Astolfo
Lome zomerkomedie komt tot de kern

Astolfo
In de vijfde zomerse komedie rond het alter ego van de Italiaanse regisseur/scenarist Gianni Di Gregorio draait het leven als vanouds om goed gezelschap en lekker eten.
Dat het zelden ergens te laat voor is in het leven, weet de Italiaanse filmmaker Gianni Di Gregorio als geen ander. Op zijn zestigste maakte de scenarist zijn regiedebuut met het in zijn eigen huis gedraaide, droogkomische Pranzo di ferragosto (2008), dat in Venetië werd uitgeroepen tot beste debuut. Sinds dat succes volgden er nog drie op dezelfde leest geschoeide komedies rond de altijd geld tekortkomende, eeuwig vrijgezelle, charmante Romeinse zestigplusser Gianni, het alter ego van scenarist/regisseur Di Gregorio, die zelf steevast de titelrol vertolkt.
Hoewel alter ego en vertolker ook in deze nieuwe film dezelfde zijn gebleven, koos Di Gregorio voor een andere naam – Astolfo – om duidelijker te onderstrepen dat het personage niet met hemzelf samenvalt. Misschien om te voorkomen dat er wordt gedacht dat hij ook in werkelijkheid verliefd zou zijn op Stefania Sandrelli, de vroegere ster uit onder meer Bertolucci’s Il conformista (1970). Die heet in Astolfo overigens ‘gewoon’ Stefania, dus of het er werkelijk toe doet? Dat Di Gregorio voor inspiratie uit zijn eigen leven put, moge duidelijk zijn. Dat het fictie betreft ook.
Dit keer wordt de zachtmoedige Astolfo dus door z’n huisbazin uit zijn Romeinse appartement gezet om plaats te maken voor haar zwangere dochter. Daarop trekt hij dan maar naar het al twintig jaar leegstaande familiehuis in een pittoresk vestingstadje. Nou ja, huis? Astolfo erfde ooit de helft ervan. Zonder elektriciteit en onderlopend bij regen. Leeg blijkt het ook al niet: gaandeweg vult het zich met goedmoedige randfiguren. De gewiekste priester en de burgemeester zien Astolfo liever gaan dan komen. Zo stapelen de mitsen en maren zich achter de komma op, tot er weinig overblijft.
Het past bij Astolfo, de weinig daadkrachtige, verarmde nazaat van een ooit machtige, adellijke voorvader (en naamgenoot), die van de ene in de andere situatie rolt in deze sociale schelmenkomedie over pensionado’s. Die meandert vanzelfsprekend voort als een lome zomerdag. Charmant als altijd, al ligt het ritme wel wat nadagelijk laag. Steeds haalt Di Gregorio vakkundig de angel uit het drama, door dat te laten oplossen in een komische noot. Zo worden alle problemen gebagatelliseerd tot alleen de kern overblijft waar het leven uiteindelijk om draait: vriendschap, liefde en lekker eten.