CURFEW
Opgesloten in de Gaza-strook
De Palestijns/Nederlandse co-produktie Curfew, aangekondigd als de eerste film uit Gaza, toont het leven van een Palestijnse familie in een vluchtelingenkamp op de grens van Israël en Egypte. Het vanaf het begin van de film geldende uitgaansverbod werpt de leden van het gezin terug op de beperkte oppervlakte van hun kleine woning en laat letterlijk tot in elk detail zien wat voor invloed deze vrijheidsbeperkende maatregel op de dagelijkse gang van zaken heeft.
Curfew is behalve de eerste film uit de Gaza-strook, ook het eerste project van Argus Filmproduktie, een aan distributeur Argus Film geliëerde "doch geheel zelfstandige stichting". Ook voor de Palestijnse partner Ayloul Filmproductions is dit de eerste lange speelfilm. Op het onlangs gehouden Internationale Filmfestival van Caïro werd Curfew bekroond met de hoofdprijs, de Gouden Pyramide. Het is een film die de wereld volgens regisseur Rashid Masharawi iets wil laten zien, dan wel laten begrijpen van het leven van vluchtelingen in de door Israël bezette gebieden. Daar zou een documentaire, het genre waar de regisseur zich eerder mee bezig hield, uitstekend geschikt voor zijn, maar het werd dit keer een speelfilm.
Een speelfilm die aan duidelijkheid vooral niets te wensen over laat. Elke handeling wordt nadrukkelijk in beeld gebracht en vervolgens, voor het geval de beelden niet voor zichzelf spreken, in de dialogen toegelicht. Door de houterige montage en het feit dat de film grotendeels in de studio is opgenomen, ben je je constant bewust van het feit dat je naar iets kijkt dat geënsceneerd en geregisseerd is. Door dit vervreemdende effect heeft de film veel weg van een registratie van Brechtiaans toneel; je blijft er vooral van een afstandje tegenaan kijken. Je hoort de regie-aanwijzingen van de regisseur bij wijze van spreken voortdurend op de achtergrond en bent je daardoor bewust van elke handeling of camerabeweging.
Voorspelbare karakters
Op een aantal schitterende buitenopnamen van de Gaza-strook na, speelt het geheel zich voornamelijk binnenshuis af, waar de tirannieke vader Abu Raji zijn tijd doorbrengt met zijn vrouw Oum Raji, zijn drie zoons Akram, Raji en Radar, dochter Amal, schoondochter Houda en een klein kind. De ontbrekende zoon studeert in Duitsland en houdt de familie per brief op de hoogte van zijn bevindingen. Deze brieven worden tot in den treure voorgelezen door zoon Radar, een nakomertje van een jaar of twaalf en pappa’s lievelingetje. Radars grote broer Akram, met wie hij een kamer deelt, is actief in een guerilla beweging. Hij geeft Radar te kennen dat hij moet kiezen tussen de gunsten van zijn vader of het vertrouwen van zijn broer. De machtsstrijd tussen de broers komt tot een hoogtepunt tijdens het gevecht om een olielamp waarbij bijna de hele boel in lichte laaie vliegt.
De rest van de evenwichtige, dus voorspelbare karakters zijn snel ingevuld. Zus Amal droomt enkel van een carrière als filmster, schoondochter Houda en mamma Oum zorgen voor het huishouden en de rest hangt een beetje rond. Ook de buren maken deel uit van het geheel en komen regelmatig door het raam binnen vallen. En steeds wanneer het net gezellig is, wordt hun leventje wreed verstoord door het uitvallen van de electriciteit, een luchtalarm, of een razzia, waarbij iedereen (op commando van de regisseur) meteen door elkaar heen begint te schreeuwen. Na een aantal ingrijpende gebeurtenissen zoals geboorte en dood, dingen des levens die zich de wet niet voor laten schrijven door een uitgaansverbod en de wat luchtigere details, waaronder de ontluikende verliefdheid van Radar voor zijn buurmeisje, eindigt de film weer zoals hij begon en is het verhaaltje rond.
EO-verhaaltje
Het is jammer dat Masharawi in zijn ijverige uitleggerigheid voorbij is gegaan aan het voorstellingsvermogen van de toeschouwer. Elke vorm van subtiliteit ontbreekt. Ja, de beginbeelden van Gaza zijn prachtig, die spreken tot de verbeelding, die zijn niet geregisseerd. Zodra het drama zich echter heeft verplaatst naar de tot huiskamer ingerichte studio, krijgt de film veel weg van een bijbelse vertelling, van het soort waar de EO doorgaans patent op heeft.
Denise van Laar