BRIGHT STAR
Kuis en zinderend
bright star roept de geest en de sfeer van de liefdesgedichten van John Keats intens op. Jane Campion laat haar hoofdpersonen liefhebben in vrijheid.
De liefde is nooit zomaar de liefde. Dat is waar voor verliefden en liefzieken en filmmakers die iets over de liefde willen zeggen. En steeds willen we iets over de liefde zeggen alsof iedereen die liefheeft de eerste is ter aarde die liefheeft. Waarom toch? Het is een uitroep die je bestaan bevestigt: ik adem. Ik loop. Ik bemin. Voor bright star nam filmmaakster Jane Campion (an angel at my table, the piano) de liefde tussen de dichter John Keats (1795-1821) en zijn muze-meisje-minnares Fanny Brawne (1800-1865) als uitgangspunt. De film is nauwelijks een biopic. Er zijn feiten die kloppen en er zijn feiten die kloppen omdat ze verzonnen zijn. En er zijn brieven en gedichten, die tot de mooiste liefdesgeschriften behoren die er bestaan. Wat Campion heeft gedaan is het gevoel dat daaruit spreekt willen verfilmen.
Fanny Brawne is geloof ik al verliefd op John Keats nog voordat ze hem heeft ontmoet. Keats, armlastig en weinig succesvol, is ingetrokken bij Charles Brown in Wentworth Place, in het Londense Hampstead. Brown en Keats hebben samen door Schotland gereisd en in die tijd hebben ze het huis van de Brawne’s (moeder, drie kinderen, waarvan Fanny de oudste is) gehuurd. Tijdens hun reis heeft Fanny in de kamer geslapen die nu van Keats is, vertelt ze hem later, als ze al zo verliefd op elkaar zijn als mensen alleen maar kunnen zijn als er nog geen bekentenissen, kussen en grote woorden aan te pas zijn gekomen. Later trekken de Brawnes in de andere helft van het huis en krijgt Fanny de slaapkamer die aan die van de dichter grenst. Resoluut schuift hij zijn bed tegen de muur. ’s Nachts legt zij haar hand tegen het hout. Zo kuis en zo zinderend is bright star.
Bevrijd
Jane Campion laat express in het midden wat er precies is gebeurd tussen John Keats en Fanny Brawne. Hun relatie kreeg alle mogelijke tegenwerking: van trouwen was geen sprake, omdat Keats geen cent bezat en al zijn vrienden, aangevoerd door de jaloerse Brown, van mening waren dat Fanny de oorzaak was van zijn fragiele gezondheid. Campion focust echter op twee dingen die haars inziens belangrijker zijn. Allereerst de liefdevolle manier waarop iedereen in Fanny’s omgeving de verhouding aanziet. Er worden hoofdschuddend wenkbrauwen gefronst, natuurlijk. Maar daar gaan broertje Samuel en zusje Margaret weer mee als chaperonnes tijdens een eindeloze wandeling. Daar wordt Fanny weer getroost door moeder Brawne, toch een weduwe die om financiële redenen haar dochter maar beter snel aan de man kan brengen.
bright star geeft z’n hoofdpersonen niet alleen de vrijheid om van elkaar te houden, de film laat ook zien dat om van iemand te houden je die vrijheid in jezelf moet verwerven. Daarmee is de film modern en existentieel, en bevrijd van alle Jane Austen-sentimenten die we misschien bij het zien van al die jurken en hoeden ook nog zouden kunnen hebben.
En dan, als je eenmaal van iemand houdt, als je eenmaal bemint, verliefd bent, dan is er verder niet zoveel meer nodig dan een blik door een raam, even samen dezelfde lucht in te ademen, de ander onder dezelfde hemel te weten. Ook dat heeft Campion in haar eindeloze strelingen van beelden goed begrepen. I cried all the way to the credits.
Dana Linssen