BLAZEN TOT HONDERD

Rouwen tussen de rivieren

  • Datum 06-10-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films BLAZEN TOT HONDERD
  • Regie
    Peter van Wijk
    Te zien vanaf
    01-01-1998
    Land
    Nederland
  • Deel dit artikel

De vroegwijze Maurits (Olivier Tuinier) en de ongrijpbare Moniek (Marie Vinck) rusten uit

De afgelopen jaren was Olivier Tuinier (15) te zien in menig Nederlandse jeugdfilm, maar Blazen tot honderd is naar eigen zeggen zijn laatste. Olivier wil grafisch ontwerper worden. De debuutfilm van Peter van Wijk is helaas zijn nogal onbevredigende afscheid van de Nederlandse cinema. Hij speelt de hoofdrol in een zwaar op de hand liggende, psychologische film over rouwverwerking.

Hoe verwerkt een jongetje van twaalf jaar de dood van zijn moeder? Er zijn lichtvoetiger onderwerpen te bedenken voor een jeugdfilm. Toch heeft Peter van Wijk in Blazen tot honderd een dappere poging gedaan om greep te krijgen op dit delicate onderwerp. En Van Wijk valt in zijn debuutfilm meteen met de deur in huis. In de beginscène dwingt een vader zijn zoon, de puber Maurits (Tuinier), om naar de schuur te gaan waar diens moeder ligt opgebaard. Als Maurits haar ziet liggen, slaat hij uit woede met zijn hoofd op het glazen deksel van de kist. Er komt een flinke barst in.
Deze opening is een krachtig beeld, dat mooi uitdrukking geeft aan de onmacht bij het zien van zijn overleden moeder. Maar in de film die volgt worden Maurits’ gevoelens nauwelijks tastbaar. Nu heeft Van Wijk het zich ook niet gemakkelijk gemaakt. Rouw verwerk je in je eigen bovenkamer, en de camera heeft daar geen toegang toe. Maurits’ binnenwereld moet duidelijk worden uit zijn gedrag en de sfeer die de film oproept. En het lukt Van Wijk niet om door te dringen tot de gevoelens van de jongen en de toeschouwer er deel van te laten uitmaken.

Brandstapel
Niet dat we niet zien dat Maurits met zichzelf in de knoop zit. Hij raakt door het dolle heen als hij een dode hond in de rivier ziet liggen, en hakt er met een stok op in. Zijn vriendinnetje Moniek moet er bijna aan geloven als Maurits in haar een tweede Jeanne d’Arc ziet en hij haar daarom op een brandstapel van hooi vastbindt. Subtieler kon Van Wijk Maurits’ fascinatie voor de dood niet tonen.
Van tijd tot tijd duikt het meisje Moniek op in het rivierlandschap waar de film zich afspeelt. Samen dartelen ze door het gras, kijken naar de dieren en wisselen een voorzichtig kusje uit. Zulke momenten uit de film zijn niet onaardig. Vooral Olivier Tuinier speelt een mooie rol als de ietwat wijsneuzige jongen die haar vertelt over vogels en kikkervisjes, en haar probeert te imponeren met zijn vergrootglas.
Die Moniek (Marie Vinck) speelt een merkwaardige rol in het leven van Maurits. Ze is niet zo maar een meisje uit de buurt. Haar mysterieuze verschijning duidt erop dat zij misschien wel Van Boven gezonden is om Maurits te helpen zijn verlies te verwerken. Dat zou kunnen verklaren waarom zij toch weer naar hem terugkeert als zij na het Jeanne d’Arc-incident op hem afgeknapt lijkt te zijn. Maar haar rol als ongrijpbaar wezentje dat hem er toe zet om het graf van zijn moeder te bezoeken blijft schetsmatig. Nog zwakker komt de relatie tussen Maurits en zijn vader uit de verf. De moeizame pogingen die zijn vader onderneemt om contact te krijgen met zijn zoon, worden slechts aangestipt in onhandig gefilmde scènes.

Kikkerdril
Blazen tot honderd is een Nederlands-Vlaamse coproduktie die zich afspeelt in de weilanden tussen de grote rivieren. De natuur is daarom prominent aanwezig; ieder seizoen zorgt voor een eigen sfeer. Maurits is altijd met Moniek buiten, waar ze samen kleine expedities door het landschap maken. In de lente onderzoeken ze de kikkerdril, ’s winters gaan ze schaatsen. Het natuurschoon laat zien hoe het jaar na de dood van Maurits’ moeder verstrijkt. Maar een diepere betekenis kan er niet aan worden toegeschreven, hoewel de begeleidende informatie (‘de witheid van winter — echter dan de werkelijkheid’) dat wel suggereert.
Die tijdsspanne van vier seizoenen nekt uiteindelijk Blazen tot honderd. De lengte van de film (tachtig minuten) blijkt veel te kort om een heel jaar rouwverwerking te overspannen. Maurits staat in de stromende regen, Maurits sluit zichzelf op in de kamer: de film is volgepropt met veel te veel korte situaties die drama moeten oproepen, maar het ontberen. Hoe zeer ze ook een poging doen om de diepe gevoelens van Maurits te weerspiegelen, Blazen tot honderd blijft steken aan de oppervlakte.

Pieter Bots