CARGO 200
In Rusland is alles rot
Rusland is geen commerciële wodka, maar een zelfgestookt gifmengsel.
En het begon allemaal nog zo onschuldig. Broers praten wat met elkaar op een balkonnetje, augurken, pot bier en een gedroogd visje in hun midden, eenvormige flats op de achtergrond. De een — Mikhail — is militair en heeft het over Andropov en Afghanistan, de ander — Artjom — is professor van het Atheïsme. En beiden boeren goed genoeg in de Sovjet-Unie. Daar zijn hun banen ook naar. Net genoeg te vreten. Binnen komt de dochter van de militair en haar CCCP-vriend Valera, die vanavond naar een feestje gaan. Begintitels verschijnen, er wordt nog wat gekabbeld, zo lief, zo onschuldig, alles is rustig aan het oostelijke front. Het is een beeld zoals in zoveel Sovjetfilms uit eind jaren zeventig. Alles is normaal, onze samenleving vaart wel, de mensen zijn gelukkig.
Maar al naar pakweg zeven minuten zet regisseur Alexei Balabanov het mes in deze valse romantiek, dus No more good bye, lenin! Zodra het avond wordt, toont de wereld zijn ware gezicht. Horror vacui, in de spiegel van de spiritus. De professor krijgt pech met zijn auto en vraagt in klassieke slasher style bij precies het verkeerde huis om hulp. Hij moet zitten en drinken — geen wodka, dat woord valt nergens in gruz 200 (cargo 200), maar spirit, een zelfgestookt gifmengsel waar nachtmerries uit voortkomen. Wat volgt is een nacht die alles verandert. Niet alleen voor de professor, maar ook voor CCCP-jongen Valera, die alleen naar zijn feest gaat; en daar een andere vriendin (Agnika Kuznetsova ) ontmoet, het ware lijdende voorwerp van de film, met wie hij afreist naar datzelfde noodlottige huis.
Finale
Vaak is een film van de Russische regisseur Alexei Balabanov niet te zien geweest in de Nederlandse bioscopen. Eigenlijk is alleen zijn legendarische brat hier vertoond. Dus niet het vervolg brat 2, niet voyna (war), over Tsjetsjenië, en ook niet zijn laatste film zhmurki (blind man’s bluff). Vooral dat laatste is nu jammer want zhmurki is in alles het tegenbeeld van cargo 200: een over de top jaren negentig criminele komedie, compleet met gouden tanden, flitsende trainingspakken en idiote shootouts. Het is de ideale lachspiegel voor de mensen die cargo 200 niet trekken. En dat zullen er genoeg zijn, want niet iedereen kan zich verliezen in een dergelijke nietsontziende zwartgalligheid.
Hier. Je verloofde is gearriveerd.
Waar Balabanov van het cowboykapitalisme van de jaren negentig nog een soort Mounties lach-of-ik-schiet onzin maakte, daar is ie in cargo 200 ronduit vernietigend over de eindtijd van het imperium. Niks rustig, niks nostalgie, niks gelukkige mensen van stilstand, allemaal leugens, het was, in één woord: sinister. Kijk naar de onberekenbare kop van kapitein Zhoekov (een heerlijke Alexej Poluyan) en je weet alles. En waar Balabanov zich vroeger nog wel eens wilde verliezen in videoclipachtige sequenties, waar de hoofdpersoon in een camerarijdertje werd begeleid door stampende popmuziek, daar is ie nu voor het eerst gereserveerd en gedecideerd. Hij zit er nog wel in — dat typische Balabanov shot — in een zijspan naar Leninsk; maar het grote verschil is dat het in cargo 200 nooit als opvulling aanvoelt, want alles werkt toe naar dat ene moment, een nihilistische finale, waarin compassie ver te zoeken is en Rusland zijn ware gezicht toont.
Mike Naafs