CONTRE TOI
Stockholmsyndroom

Lola Doillon doet een moedige poging om te laten zien waar de emotionele spanning tussen ontvoerder en slachtoffer toe kan leiden. Maar ondanks de inzet van actrice Kristin Scott Thomas is het lastig om er echt in te geloven.
Het Stockholmsyndroom is een voor buitenstaanders moeilijk in te voelen psychologisch fenomeen dat maakt dat slachtoffers in gijzelingssituaties sympathie voor hun ontvoerders kunnen gaan opvatten. In contre toi van Lola Doillon (dochter van filmmaker Jacques Doillon) zien we zoiets gebeuren wanneer Anne, een vrouwelijke chirurg, wordt ontvoerd door de man (Pio Marmaï) die haar verantwoordelijk houdt voor de dood van zijn vrouw.
Anne (Kristin Scott Thomas) werd vrijgesproken van medische fouten, maar stelde zich destijds nogal hooghartig op. Nu moet ze alsnog de rekening betalen. Terwijl haar collega’s denken dat ze op vakantie is, wordt ze meegesleurd en opgesloten in een geblindeerde kamer, overgeleverd aan de grillen van een ontvoerder zonder duidelijk plan. "Ik wil je pijn doen, maar ik weet niet hoe", zo vat hij zijn onmacht samen.
Zo ontwikkelt zich een claustrofobisch psychologisch drama voor twee personen, een krachtmeting die beide partijen niet alleen met elkaar confronteert maar hen ook dwingt zich emotioneel bloot te geven. Doillon heeft een soort spiegelsituatie bedacht. Niet alleen de ontvoerder, een nog betrekkelijk jonge man die je eigenlijk nauwelijks tot zo’n agressieve daad in staat acht, is eenzaam en ongelukkig. Ook de chirurge kampt met een groot gemis.
Omhelzing
Helaas lijkt Doillon stevig te worstelen met de vraag hoe het verder moet. Dat ze zich bij het schrijven inderdaad door het Stockholmsyndroom liet inspireren valt af te leiden uit het feit dat ze de ontvoerder dezelfde achternaam gaf als Frank Ochberg, de psychiater die het gedrag van gijzelingsslachtoffers heeft onderzocht. Wat Doillon laat zien is echter weinig verhelderend.
We willen best aannemen dat Anne in haar penibele situatie begrip krijgt voor de omvang van het verdriet van haar belager. Die verloor eerst zijn geliefde aan complicaties bij de bevalling en heeft daardoor ook nooit van zijn dochtertje kunnen houden.
Maar dat geweld en zelfs seksuele vernedering plotseling door Anne beantwoord kunnen worden met een omhelzing is toch iets wat ondanks alle voorwerk min of meer uit de lucht komt vallen. Je ziet het gebeuren, je snapt ongeveer waar Doillon heen wil, maar het blijft theorie.
Nog lastiger wordt het wanneer Anne na haar ontsnapping — ik verklap hiermee niets, want de film begint er mee — opnieuw toenadering tot haar ontvoerder zoekt. Goed voor de thriller die Doillon allicht ook in het achterhoofd had, maar in emotioneel opzicht leidt het tot taferelen die op zijn best curieus zijn. Zelfs met Kristin Scott Thomas (il y a longtemps que je t’aime), een van de beste actrices die je voor dit doel kunt inzetten. Dat Doillon suggereert dat Anne handelt in een tijdelijke staat van verwarring doet daar weinig aan af. Met deze moedige, maar slechts gedeeltelijk gelukte poging om greep te krijgen op menselijke gevoelens in extreme omstandigheden heeft Doillon toch te hoog gegrepen.
Leo Bankersen