Companion
Kan zelfbewustzijn dodelijk zijn?

Companion
Companion schetst een toekomst waarin liefde slechts gemakkelijk en plezierig is. Ironisch genoeg mist de film zelf de gruwelijkheid van de horrors die Drew Hancock met dit uitgangspunt probeert te onderzoeken.
Het ene moment word je verblind door de glimlach van een onbekende, het volgende moment fluister je hem lieve woorden toe. Je bent voorzichtig om zijn gevoelens niet te kwetsen, verzorgt je haar en make-up tot in de puntjes, glimlacht en bedient hem op zijn wenken. Je bent verliefd, en je zit vast.
De werkelijkheid achter dit uitgangspunt is heel wat gruwelijker dan wat Drew Hancock, scenarist en regisseur van Companion, met zijn film over de duistere kanten van liefde heeft kunnen bedenken. Zijn zelfvoldane hommage aan de feministische horror The Stepford Wives zit vol geweld en bloed, maar voelt leeg en betekenisloos.
Sophie Thatcher speelt Iris, een mooi en lief meisje dat door haar vriend Josh (Jack Quaid) wordt meegenomen naar een afgelegen villa van een miljardair. De steriele mise-en-scène en de zelfrijdende auto suggereren dat we ons in de nabije toekomst bevinden. Ze zijn naar het huis in het bos gekomen voor een weekendje weg met Josh’ vrienden. Die mogen Iris niet. Als zij vriendelijk blijft en vooral veel glimlacht, adviseert Josh, dan komt het vast goed. Maar het komt natuurlijk niet goed.
Companion zet zijn verhaal wat onbeholpen op, waarbij het onduidelijk is of de premisse nu als twist bedoeld is of niet. In de eerste tien minuten van de film worden al zoveel hints gegeven naar wat er werkelijk aan de hand is, dat het een overduidelijk geval van dramatische ironie lijkt. En toch wordt de onthulling gepresenteerd als een plotwending met gravitas. Het komt over als een onserieuze, zelfbewuste grap, maar ter voorkoming van ongewenste spoilers: wat ik nu ga bespreken, kan het kijkplezier bederven.
Want: Iris is een robot. Een machine. Een veredelde sekspop, zoals Josh haar oneerbiedig noemt. En toch: ze denkt, ze voelt. Ze heeft niet alleen bewustzijn, maar vanaf het moment dat de waarheid wordt onthuld (zowel aan de kijker als aan haar) heeft ze ook zelfbewustzijn. Dat alles staat op het punt van haar afgenomen te worden. En Iris zal moeten moorden om in leven te blijven.
Companion is pijnlijk zelfbewust, maar heeft uiteindelijk opmerkelijk weinig te zeggen over de thema’s waarmee zo nadrukkelijk wordt gespeeld. De thriller is goed geacteerd en vermakelijk, dat wel, maar iets zou zowel vermakelijk als betekenisvol moeten kunnen zijn. En als dat te veel gevraagd is, is dat misschien wel de echte sociale kritiek die in de film verborgen zit: het verlies van betekenis ten gunste van entertainment, het verlies van inhoud ten gunste van louter content. Buzzwoorden in plaats van concepten. Lege verwijzingen in plaats van uitgewerkte ideeën.
Er zit immers genoeg potentieel in het haastig geschetste uitgangspunt. Vragen over onze veranderende relatie tot AI. Het besef dat de onzichtbare arbeid die mannen (meestal) bij vrouwen leggen niet alleen huishoudelijke taken betreft, maar ook – of juíst – emotionele arbeid. Het idee van zelfbewustzijn als zelfbevrijding. Maar het komt allemaal niet van de grond. Het lijkt alsof Hancock vooral flarden van al die fascinerende ideeën heeft meegekregen en die probeert te integreren zonder ze verder uit te werken. Net als de ideale vriendin van Josh is Companion alleen maar uiterlijke schijn.