Anak Indië en Tussen wal en schip – geruisloos Indisch
De (klein)kinderen van Indië

Anak Indië
Twee documentaires gemaakt door en over verschillende generaties nakomelingen van Nederlands-Indië zien deze maand het licht. Samen vertellen ze wat het is en betekent Indisch te zijn.
Anak Indië is de titel van de film die de Indische documentairemaker Hetty Naaijkens-Retel Helmrich maakte. ‘Anak’ is ook het eerste Maleisische woord dat wordt gesproken in Tussen wal en schip – geruisloos Indisch, de eerste lange documentaire van de jonge Indische makers Juliette Dominicus en Sven Peetoom. ‘Anak’ betekent kind en beide films geven een podium aan de (klein)kinderen van Indië, de voormalige kolonie van Nederland. Ze doen dat elk op eigen wijze en als tweedegeneratie-Indo vind ik het interessant om die verschillende benaderingen te zien en ervaren.
Hetty Naaijkens-Retel Helmrich pakt haar onderzoek naar wat het betekent om Indisch te zijn grondig en daarmee ook wat oppervlakkig aan. De twee uur durende film begint met een nagespeelde scène uit De slimste mens waarin drie niet-Indische kandidaten wordt gevraagd naar wat ze weten van Indo’s. Er wordt – heel herkenbaar – van alles geroepen wat niet klopt en vooraanstaande Indo Adriaan van Dis mag vervolgens uitleggen wat het wél betekent.
Die scène wordt gevolgd door een informatieve animatie over hoe en waarom Europese mannen in de toenmalige kolonie kinderen verwekten bij inheemse vrouwen en een nieuwe bevolkingsgroep creëerden: de Indo-Europeanen, oftewel: Indo’s. Een schier eindeloze rij bekende Indo’s (onder wie usual suspects Yvonne Keuls, wijlen Wieteke van Dort, Ricky Risolles en de nazaten van de Blue Diamonds) legt uit wat hen onderscheidt van de ‘Hollander’: eten (met stip op nummer één), muziek, gastvrijheid, bescheidenheid, veerkracht.
Verder gaat het ook over de reis naar en (in alle opzichten kille) aankomst in Nederland, verlies van cultuur en bezittingen, de Tweede Wereldoorlog en de rol van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger. Ook is er aandacht voor wat een eigen documentaire(serie) waard is: de Molukse kwestie.
Het is veel informatie die over je wordt uitgestort, waardoor de film nergens echt de diepte ingaat. Wat de ervaring van Indisch zijn precies betekent en wat de persoonlijke impact daarvan is, blijft aan de oppervlakte. Wanneer de geïnterviewden aan het einde wat meer ruimte krijgen om minder expliciet te zijn – in hun muziek en poëzie – raakt dat nog het meest.

Symbolische koffers
Dat gebeurt ook in de compactere en tegelijk veel ruimer voelende film van het duo Dominicus en Peetoom, dat eerder de prachtige korte documentaire Indisch zwijgen (2022) maakte. Net als in die film volgen ze een paar derdegeneratie-Indo’s. Elk van hen heeft een warme band met een grootouder, de laatste generatie die de fysieke overgang van de tropen naar koud Nederland meemaakte. Ze schrijven elk een brief, geboren uit een verlangen om meer te weten over dat stukje identiteit dat bij aankomst destijds tussen wal en schip raakte en decennialang onbesproken bleef – ingepakt in de symbolische koffers die in beide documentaires een rol spelen.
Dat stukje identiteit hangt samen met een diepgeworteld trauma van verlies, vernedering, schaamte en schuldgevoel, dat door de eerste generatie is weggestopt onder (misplaatste) trots op hun geruisloze assimilatie. Een van de grootouders vertelt hoe haar kinderen aardappelen te eten kregen, want ja, je moest je toch aanpassen. Een ander voelt zich aangevallen als zijn kleinzoon vraagt naar de onderdrukking van de Indonesiërs in hun eigen land: Nederland heeft dat land juist opgebouwd! En de derde wuift weg hoe ze haar moeder achterliet: dat moest nu eenmaal en we moeten flink zijn!
De kleinkinderen laten zich, waarschijnlijk anders dan hun ouders, niet met een kluitje in het riet sturen en dringen liefdevol aan op antwoorden. Het is confronterend, pijnlijk en ontroerend hoe de kleinkinderen hun grootouders met eenvoudige vragen, gesteld op plekken van betekenis, weten te bewegen tot praten, nadenken en erkennen. Je ziet de wil ontstaan om het verleden met nieuwe ogen te bekijken en de gebeurtenissen van toen te verbinden met wie ze nu zijn.
Beide films zullen goed vallen bij een Indisch publiek en bij iedereen die zich verbonden voelt met deze koloniale erfenis. De traditionele documentaire van Naaijkens-Retel Helmrich vooral vanwege de grote herkenbaarheid van alle elementen. De ingetogen, kunstzinnige film van Dominicus en Peetoom zal elke generatie in het hart raken, omdat daarin vragen worden gesteld en beantwoord die decennialang werden genegeerd. Dingen, mensen en gevoelens die ongezien en onbesproken bleven. Die, zoals in de film wordt gezegd, in de spleet tussen wal en schip zijn blijven dobberen.
Die grote stilte lijkt eindelijk doorbroken, de geruisloze assimilatie krijgt eindelijk woorden, zodat de twee miljoen kinderen van Indië die Nederland telt hun erfgoed kunnen kennen, definiëren, bewaren en doorgeven. Elk op hun eigen, waardevolle manier.