Calamity

Lak aan het keurslijf

Calamity

De twaalfjarige heldin uit deze stijlvaste tekenfilm heeft geen kerels nodig om haar recht te halen. Dat is voor veel volwassenen in dit Wild West-avontuur, winnaar van Cinekid, een hard gelag.

Martha Jane Cannary (1852-1903) werd bij leven al een legende in het Wilde Westen. Deze Calamity Jane bleek een larger than life-personage dat haar tijd ver vooruit was: ze hield zich prima staande in een ruige, patriarchale wereld. En dat spreekt tot de verbeelding. David Butlers Calamity Jane (1953), met Doris Day in de titelrol, is misschien de bekendste film die geïnspireerd werd op haar leven, maar de heldin verscheen ook in de tv-serie Deadwood (2004-6) en als stripboekpersonage in enkele verhalen van Lucky Luke. Ook de Franse animatieregisseur Rémi Chayé (Tout en haut du monde, 2015) baseerde zich voor zijn tweede film op het leven van Martha Jane. Dit serieus avontuurlijke familieverhaal komt ook anno nu nog als geroepen: je kunt niet vroeg genoeg beginnen met het leren waarderen van vrouwelijke helden die niets met burgerlijke maatstaven of verwachtingen ophebben, al is de tegenwind nog zo hard.

De twaalfjarige Martha Jane doorkruist het Wilde Westen met haar vader, jongere broertje en zusje met een huifkar in een karavaan vol burgers, op zoek naar een betere toekomst. Ook tijdens die reis liggen de rollen muurvast: de jongens lezen kaarten, beschermen tegen gevaar en rijden op de paarden; de meisjes zorgen voor de kleintjes, verzamelen hout en voedsel en dragen rokken. Daar is de eigenzinnige, fantasierijke Martha Jane het niet mee eens. Dus leert ze zichzelf paardrijden en lassowerpen en dient ze de grootste pestkop uit de groep moedig van repliek. Bovendien laat ze zich niet uit het veld slaan als ze onterecht van diefstal wordt beticht. Ze trekt de broek aan en gaat op onderzoek uit om haar onschuld te bewijzen. De moraal van het verhaal is even simpel als krachtig: je zwemt gewoon net zo hard tegen de stroom in tot iedereen accepteert wie je bent. Blijven zitten in het aangeboren keurslijf van de goegemeente is nergens voor nodig.

Deze Franse, handgetekende 2D-animatie is vooral zo fijn omdat het scenario nergens door de knieën gaat voor de jonge kijker. Vaart en grappen staan absoluut op het menu, maar er wordt goddank nergens geleund op laagdrempelige, clowneske humor. Het kleurgebruik is aangenaam aards, maar tussen bruine, groene en blauwe kleuren uit de plaatselijke natuur, vallen ook opvallend frisse tinten als mintgroen, lila en goud op in het palet. Deze openingsfilm van Cinekid won prompt de Gouden Leeuw voor Beste Kinderfilm, de belangrijkste prijs van het jeugdfestival.