After Yang
Robot als grote broer
In zijn tweede speelfilm, een zen-achtig kalme sciencefiction, toont voormalig video-essaymaker Kogonada zich opnieuw een enerverend filmfilosoof.
After Yang opent met het maken van een familieportret. Vervolgens compliceert regisseur Kogonada dat ogenschijnlijk simpele beeld, stapje voor stapje. Jongste dochter Mika is geadopteerd, ouders Jake en Kyra zijn te druk om echt aanwezig te zijn, en oudste zoon Yang blijkt helemaal geen zoon maar een robot — of ‘techno sapiens’, zoals ze in deze toekomstige wereld worden genoemd.
Dat Yang geen mens is, wordt pas duidelijk op het moment dat hij plotseling niet meer functioneert. De reactie van Jake en Kyra ligt ergens tussen de bezorgdheid voor een ziek huisdier en de frustratie over een kapotte vaatwasser. Maar Mika, voor wie Yang zowel grote broer als oppas als gids door haar Chinese afkomst is, is ontroostbaar, en dus begint Jake een wanhopige queeste naar reparatie. Die blijkt al snel vergeefs – ze kochten Yang tweedehands, de garantie is verlopen, herstel is onmogelijk. Maar Jake krijgt wel toegang tot een onvermoede bron: Yangs geheugendatabase, waarin de jongen korte flarden uit zijn leven blijkt te hebben opgeslagen. Wat wilde hij precies onthouden, en waarom?
Met die lijn rond geheugen komt Kogonada tot de kern van zijn film, waaromheen een rijke stroom aan andere thema’s vloeit — afkomst, ouderschap, rouw, aandacht. De regisseur, die ook zelf de montage van de film verzorgde, toont een strakke controle over de filmische middelen en vertelt met een ongebruikelijke, zen-achtige kalmte.
De herinneringen die Yang opsloeg, worden getoond als simpele point-of-viewshots van een paar seconden. Maar we krijgen ook Jake’s herinneringen te zien. Die zijn rommeliger: verschillende gezichtspunten vloeien door elkaar, hetzelfde zinnetje wordt op verschillende manieren uitgesproken. Zelden eerder werd de vluchtige ongrijpbaarheid van het menselijk geheugen zo scherp op film gevangen.
Kogonada begon zijn filmcarrière als maker van scherp gesneden videoanalyses rond filmmakers als Michelangelo Antonioni, Wes Anderson en Yasujirō Ozu. Voor zijn speelfilmdebuut Columbus, een film vol modernistische architectuur die in 2017 werd geselecteerd voor de IFFR Tiger Competitie, was Antonioni onmiskenbaar een voorbeeld. Voor After Yang vond hij vooral bij Ozu inspiratie. De Koreaans-Amerikaanse Kogonada verweeft die invloeden overtuigend tot een eigen stem, in films die ook inhoudelijk draaien om de vermenging van culturen.
Waar Columbus een scherp oog had voor oppervlakken, is After Yang geobsedeerd door textuur. De textuur van de koppen thee die Jake in zijn archaïsche theewinkel zet, van het haar van zijn dochter, van het gras in de tuin. Precies die textuur van het leven is Jake langzaamaan uit het oog verloren. Dankzij zijn zoektocht naar Yang komt hij die weer op het spoor.