ALL MEN ARE MORTAL
Golven tellen tegen de verveling

Tous les hommes sont mortel heet in het Engels All men are mortal. De nieuwste film van Ate de Jong gaat over een prins die al zevenhonderd jaar eenzaam over de aarde ronddoolt. Zijn jongste geliefde is een narcistische actrice, in het Parijs van vlak na de oorlog. Zij hunkert naar zijn liefde, maar vooral ook naar zijn onsterfelijkheid.
Ate de Jong behoeft wellicht een korte historische introductie. De laatste film die De Jong in Nederland maakte, In de schaduw van de overwinning, dateert namelijk van acht jaar geleden. Zijn meest succesvolle film Brandende liefde, naar een boek van Jan Wolkers, trok in 1983 maar liefst 500.000 bezoekers. Dat waren nog eens tijden. Net als andere getalenteerde Nederlandse filmmakers en acteurs ontvluchtte De Jong echter Nederland: in 1987 vertrok hij naar Hollywood. Hij draaide daar achtereenvolgens de thriller Highway to hell (1989) en de komedie Drop dead Fred (1991). Die laatste film was, zelfs naar Amerikaanse maatstaven, nog redelijk geslaagd. De totale opbrengst bedroeg vijftig miljoen dollar. Over zijn voorlaatste film Tödliche Lüge uit 1993 hoor je weinig mensen meer praten.
De verfilming van Simone de Beauvoirs historische roman Tous les hommes sont mortel (Alle mensen zijn sterfelijk) stond al een aantal jaren bovenaan op De Jongs verlanglijstje. Met behulp van zijn oude vriend en zakenpartner Matthijs van Heijningen, die hij overhaalde om de vrijgekomen rechten te kopen, slaagde hij erin om een redelijk grote Europese — Frans/Brits/Nederlands — co-produktie van de grond te krijgen. In Amerika was zoiets waarschijnlijk nooit gelukt. In Hollywood associeert men Simone de Beauvoir waarschijnlijk eerder met een jonge Franse actrice.
Verveling
Fosca was zevenhonderd jaar geleden de vorst van de stadstaat Carmona in Italië. Op zijn sterfbed dronk hij een onsterfelijkheidselixer en sindsdien zwerft hij rusteloos van eeuw naar eeuw en van continent naar continent. Het aardse bestaan is wat hem betreft een eindeloze herhaling van steeds dezelfde gebeurtenissen. Het liefst zou hij willen sterven. De film speelt rond 1945 en Fosca ontmoet in een Frans provincieplaatsje de jonge actrice Regina. ‘Ontmoet’ is niet het juiste woord, want in eerste instantie dringt zij zich aan hem op.
Regina is pas 25 maar ze is net zo depressief als hij. Ze is weliswaar een gevierd toneelspeelster maar alles en iedereen om haar heen verveelt haar. Het eerste wat ze dan ook aan Fosca vraagt is of hij haar van haar verveling af kan helpen. Hij antwoordt dat ze nog maar zo’n vijftig jaar te leven heeft en dat die snel voorbij zijn. Mede door dit antwoord raakt Regina geboeid door de mysterieuze man die de hele dag niets anders doet dan buiten in de regen zitten. Als ze kans maakt op een rol in een film, verliest ze tijdelijk haar interesse. Fosca blijft aandringen en langzaam bloeit de ware liefde tussen beide toch nog op. Maar niet voordat hij een bewijs van zijn onsterfelijkheid heeft gegeven. Hij snijdt zijn keel door zonder vervolgens dood te bloeden.
Filosofisch
Simone de Beauvoirs roman speelt voor tachtig procent in het verleden. De film daarentegen blijft vrijwel uitsluitend in het heden, met uitzondering van enkele vage surrealistische flashbacks. Er zijn nogal wat nieuwe dialogen en scènes aan het oorspronkelijke verhaal toegevoegd, vooral over de pogingen van Regina om het lucratieve filmcontract binnen te halen. De manier waarop een fotograaf van het destijds gezaghebbende Amerikaans tijdschrift Life wordt neergezet is werkelijk te plat voor woorden. Als een slavendrijver commandeert hij tijdens een repetitie een aantal toneelspelers om een bepaalde pose aan te nemen. Het is een totaal misplaatste karikatuur van een trendy fotograaf.
De film is hoofdzakelijk een langgerekt en saai verslag van de moeizame en volstrekt ongeloofwaardige romance tussen een weinig levenslustige man en een mooie maar verwaande actrice. Wat zij in hem ziet wordt nergens echt voelbaar of duidelijk gemaakt. De dialogen zijn geforceerd en pretentieus. "Wat zullen we gaan doen?", vraagt Regina bij een van hun eerste romantische uitstapjes. "Naar de zee kijken en de golven tellen", antwoordt Fosca.
De cast is weliswaar sterk bezet met in de hoofdrollen Stephen Rea — The crying game — en Irène Jacob — La double vie de Veronique en Trois couleurs: Rouge —, maar beiden kunnen helaas geen moment overtuigen. Rea loopt een beetje rond als een lompe Engelse boer die niet weet wat voor personage hij nu eigenlijk neer moet zetten. Jacob speelt een verwend nest dat ondanks haar platte materiële ambities ook nog op zoek moet zijn naar iets hogers. De intentie die nodig is voor die laatste karaktertrek krijgt ze echter allerminst overtuigend op het doek.
De Jongs bedoeling was vermoedelijk om een tragisch liefdesverhaal met een vleugje filosofie te vertellen. Dramatische wendingen zijn er genoeg, maar het resultaat is een ondoorgrondelijke en gekunstelde film. De filosofische pretenties stranden in nietszeggende dialogen, de ontknoping is de anticlimax van het jaar.
François Stienen