A Short Film About Killing

Kieślowski grift beelden op je netvlies

A Short Film About Killing

Talloze filmliefhebbers haalden bij de uitreiking van de Europese Filmprijzen vorig jaar november opgelucht adem, nadat juryvoorzitter Isabelle Huppert bekend had gemaakt dat de prijs voor de beste Europese film ging naar Krzysztof Kieślowski’s A Short Film About Killing. Zijn film had op het laatste festival van Cannes absoluut de meeste indruk gemaakt, maar werd bij de jury aldaar door zijn controverses oproepende karakter gepasseerd door Pelle de Veroveraar en A World Apart.

A Short Film About Killing (Krótki film o zabijaniu), deze maand nog in de bioscopen, is het vijfde deel in een reeks van tien televisiefilms naar de Tien Geboden, waaraan de Pool Kieślowski drie jaar geleden begon. Alle delen zijn inmiddels gedraaid en twee daarvan, die ook bestemd zijn voor bioscoopvertoning, zijn tot nu toe gereed. (De andere film is het zesde deel A Short Film About Love; deze won op het laatste Poolse filmfestival alle belangrijke prijzen en is eveneens in Rotterdam te zien.)

Alle films in de reeks sluiten op een bepaalde manier aan bij één van de Tien Geboden. ‘We willen de Geboden niet illustreren en ook niet interpreteren’, schreef Kieślowski in zijn toelichting op het project. Ieder gebod geeft een thema aan, een ethische norm, waaraan de toeschouwer datgene wat Kieślowski hem aan eigentijdse verhalen voorzet kan toetsen.

Wie enigszins bekend is met het werk van Kieślowski weet dat je van hem – eufemistisch uitgedrukt – niet de meest vrolijke films kunt verwachten. Ooit begonnen als documentarist is Kieślowski in zijn speelfilms beziggebleven met de maatschappij die hem omringt. In zijn films houdt hij zijn omgeving een spiegel voor van de werkelijkheid en hij wil die willens en wetens niet mooier maken dan die is. Hypocrisie, corruptie, nepotisme, verholen fascisme bestaan en als maar weinigen weet Kieślowski dergelijke mechanismen en verschijnselen zichtbaar en voelbaar te maken aan de hand van het lot van doorgaans gewone mensen. Hoe komen ze ermee in aanraking, hoe zijn ze er tegen bestand of hoe gaan ze erin onder?

Nerveus
Op zo’n lijn zit ook A Short Film About Killing. Na de openingstitels, die geprojecteerd zijn over giftig groen-zwarte beelden van een dood ratje en een poesje dat net door kinderen is opgehangen – dit wordt geen leuke film, weet je meteen – maken we kennis met een jongen van een jaar of twintig met destructieve neigingen, die wat nerveus door de straten van Warschau zwerft. Ook zien we beelden van een vijftigjarige taxichauffeur die zijn flat verlaat, de auto oppoetst en naar zijn werk gaat. Weinig is nagelaten om hem te karakteriseren als onsympathiek. Daarnaast een jongeman bij een eindexamen of sollicitatie, die hem tenslotte zijn titel en baan als advocaat opleveren.

De jongen komt op een gegeven moment in de taxi terecht en vermoordt om onverklaarbare redenen op een nogal onhandige, maar daardoor juist zo gruwelijke manier de chauffeur. Direct wordt overgesneden naar de afsluiting van de rechtszitting waarin de jongen ter dood veroordeeld is. De jonge advocaat heeft ondanks een vurig pleidooi tegen de doodstraf, die in Polen nog steeds van kracht is, zijn eerste ‘grote’ zaak verloren en is aan diepe twijfels ten prooi gevallen. Een op het oog fatsoenlijke man controleert met een ijzeren nauwgezetheid het mechanisme van de galg en het valluikje ter voorbereiding op de voltrekking van het vonnis. De advocaat mag met de veroordeelde nog een laatste gesprek voeren, waarin pijnlijk emotioneel iets van de motieven van de jongen duidelijk worden. Enkele voorvallen uit het eerste deel krijgen hun betekenis.

Klap
Maar zelden zal een film op zijn publiek zoveel greep hebben als bij A Short Film About Killing. Vanaf de eerste minuut grift Kieślowski de beelden als het ware op je netvlies, om dan uit te komen bij de ergerlijk lang durende moordpartij.

Ten onrechte verlieten bij die scène in Cannes nogal wat mensen de zaal, want Kieślowski is niet uit op de sensatie van het doden, zoals dagelijks in talloze televisieseries en films wordt gesuggereerd. Juist daartegenover wil hij de gruwelijkheid ervan en het menselijk onvermogen zetten. Hij zet vraagtekens bij het recht om te doden, niet alleen door individuen, maar ook door de staat, die er in de praktijk al net zo onhandig mee weet om te gaan. Barstend van de nervoziteit moeten zes schreeuwende bewakers de jongen naar de galg slepen en hem de strop omleggen.

Kieślowski geeft je met zijn film een klap voor je kop, die je nog lang navoelt. En dat maak je nog maar zelden mee in de bioscoop. Dat effect bereikt Kieślowski door de kracht van zijn beelden, die in hun schijnbare terloopsheid zijn knappe wijze van observeren benadrukken; door de wijze waarop hij die beelden in de montage extra dimensies weet te geven en daarmee in het eerste deel de dreiging langzaam opvoert. Zulke kwaliteiten, gekoppeld aan zijn vermogen iets wezenlijks te vertellen over de maatschappij waarin we leven en wezenlijke vragen te stellen aan zijn publiek, maken Kieślowski tot één van de belangrijkste cineasten van dit moment en deze film één van de allerbeste, die dit jaar in de Nederlandse bioscopen te zien zal zijn.