Andor, seizoen 2
Waarheid sneuvelt al voor de oorlog begint

Andor
Als vliegen in een onzichtbaar web verliezen de personages in het ijzersterke tweede seizoen van Andor de regie over hun leven.
Door de stakingen in Hollywood duurde het langer dan gedacht – bijna 2,5 jaar – voor het tweede seizoen van Andor uitkwam. Dat past wel bij een serie die gaat over dénken dat je de touwtjes in handen hebt, terwijl alles bij nadere beschouwing anders in elkaar blijkt te steken dan gedacht, of stomweg anders loopt omdat er zoveel krachten op de werkelijkheid inwerken dat het een oncontroleerbare warboel wordt.
Maar ach, is dat niet wat vrijheid is? Toeval, spontaniteit, imperfectie, menselijkheid. Alleen binnen een fascistische orde is falen geen optie, dient controle als masker voor angst, is ‘de’ waarheid absoluut.
De openingsscène van het tweede seizoen illustreert al dat het leven chaos is: een dynamische actiescène waarin Cassian Andor – opportunistische dief, piloot en held tegen wil en dank – een vliegtuig steelt met hulp van een monteur die voor het dictatoriale keizerrijk werkt. Of haar insubordinatie het risico wel waard is, wil ze weten. Dat is de crux: dat je dat tevoren natuurlijk nooit kúnt weten. Ook zondagskind Andor niet, die zich zorgen begint te maken of hij z’n krediet qua geluk zo langzamerhand niet heeft verspeeld. Desondanks stapt hij in een experimenteel model TIE fighter dat hij niet weet te besturen, om hortend en stotend z’n ijzeren vleugels uit te slaan, het sterrenstelsel in. Net als het eerste seizoen van deze retro-futuristische Star Wars-serie blijkt dat sterrenstelsel weer een stuk minder ver, ver weg dan voorheen.
Seizoen twee pikt de draad een jaar later op, vier jaar voor de Slag om Yavin die – na de opmaat in de aansluitende speelfilm Rogue One (2016) – zal worden uitgevochten in de eerste Star Wars (1977). Centrale planeet van dienst dit keer is Ghorman, een weelderig groen oord dat bekendstaat om zijn door robotspinnen gewoven hoogwaardige keperstof. Wat de Ghor niet weten, is dat onder hun grond het zeldzame mineraal kalkiet huist, dat het keizerrijk zich wil toe-eigenen voor de geheime ontwikkeling van haar mega-destructiewapen de Death Star. Desnoods door de complete planeet te gronde te richten. Op zoek naar een aanleiding om Ghorman binnen te kunnen vallen, wordt een lokaal conflict op de spits gedreven en een keizerlijke propagandacampagne opgetuigd, in de hoop dat verzetsstrijders op de provocatie zullen happen. Die worden wat karikaturaal neergezet als een wantrouwig zootje uitgehongerde kifters die bij gebrek aan een leider elkaar het ene moment naar het leven staan om een oneetbaar stuk buitenaardse meloen, om het volgende moment een meningsverschil uit te vechten met een intergalactisch potje steen-papier-schaar.
Ergens is het jammer dat de propaganda-plot meteen al wordt weggegeven: nu bekijken we als buitenstaanders hoe de personages worden gemanipuleerd als vliegen in een web, met aan keizerlijke zijde Partagaz en aan rebellenzijde Luthen Rael als ervaren spindoctors die nog enigszins aan de touwtjes lijken te trekken. Zonder die kennis vooraf zouden we als kijkers zelf meer het propagandawoud in zijn gevoerd. Of gebeurt dat misschien toch?
Want wie bespeelt nou wie? Er is een gearrangeerd huwelijk. Een verraden jeugdvriend. Partners die hun geliefden dreigen te verliezen door ze te willen beschermen. Hoe kun je iemand nog vertrouwen als die cruciale informatie voor je verborgen houdt, en daarmee je eigen beslissingsruimte afpakt? Bedriegers worden bedrogen en zij die ‘de’ waarheid spreken liegen tegen hun naasten. Om bestwil? Soms wel, soms spelen er andere, ‘hogere’ belangen.
Hoe dan ook: toekijken of handelen is in dit universum steeds de onmogelijke vraag. Of rebelleren zin heeft. Of de gevolgen daarvan te overzien zijn. En waarvoor je dan eigenlijk vecht. De autonome Andor – de rebel onder de rebellen – wil steeds onder die verantwoordelijkheid uit, om zijn eigen beslissingen te kunnen blijven nemen. “Ik dacht dat dat nou precies was waarvoor we vechten”, zegt Kleya, de rechterhand van verzetsleider Luthen, fijntjes. In deze cirkelredenering draait het minder om Andor, die meer dan eerder het verhaaltechnische middelpunt vormt tussen alle spelers die, ongeacht hun drijfveren, allemaal zo hun menselijke kwetsbaarheden hebben. Want als iets Andor kenmerkt, is het wel dat de serie draait om – voor Star Wars-begrippen – doordeweekse mensen. Verwacht in dit hoekje van het universum geen Wookiees, Yoda-wijsheden of Jedi met superkrachten, maar existentiële twijfel naast haperende droids. Opnieuw valt acteur Kyle Soller op met zijn gelaagde spel, als de kille bureaucraat Syril Karn met het van ambitie gloeiende hart.
Wat wél zeker is, is dat showrunner Tony Gilroy met zijn beide broers – scenarist Dan Gilroy en editor Jon Gilroy – als macrokosmische drie-eenheid hun universum bekwaam tot leven brengen. Filosofische vragen over het plegen van verzet – of flegmatiek toekijken terwijl anderen om hulp roepen – naast enerverende actie rond actuele thema’s als grondstoffenoorlog, dictatoriale leiders en genocide: dat is Andor, seizoen twee. Met in de kern de vraag wat waarheid is, of die nog betwijfeld mag worden, zoals de vrijzinnige senator Mothma in een sleutelspeech uitspreekt, en op wie of wat je kunt vertrouwen. Op jezelf toch nog wel? Daar begint en eindigt het web van twijfel. Zoals iemand die een heel leven achter zich moet laten om hals over kop te vluchten, tegen Andor zegt: “Ik weet niet of ik dit wel kan.” Zijn antwoord: “Welkom bij het verzet.”
Het tweede seizoen van Andor is vanaf 22 april 2025 te zien op Disney+ (VoD). Ook het eerste seizoen is beschikbaar.