Alps

Verdomd vreemde vampieren

Acteurs die langskomen bij nabestaanden om de rol van de overledene te spelen, het is de normaalste zaak van de wereld in Alps van de Griekse regisseur Yorgos Lanthimos.

Zou het helpen? Iemand van wie je houdt gaat dood en om je met de rouwverwerking te helpen, komt er twee keer per week iemand langs om een paar uurtjes zijn of haar plaats in te nemen. Een acteur, ingehuurd via een bureau. Samen spelen jullie keer op keer dezelfde scènes na met de overledene erin. Scènes die je dierbaar zijn, die je emotioneren. Je hebt de acteur van tevoren de exacte tekst gegeven en allerlei achtergrondinformatie.

Zoiets is onzin, natuurlijk – natuurlijk helpt dat niet. De eerste keer dat een acteur de plaats inneemt van je overleden echtgenoot, zijn zinnen uitspreekt, op zijn manier je koffie drinkt, zul je al zien wat een slecht idee het was. Je zult de acteur de deur uitwerken – vriendelijk of boos of louter verdrietig, hoe dan ook, weg moet-ie, meteen.

Maar in Alps van de Griekse regisseur Yorgos Lanthimos vinden mensen deze vorm van dienstverlening de normaalste zaak van de wereld. Als ze ermee in aanraking komen tenminste, want het concept is niet algemeen bekend. Een groepje van vier mensen vormt een geheim genootschap dat dit soort diensten aanbiedt. Twee van de vier werken in een ziekenhuis, waar ze goed zicht hebben op aankomende klanten. Aangevuld met een gymnaste en haar coach noemen ze zich ‘De Alpen’, een opzettelijk weinig zeggende naam. Het (idiote) idee erachter: de Alpen zijn onvervangbaar, alle andere bergen zouden immers minderwaardig zijn, maar zelf kunnen de Alpen wél iedere andere berg vervangen.

En dat blijkt te kloppen. Rouwende nabestaanden ontvangen de Alpen-acteurs graag in hun leven. Dansen met hen, vrijen met hen. Doen ruzies over zonder er iets aan te veranderen, zonder het goed te maken. En worden boos als een acteur zijn tekst niet goed kent. "Niet stoppen, alsjeblieft", zegt bijvoorbeeld een van de actrices als ze de plaats van een overleden minnares inneemt, "dit is het paradijs." De man die haar ligt te beffen kijkt verstoord op. "De hemel", zegt hij geïrriteerd. "Niet stoppen, alsjeblieft", herhaalt de actrice braaf. "Dit is de hemel."

De acteurs lijken naast de rollen die ze spelen amper een eigen leven te hebben. Het is dus een vreemd soort vampirisme dat ze bedrijven. Ze acteren in feite hun leven bij elkaar, waarbij ze hun teksten steeds duidelijk uitspreken, alsof ze een toneelstuk opvoeren – en daar gaan hun rouwende tegenspelers ook weer erg onnatuurlijk van praten. Verder vergaderen de Alpen regelmatig in een gymzaal. Daar bepaalt hun besnorde leider, die zich Mont Blanc noemt, wie welke levens mag leiden. Gymcoach Matterhorn is trouwens ook nogal autoritair.

In Lanthimos’ vorige film Dogtooth (2009), Oscar-genomineerd (beste niet-Engelstalige film) en winnaar van diverse Europese filmprijzen, zat ook al zo’n allesbepalende vaderfiguur. Die dwong zijn kinderen altijd binnen de tuingrenzen te blijven door hun enge leugens te vertellen over de zogenaamd levensgevaarlijke buitenwereld – dat daar veel katten leven, bijvoorbeeld, de gevaarlijkste dieren op aarde, en dat die hen willen verscheuren. Hij leerde zijn kinderen blaffen (en gehoorzamen) als honden.

Lanthimos lijkt gefascineerd door de vraag hoe fictie de werkelijkheid kan beïnvloeden. Nou, vampierachtig, dus. Parasitair. Dat is een prachtig thema en het concept van Alps is ook geweldig, maar dat wil nog niet zeggen dat het een gemakkelijke film is. Het is een echte arthousefilm: nogal traag, donker, uit ongebruikelijke standpunten en met ongebruikelijke kadreringen gefilmd. Je zit vaak tegen het halve achterhoofd aan te kijken van de acteur die centraal staat in een scène, zonder dat duidelijk is waarom dat nou zo nodig moet. Niet alles wordt even helder verteld. Er zijn intens grappige momenten, vol ironie, maar de kijker krijgt eigenlijk geen gelegenheid om te lachen – Alps is nadrukkelijk geen komedie maar een drama, een echte Griekse tragedie. Het is een film waar je moeite voor moet doen.

Maar dan heb je ook wat. Een idee om nog lang over door te dromen en een hoofd vol vragen. Die Mont Blanc, is dat God? Zijn de Alpen al overleden? Zijn het geesten, engelen, ondoden? Praten ze daarom zo toonloos vlak, vrijwel de hele film lang? Merkt verpleegster Monte Rosa daarom op, nadat ze in zee heeft gezwommen, dat "kou een woord is dat winterzwemmers niet kennen"? En als iemand uit de groep gezet wordt, is die dan definitief dood, doder dan ondood – of is het een gevallen engel?