A BRONX TALE
De gangster heet Krentencake
Robert De Niro begeeft zich in zijn regiedebuut op bekend terrein: A Bronx tale speelt zich af in het mafiamilieu. Hoewel het er alle uiterlijke kenmerken van heeft betreft het hier echter geen gewone mafiosofilm. De heldenrollen zijn onduidelijk verdeeld, morele keuzes blijven achterwege.
De eerste beelden bieden een blik op nachtelijk New York, de camera zweeft boven de zee van lichtjes. Als ze haar doel gevonden heeft zakt ze naar beneden, en belandt op het stoepje voor het huis van Calogero. ‘Just another Bronx tale’, heet het aan het einde van de film. Alsof de camera, waar zij ook zou zijn neergedaald, op een klein drama zou zijn gestuit.
Het scenario van A Bronx tale is gebaseerd op een toneelstuk van Chazz Palminteri, de acteur die zichzelf onlangs in de belangstelling speelde met zijn vertolking van de kunstzinnige gangster in Woody Allens Bullets over Broadway. Aanvankelijk was zijn stuk niet meer dan een korte monoloog. Wegens groot succes werd de monoloog uitgebreid tot een langere versie en uiteindelijk tot een filmscenario. Voor De Niro was het een ideaal project voor zijn regiedebuut met zijn op New York gerichte produktiemaatschappij Tribeca. Het verhaal speelt zich in de Italiaanse wijk van de Bronx, een omgeving die De Niro zelf goed kent.
Calogero groeit er op onder toeziend oog van zijn ouders, die hem proberen te beschermen tegen de gewelddadige en corrupte buitenwereld. Calogero wordt helaas mateloos gefascineerd door die wereld met zijn kleurrijke figuren en is niet weg te slaan bij de bar waar de plaatselijke mafia samenkomt. Vooral hun leider Sonny (Palminteri) is zijn held. Als Calogero getuige is van een door Sonny gepleegde moord, wijst hij hem niet als dader aan. Dit voorval is de basis van een jarenlange vriendschap, tot groot ongenoegen van zijn vader (De Niro). Calogero, die als soort beschermeling van Sonny steeds meer in diens milieu verzeild raakt, staat tussen twee vaderfiguren in, die hem verschillende waarden bijbrengen. Zo goed en zo kwaad als het gaat schippert hij daar tussendoor, zonder een duidelijke keuze te maken.
Doo Wop
Door de aandacht voor details en de lokatiekeuze is geprobeerd een zo authentiek mogelijk beeld te geven van de Bronx in de jaren zestig. Het lijkt echter alsof dat tijdperk niet kan ontkomen aan een zekere romantisering, misschien wel net zo min als de Bronx zelf. Dat komt voor een groot deel door de muziek, de film zit vol met oude motown hits en andere bekende deuntjes. Een wat spaarzamer of kritischer gebruik had geen kwaad gekund. Het feit dat het leven in de Bronx in het eerste deel van de film gadegeslagen wordt door een negenjarige levert ook een meer romantische dan authentieke weergave op. Jongens die fruit stelen van een getikte groenteman, dikke mannen die in cafés rondhangen en een groepje negers dat op een straathoek de Doo Wop staat te zingen. De gangsters hebben namen als de Walvis en Krentencake. Ze zijn moddervet of hebben een pokdalig gezicht.
In het eerste deel van de film lijkt het erop dat een onschuldig jongetje onder invloed van een slechterik het verkeerde pad kiest en dat het slecht met hem afloopt. Zo voorspelbaar loopt het gelukkig niet. Calogero blijft voornamelijk aan de zijlijn staan, is meer toeschouwer dan dat hij werkelijk deelneemt aan het mafiagebeuren. Daarnaast heeft Calogero nog steeds contact met zijn vader. De film wil duidelijk maken dat hij van beiden iets waardevols kan leren, dat waarden en normen niet altijd absoluut zijn. Of op z’n minst niet altijd bruikbaar. De wetten van de straat zijn niet die van school of thuis.
Wijze lessen
Het ligt voor de hand dat er in zo’n film een moment komt waarop de waarden die Sonny en zijn vader vertegenwoordigen, tegen elkaar uitgespeeld worden en dat Calogero zich tot een keuze gedwongen ziet. Maar dat moment komt niet. Het conflict waar hij mee te maken krijgt komt uit een heel andere hoek. Hij is verliefd geworden op een zwarte schoonheid, maar daar kan hij bij zijn racistische vrienden niet mee aankomen. Hij probeert zich afzijdig te houden van het geweld, maar als het er echt op aan komt durft hij niet te weigeren. Het is een halfzachte keuze waaruit blijkt dat hij zijn eigen normen nog niet gesteld heeft. Wat de wijze lessen in de praktijk waard zijn is dus nog maar de vraag.
Het verhaal wordt verteld vanuit Calogero, als hij jaren later terug kijkt op zijn jeugd in de Bronx. De voice-over die vertelt en commentaar levert is ronduit hinderlijk omdat het onnodig toelicht wat de film zelf op dat moment duidelijk genoeg maakt. De scènes worden zelf vaak al heel expliciet uitgespeeld. Veel suggestie is er niet bij en veel verbeelding is er niet nodig.
A Bronx tale maakt in de uitwerking van het thema gebruik van teveel bekende ingrediënten uit de mafia- dan wel gettofilm; de vechtpartijen, de intimidatie, het gokken, de escalerende ruzie met een andere gang, een liefde die binnen eigen kring niet geaccepteerd wordt. Het is misschien allemaal wel heel erg authentiek, voor mijn part waar gebeurd, maar het is weinig verrassend. En dat is vooral jammer omdat de film in andere opzichten een minder makkelijke weg kiest.
Petra van der Ree