Daughters of the Sun
De ketens van IS afwerpen
Jezidi-vrouwen die in 2014 door IS werden ontvoerd vertellen in Daughters of the Sun over hun aangrijpende ervaringen. Documentairemaker Reber Dosky documenteert op poëtische wijze een recente geschiedenis die in de vergetelheid dreigt te geraken.
Al jaren maakt de Koerdisch-Nederlandse filmmaker Reber Dosky (1975) documentaires in Koerdistan. Steevast zijn die bitterzoet van aard. In films als Radio Kobani (2016) en Sidik en de panter (2019) rouwen de Koerden om het uitblijven van een eigen staat, maar blijven ze hopen op vereniging van hun volk binnen één landsgrens.
Die dualiteit is ook zichtbaar in Daughters of the Sun, misschien wel Dosky’s meest zwaarmoedige en sobere film tot nu toe. Dosky toont de gemeenschap van de jezidi’s, een Koerdisch sprekende religieuze minderheid in Irak, Syrië, Iran en Turkije. Hij portretteert jonge vrouwen die in 2014 de genocide meemaakten waarbij IS-strijders naar schatting vijfduizend jezidi’s vermoordden nabij Sinjar in Noordwest-Irak. Veel van deze vrouwen werden vervolgens ontvoerd door de jihadisten.
De film opent met dromerige beelden van het uitgestrekte Koerdische landschap, waarbij een voice-over ontroerend mijmert: “Dit is een verhaal over meisjes die slechts kinderen waren; die nog geen andere geur kenden dan die van hun moeder.” De jonge vrouw die de woorden uitspreekt blijkt een van de vele jezidi’s die tot (seks)slaaf werden gemaakt. Nadat ze zijn teruggekeerd, ontfermt Oom Hussein zich over hen.
Oom Hussein is een van de helden uit Daughters of the Sun. Het is zijn levensroeping om de vrouwen terug te halen en ze weer hoop te geven. Zo laat hij ze tijdens een soort therapiesessies één voor één vertellen wat ze hebben meegemaakt. Die louterende bijeenkomsten spelen zich af in een schilderachtige donkere setting, waarin vlammen de getraumatiseerde gezichten van de vrouwen belichten. Nadat ze hun relaas hebben gedaan spreekt hij ze moed in. Hij deelt anekdotes. Zoals over goud: verandert de waarde van het edelmetaal als het even in de modder – een spreekwoordelijke tegenslag – heeft gelegen? Welnee. “Jullie zijn waardig”, zegt hij tegen de vrouwen.
Dat is belangrijk: sommige jezidi-vrouwen vreesden dat ze niet langer welkom zouden zijn in hun oude gemeenschap. Die vrees blijkt ongegrond. Dosky filmt dan ook niet alleen het leed maar ook de levensvreugde: hoe de vrouwen weer haarverf kopen, shoppen. Hoe er wordt gelachen en gedanst nu de ketens van IS zijn afgeworpen. Het is een film die rijk is aan visuele metaforen: zo plant Oom Hussein zaadjes in zijn groentetuin, net zoals hij zaadjes in de hoofden van de vrouwen plant.
Hussein weet maar al te goed, zoals een oud jezidi-gezegde luidt, dat “pas als vrouwen opstaan de zon begint op te komen”.