C’est ça l’amour

Groeien om samen te kunnen dansen

C’est ca l’amour (‘dit is wat liefde is’) is een intieme film over een gezin waarin alles aan het schuiven raakt. Een film over liefde en volwassen worden, maar ook over controle verliezen en die weer durven pakken.

De film zou ook ‘C’est la vie’ (‘zo is het leven’) kunnen heten, maar dat is waarschijnlijk te algemeen en het doet geen recht aan het drama dat je vooral aan het einde toe sterk voelt binnenkomen. (Bovendien was er al een recente Franse film die zo heet). Tot die tijd kabbelt het verhaal van C’est ça l’amour een beetje, maar dat is ook omdat Claire Burger in de eerste film die ze solo regisseerde (ze is bekend van haar duo-regies met Marie Amachoukeli-Barsacq, met wie
ze in 2014 Party Girl maakte) duidelijk niet van de sensatie is, maar meer het drama in het alledaagse zoekt.

Centraal staat het gezin Messina in het stadje Forbach, ergens op de Frans-Duitse grens. Vader Mario (acteur/filmmaker Bouli Lanners) schrijft zich in voor de repetities van een theater/dansvoorstelling. Hij moet iets, want zijn vrouw Armelle, moeder van de zeventienjarige Niki en de iets jongere puber Frida, is het huis uit. Om na te denken, want dingen gaan niet zoals ze gehoopt had. Voor het grootste deel van de film blijft Armelle buiten beeld, al werkt ze wel als lichttechnicus in het theater waar Mario repeteert.

De film gaat hoofdzakelijk over Mario’s onzekerheid, verdriet, onmacht om met name z’n jongere dochter bij zich te houden. Frida is niet alleen moeilijk handelbaar vanwege het vertrek van haar moeder, ze is ook bezig haar seksualiteit te ontdekken. Voor het moment trekt ze vooral naar andere vrouwen toe. Mario is bang dat ze een surrogaat voor haar moeder zoekt. Ophoepelen, zegt Frida. Naast die confrontaties zijn er ook veel intieme momenten.

Hulpeloos
In de repetities waar Mario aan deelneemt, wordt niet gedanst of gespeeld. Er wordt verteld. De deelnemers vertellen over zichzelf, de anderen herhalen dat om te bewijzen dat ze luisteren. Door wat ze delen, groeien ze naar elkaar toe en zullen ze samen kunnen dansen. Het is een grove maar niet onverdienstelijke metafoor voor het gezinsleven. Vooral aan het eind voel je de kracht ervan.

Mario heeft iets hulpeloos maar hij heeft het hart op de goeie plek. Ergens haalt hij een Duitse dichter aan, hij is vergeten wie, die schreef: ‘Onze kinderen zullen mooier en gelukkiger zijn dan wij.’ Dat is waar we naar streven inderdaad, of het zo zal uitpakken weten we niet. Dat is precies de onzekerheid van het bestaan.

Het is een onzekerheid die Mario zal moeten leren omarmen en de film laat in feite zijn groei zien naar iemand die steviger op de grond staat. In terloopse blikken en bewegingen geeft de film je nog meer – bijvoorbeeld een besef van de verstrijkende tijd als Mario naar oude kindertekeningen kijkt – maar dat zijn vrijblijvende observaties. Dat is de kracht en ergens ook de zwakte van de film: hij dringt je niets op. Terecht waarschijnlijk. Dat is ook wat liefde is: een ander met rust laten.