kerkhof
    Te zien vanaf
    01-01-1996
    Land
    Nederland
  • Deel dit artikel

Ian Kerkhof weet het zeker: Naar de klote! wordt een hit. De reden? Naar de klote! is de eerste speelfilm die de dans- en muziekcultuur van vandaag in beeld brengt, en wel op een manier die volledig is toegesneden op de doelgroep. Speciaal voor hen is de film gemaakt: al die jongeren die elke weekend dankzij een paar pilletjes helemaal uit hun dak gaan in een dreunende loods op het lokale industrieterrein. "Een bepaalde groep mensen moet deze film bij voorbaat te gek vinden, omdat het hún film is." De vernieuwde Ian Kerkhof denkt in doelgroepen, maar maakt nog steeds wat hij wil maken.

Bevestiging was er ook door die twee jongens, die na het zien van de film vroegen of ze hem meteen nog een keer konden zien. Met het voor Kerkhof gebruikelijke enthousiasme: "Dat was het grootste compliment. Bij de tweede keer gingen ze meepraten en meezingen. Ik dacht; shit, dat gaat heel goed." Zoals de regisseur destijds Grease in zijn armen sloot en vijf keer achter elkaar ging zien, zo moeten de vijftienjarigen van nu verslaafd raken aan Naar de klote! "Ze willen een film die over hen gaat. Ik ben ontzettend trots dat ze nu deze film hebben, dit is niet bedoeld voor intellectuelen. Niet voor die twintig mensen die naar mijn vorige films kwamen kijken, maar voor een echt publiek."
Vanaf de set werd de mediahype zorgvuldig opgebouwd en de boodschap de wereld ingestuurd: Ian Kerkhof heeft genoeg van al die naar binnen gekeerde kunstzinnigheid en gaat op de commerciële toer. Na vijf lange films en een aantal korte films, gewaardeerd door de kritiek en bekroond op festivals maar gezien door een enkeling, werd het tijd voor iets anders. Tijd voor een strategische beslissing. "Mijn carrière kwam op een punt waar ik wil maken wat ik wil, maar dan wel voor een groot publiek. De enige manier om dat te bereiken is zogenaamd commercieel gaan: de film zelf is niet op een commerciële manier gemaakt, maar de manier waarop hij naar buiten wordt gebracht is dat wel. Heel bewust heb ik gekozen voor een bepaalde doelgroep, onderwerp en aanpak lenen zich goed voor een hype. Ik wil filmmaken zonder compromissen, maar wel strategisch omgaan met datgene wat ik maak."

Feest- en drugscircuit
Naar de klote! heeft weinig gemeen met traditioneel filmmaken. Voor opname en montage werd gebruik gemaakt van digitale video-apparatuur, pas in de laatste fase werd het video-materiaal omgezet naar film. Zowel het uiterlijk van de film, met een overdaad aan visuele trucs en schelle neonkleuren, als het enorm hoge tempo zijn ontleend aan het idioom van de videoclip. Geluid is minstens zo belangrijk als beeld, heftige elektronische muziek uit alle hoeken van de zaal maakt van de bioscoop een discotheek. Van een traditionele narratieve structuur en opeenvolging van scènes is nauwelijks sprake: eerder van een vloeiende reeks beeldflarden die een onderlinge samenhang vertoont, maar geen enkele vorm van inhoudelijke hiërarchie kent. Acteren is voor alle betrokkenen van beperkte betekenis, dialogen hadden evengoed achterwege kunnen blijven.
Ook zonder die summiere tekst was het immers wel duidelijk geweest waar het hier om draait. Jacqueline (Fem van den Elzen) en Martijn (Tygo Gernandt), 19 jaar oud, wonen nog maar kort in de grote stad. Daar groeien ze uit elkaar: hij zit het liefst te blowen, zij gaat via een mafiose drugsdealer (Hugo Metsers III) pillen verkopen op houseparties. Onder begeleiding van twee hippe vriendinnen en een hippe dj (Thom Hoffman) duikt Jacqueline in het feest- en drugscircuit en wordt ze geconfronteerd met onfrisse zaken. Sullige Martijn ontpopt zich tot heuse prins en redt zijn prinses uit haar nachtmerrie. Zodat ze de vraag waar ze naar toegaan niet langer met de filmtitel hoeft te beantwoorden, maar met een opgewekt ‘naar huis!’. Terug naar Tilburg, waar ze hopelijk wat minder lopen te wapperen met pillen, pistolen en briefjes van duizend.

Iets revolutionairs
De wanden van Kerkhofs bovenwoning in de Amsterdamse Pijp zijn bekleed met cd’s, platen en cassettes, middenin de kamer staan twee boxen van een meter hoog. Het liefst gaat hij echter naar de clubs, want daar hoor je de techno, trance, house en jungle zoals het hoort: hard. Op de talloze feesten die hij de afgelopen twee jaar bezocht deed hij onderzoek voor zijn film, niet alleen naar de muziek, maar ook naar gabbers, dealers, dj’s, portiers en party organizers. "Ik wil een fragmentopname laten zien van hoe het was in de zomer van 1996. Het is geen documentaire of overzicht van de house-beweging, maar het moet wel authentiek zijn. Voor het eerst kan de nieuwe generatie jongeren zich identificeren met een speelfilm. Dat is het belangrijkste kenmerk: hier is eindelijk een film die gewaardeerd kan worden door een generatie die niet langer is opgegroeid met literatuur als basis, maar met video en tv als primair medium."
Dat dertigers als Robert Jan Westdijk, Eddy Terstall en hijzelf zich liever bezighouden met twintigers dan met hun leeftijdsgenoten, vindt Kerkhof niet zo vreemd. "Hun generatie heeft iets revolutionairs teweeggebracht: house muziek en de omgang met technologie. Dertigers hebben dat net niet meegemaakt, zij hebben nog niet dat de computermuis een verlengstuk is van je arm, van je manier van denken." Kerkhof springt uit zijn stoel en komt terug met een video, op de computer gemaakt door twee jongens van twintig uit Groningen. "Dit is lichtjaren verder dan wat ik doe, echt fantastisch. Voor hen is het vanzelfsprekend om digitaal te werken en te denken, ik moet een enorme achterstand inhalen. De generaties volgen elkaar veel sneller op dan voorheen. Waarschijnlijk wordt de kloof tussen traditioneel geschoolde kijkers en luisteraars enerzijds en mensen die vanaf 1985 kijken en luisteren steeds groter. Halverwege de jaren tachtig is de revolutie met versnelling in technologie begonnen en voorlopig gaat dat nog wel even door."

Gebruikersfilm
In al zijn leegte, met de honger naar roes en genot als enige drijfveer, schetst Naar de klote! een weinig opwekkend beeld van de huidige adolecenten en twintigers. Kerkhof ziet echter wel degelijk liefde in zijn film en beschouwt het zoeken naar genot ook als een ambitie. "Misschien is mijn leven wel heel leeg, maar dit is mijn eigen zoektocht, een zoektocht zonder antwoorden. De wereld is niet te vatten in termen als goed of slecht, het gaat niet beter of slechter dan tien jaar geleden." Als meest persoonlijke, en moralistische, element noemt Kerkhof, van origine Zuid-Afrikaan, het portret van Nelson Mandela op de kluis van een elegante bedrijfs- en bendeleider. "Dat is van mij, de ironie dat Mandela ook criminelen inspireert, om te laten zien dat de dingen niet zo simpel zijn."
Niet alleen ouderdom — voor de personages uit Naar de klote! zijn dertigers bejaarden — vormt een handicap voor een juiste appreciatie van de film. Een pilletje slikken vooraf is geen voorwaarde, maar het helpt wel. "Ik denk dat gebruikers en niet-gebruikers heel verschillend kijken. Gebruikers zien de ironie, niet-gebruikers vatten het waarschijnlijk veel serieuzer op dan het bedoeld is. Het is een gebruikersfilm: de beelden komen voort uit een drugservaring, het is een trip." Als voorbeeld noemt Kerkhof de waas van geluid die een van de personages hoort nadat hij cocaïne heeft gesnoven en zich in het feestgewoel stort. "Als niet-gebruiker moet je maar aannemen dat dat zo is, maar je krijgt in ieder geval de visuele en auditieve ervaring van coke. Ideaal toch?" Lachend: "Everything you always wanted to know about drugs but were afraid to use."

Paar handen schudden
Toch wringt er iets. Kerkhof heeft aan deze film weliswaar "harder gewerkt dan aan al die andere films samen", hij heeft toch de nodige concessies gedaan, zo lijkt het. Naar de klote! verricht pionierswerk voor wat betreft het gebruik van video voor film en de gelijkwaardigheid van beeld en geluid, maar voor de rest is het zo plat als een duifje, de populairste ecstacypil. "De subtiliteit zit in hoe je het doet, niet in wat je doet. Het zijn hele simpele lijnen, maar voor mijn doelgroep is dit een herkenbaar verhaal." Bij de suggestie dat dat doelgroepdenken het maken van mooie films toch lelijk in de weg kan staan, reageert Kerkhof feller dan voorheen. "Dat heb ik gedaan en dat leidt tot niets, dat leidt tot Frans van de Staak-filmerij. Dan kun je een keer per jaar naar Rotterdam en daar een paar handen schudden. Ik wil dat niet, ik wil me ontwikkelen als filmmaker. Ik wil films maken die een publiek bereiken. Dan moet je bedenken wat ze willen zien, welke verhalen ze verfilmd willen zien."
"Mijn werkwijze is niet veranderd. De enige verandering is dat ik volwassener ben geworden en begrepen heb dat niemand geïnteresseerd is in nog een Ian Kerkhof-film over niks. Voor het eerst zie ik mezelf niet meer als student, maar als een professioneel filmmaker." Kenmerk van zo’n filmmaker is dat hij aan zijn publiek denkt, zeker als hij gebruik maakt van subsidiegeld, in dit geval een bedrag van acht ton op een totaal budget van 1,8 miljoen gulden. "Ik zou gek zijn om die subsidie niet te pakken, maar de Nederlandse subsidiecultuur wordt beheerst door mensen die allang niet meer naar de film gaan. Daarom deugt dat systeem niet: je bent niet verantwoordelijk voor het geld. Je moet geen miljoen kunnen krijgen voor een film die je voor jezelf maakt. Het is mogelijk om te maken wat je wilt en tegelijk aan een bepaald publiek te denken."
Als voorbeeld van deze combinatie, de essentie van Naar de klote!, noemt Kerkhof de verschillende versies die aan een testpubliek werden voorgelegd. De reacties op de eerste versie waren zeer negatief en Kerkhof was ontevreden: "absoluut de prijs voor beste experimentele film op het festival van Turkanistav, maar geen City 1." Bij een tweede voorvertoning verzamelde hij met editor JP Luijsterburg een waslijst met opmerkingen en suggesties, die stuk voor stuk op hun waarde werden bekeken. Ze hadden zoveel materiaal dat er nog dingen konden worden toegevoegd, sommige scènes bleken zo snel gesneden dat niemand het begreep. Het was nieuw voor Kerkhof om de montage aan publiek te toetsen, maar het is hem goed bevallen. Hij is tevreden met het samengaan van beide invalshoeken. "We hebben nu de hoekigheid door de snelle montage, wat ik kubisme noem, en ook het verhaal. Die combinatie heb ik niet vaak gezien: een perfecte synthese tussen experimentele en commerciële film. Ik ben blij."

Mark Duursma