Amsterdam

Screwball-komedie aan de vooravond van het fascisme

Amsterdam

David O. Russell schiet net niet helemaal raak met de politieke klucht Amsterdam, maar zijn filmische en maatschappelijke ambitie verdienen lof.

De titel voor deze meanderende misdaadfilm, die zich grotendeels afspeelt in het New York van de jaren dertig, lijkt een schijnbeweging. Slechts een handvol scènes spelen daadwerkelijk in Amsterdam en er werd maar één shot in Nederland gedraaid: een achtergrondbeeld dat uit het raam van een in een studio gebouwd appartement te zien is.

Toch klopt Amsterdam als titel. Het is de stad waar de vriendschap tussen de drie Amerikaanse hoofdpersonen ontstaat, nadat ze elkaar op de slagvelden van de Eerste Wereldoorlog hebben ontmoet – soldaten Burt (Christian Bale) en Harold (John David Washington) en verpleegkundige Valerie (Margot Robbie). In Amsterdam likken ze hun oorlogswonden, vormen ze hun ‘onbreekbare band’ en zingen ze zich in alle vrijheid los van de verstikkende sociale regels van hun thuisland.

Zo wordt Amsterdam voor het drietal, ook nadat ze er weg zijn en elkaar soms uit het oog verliezen, een codewoord voor die vrijheid. Die titel is dus een beetje als de titel van Roman Polanski’s klassieker Chinatown (1974), die ook niet letterlijk slaat op die wijk, maar op een bepaalde mentaliteit – “Forget it Jake, it’s Chinatown.”

Terug in Amerika zijn Burt en Harold in de vroege jaren dertig getuige van een moord. Ze worden tot hoofdverdachten gebombardeerd en stuiten in hun pogingen hun naam te zuiveren op een waanzinnig complot waarvan, aldus de slagzin van de film, ‘best veel echt gebeurd is’.

Nadat de plot zich tweeënhalf uur vrolijk in allerlei bochten heeft gewrongen, draait dat in de kern om een poging tot een extreemrechtse machtsgreep in Amerika, in het kielzog van Mussolini en Hitler. Als dat eenmaal duidelijk is, onthult zich de actualiteit en daarmee het bestaansrecht van Amsterdam. Tot dat moment voelt de film zoekende – het tempo net niet zo snappy als regisseur David O. Russell lijkt te denken dat het is, de filmische ingrepen net niet zo wervelend als je zou willen.

Maar juist het feit dat de film niet toonvast is, wat als terugkerend kritiekpunt boven komt drijven uit de behoorlijk negatieve Amerikaanse recensies, is een onlosmakelijk onderdeel van wat hij wil zeggen. Amsterdam toont een wereld aan de vooravond van de immense tragedie van de Holocaust, maar onze hoofdpersonen weten dat nog niet. Zij hebben nog de keuze om optimistisch te zijn over de groeiende macht van het fascisme, of om te doen alsof er niets aan de hand is.

Ze maken elk een andere keuze en Russell wisselt tussen hun drie perspectieven. Daarin hapert af en toe wel iets. Maar als je Amsterdam daarom volledig afserveert, zoals in Amerika lijkt te zijn gebeurd, gooi je wel een enorme baby weg met een klein beetje badwater.