13 (Tzameti)

Puntje van je stoel

13 (Tzameti)

Géla Babluani, de in Frankrijk opgegroeide zoon van de Georgische regisseur Temur Babluani, debuteert met 13(Tzameti), een inventieve thriller uitmondend in drie kwartier nagelbijtende spanning.

Sébastien is niet zo’n geluksvogel. Meteen in het openingsshot van 13 (Tzameti), Géla Babluani’s debuutfilm, wordt dit duidelijk: hij loopt te zeulen met een stel ladders (nooit onderdoor lopen!) en zijn pad kruist dat van een zwarte kat. Babluani legt er geen nadruk op, maar laat de symbolen hun werk in stilte doen, zoals alles zich in het eerste half uur van zijn thriller rustig opbouwt. Die kalmte is echter verraderlijk: het tweede deel van de film is ongekend spannend.

De ladders heeft Sébastien (gespeeld door George Babluani, de broer van de regisseur) nodig voor zijn werk als klusjesman voor morfineverslaafde crimineel Godon. Tijdens zijn werk hoort hij dat die een klassieke ‘laatste slag’ beraamt. Als Godon vervolgens sterft aan een overdosis besluit Sébastien, zonder exact te weten waaraan hij begint, Godons plaats in te nemen. Het is een slimme omdraaiing van een standaard thrillergegeven: de onschuldige, gevangen in criminele activiteiten die hem boven het hoofd stijgen (zie voor het prototype Hitchcocks North by Northwest). In 13 (Tzameti) duikt de ‘onschuldige’ met open ogen en bij vol bewustzijn in het gevaar. Maar Sébastien zal er niet met dezelfde nonchalance vanaf kunnen komen als Cary Grant.

Politieke lading
Géla Babluani houdt het in 13 (Tzameti) dicht bij huis. Behalve broer George in de hoofdrol castte hij ook zijn zus Olga, weliswaar in een kleinere rol, maar wel de enige vrouwelijke rol van betekenis in de film. Beiden acteren voor het eerst, al hadden ze (evenals hun broer) vast al ervaring op een filmset. Vader Temur (die ook een bijrolletje speelt) was in de jaren tachtig en negentig zelf regisseur in thuisland Georgië, toen nog Sovjet-republiek. In 1992 had hij met zijn laatste film Udzinarta mze (The Sun of the Wakeful) een bescheiden internationale hit. Kort daarna stuurde hij zijn kinderen naar Frankrijk om het geweld van zijn vaderland te ontvluchten. Sébastien lijkt dus, als jonge Georgische immigrant in Frankrijk, een verlengstuk van de regisseur.

Het wordt daarmee aanlokkelijk om de bruutheid van de situatie waarin Sébastien terechtkomt een politieke lading te geven. Die ligt echter meer bij de kijker dan bij de maker. Babluani is geen ‘sociaal geëngageerd’ filmmaker. Zijn thriller heeft niet expliciet iets te zeggen over de hedendaagse Franse maatschappij, zoals bijvoorbeeld Michael Haneke’s Caché dat recentelijk wel had. In 13 (Tzameti) draait het om spanning. Om het opbouwen ervan, en met name om het zo lang mogelijk vasthouden. Dit doet Babluani voortreffelijk, met contrastrijke zwart-witbeelden waarin de ogen van zijn hoofdrolspeler vaak centraal staan, en met een effectieve montage met een onmiskenbare Russische invloed.

Dat de plotafwikkeling aan het eind van de film dan wat schematisch is, doet er niet veel meer toe. De kijker heeft dan drie kwartier op het puntje van zijn stoel gezeten en kan de rust wel even gebruiken. En uiteindelijk is 13 (Tzameti) toch vooral een stijloefening, een effectief visitekaartje voor jonge hond Babluani. Naar verluidt gaat de nu 27-jarige regisseur zelf de onvermijdelijke Hollywood-remake maken.