Boris Paval Conen over Kamp Holland

'Het leger aan boord hebben scheelde enorm'

Kamp Holland

De Filmkrant interviewt de regisseurs van de Telefilms. Deze week Boris Paval Conen over zijn moderne oorlogsfilm Kamp Holland waarin de zogeheten ‘opbouwmissie’ in Uruzgan centraal staat. “Er is een ongelofelijk spanningsveld. Enerzijds is er de politiek die deze missie erdoor wilde krijgen. Anderzijds is er de praktijk van jongens en meiden in het veld, die zo een missie vervolgens naar eer en geweten moeten uitvoeren.”

Dit is na Exit (2013) en Undercover (2015) jouw derde Telefilm in vier jaar. Wat maakt het voor jou zo’n fijne vorm om in te werken? “Heel simpel: op het moment dat het script geselecteerd wordt, heb je geld om de film te draaien. Dat is een megagroot voordeel. Een ander groot voordeel is dat het een goed podium biedt voor verhalen die verteld moeten worden maar waar in de bioscoop geen plek voor is. Zowel Exit [over het verzet van uitgeprocedeerde vreemdelingen, AZ] als Kamp Holland zijn films waarbij producenten en distributeurs nauwelijks bezoekers verwachten. Maar ze behandelen wél thema’s die op dit moment heel erg leven.”

Uit jouw films blijkt wel vaker een drang naar actualiteit en engagement. “Ik voel me het beste bij verhalen aan de rand van onze maatschappij. Waarvan we allemaal weten dat ze er zijn, maar waar niemand echt van weet hoe en wat er zich afspeelt. Thema’s waarvoor ik doorgaans veel moet researchen om ze me eigen te maken. In dit onderwerp zit bijvoorbeeld een ongelofelijk spanningsveld. Enerzijds is er de politiek die deze missie in Uruzgan een ‘opbouwmissie’ noemde om hem erdoor te krijgen. Anderzijds is er de praktijk van jongens en meiden in het veld, die zo’n missie vervolgens naar eer en geweten moeten uitvoeren. Maar in hoeverre kunnen zij daar doen waar ze voor zijn opgeleid? Wat is ons idee van wat zij doen en wat is de realiteit?”

Boris Paval Conen op de set van Kamp Holland

Voor deze film werkte je intensief samen met het leger. Was het moeilijk om die band tot stand te brengen? “Ik had geluk, toen ze het script lazen reageerden ze meteen positief. Alle dilemma’s waar zij mee worstelen worden in het verhaal uit de doeken gedaan. Natuurlijk waren er ook fragmenten waar ze heel ambivalent tegenover stonden, maar ze gaven toe dat het binnen het geheel van het verhaal klopte.
“Het leger aan boord hebben scheelde enorm. Met uitzondering van drie dagen Spanje hebben we alles gefilmd op het terrein van een militaire kazerne, bij het Zeisterspoor. Vanwege ons beperkte budget vonden we de oplossing op ‘de Verzamelplaats’, de plek waar al het afgeschreven materieel staat gestald: van vrachtwagens en trucks tot koptelefoons. Omdat we op een kazerne draaiden en we ook echte militairen als figuranten hadden, was de betrokkenheid groot. De een regelde dit voor ons, de ander dat. En als ze dan kwamen kijken tijdens opnames, dan volgden vaak op de set nog correcties. Dan zei iemand: ‘Normaal zou een overhemd helemaal dichtgeknoopt zijn.’ Zulke details hebben de authenticiteit vergroot.”

Als je aan Nederlandse oorlogsfilms denkt, dan denk je vooral aan de Tweede Wereldoorlog. Wat was jouw visuele referentie voor Kamp Holland? Ging je uit van journaalbeelden? “Nee, helemaal niet. Mijn kennis was gebaseerd op Amerikaanse films. Noem de favorieten maar op, Black Hawk Down, The Hurt Locker. Laatst nog American Sniper, een wat mindere film maar wel heel mooi qua researchmateriaal. In de voorbereiding bleek toen dat Amerikanen heel anders met elkaar omgaan dan Nederlandse soldaten. Ook in het contact met de lokale bevolking. Amerikanen komen aan met spiegelende zonnebrillen, volle bepakking, stralen uit dat ze klaar voor actie zijn. Nederlandse soldaten komen binnen met ‘win the hearts and minds‘. Achter zulke dingen kom je pas na talloze gesprekken met veteranen en het leger. Daarom vond ik het ook zo belangrijk om het hijsen van een vlag en het eerste appèl van een nieuwe groep te laten zien.”

Er zit een mooie diffuse lijn in je film. Het verschil tussen goed en kwaad lijkt zich telkens te verleggen. “Ja dat boeit me enorm. Ik heb zo veel verhalen over dit onderwerp in mijn hoofd. Ik ga nu ook een Duivels dilemma [filmreeks van HUMAN over maatschappelijke vraagstukken] maken over hulpverlening aan een crisisgebied in Afrika, en hoe dat in feite conflicten faciliteert. Rebellen profiteren immers net zo goed van de hulpgoederen. Die confrontatie tussen de beoogde doelstelling en de realiteit, die je ook in Kamp Holland ziet, boeit me enorm: je hebt ergens een vooroordeel over, maar hoe dieper je kijkt hoe genuanceerder en complexer de kwestie blijkt te liggen. Als kijker raak je in verwarring. In de overvloed aan interpretaties kom je erachter dat je geen idee meer hebt wat jouw eigen mening is.”

Acteur Achmed Akkabi merkte laatst in een interview op dat er relatief veel oorlogsfilms zijn in Nederland. Volgens hem is het tijd dat ook Nederlanders met een andere afkomst hierin vertegenwoordigd worden. Speelde die dwarsdoorsnede van Nederland voor jou mee? “Ja, per definitie. Ik zou het heel raar vinden als het niet zo was. Als je naar de realiteit kijkt is het ook niet meer dan logisch, want wie gaat er het leger in? Dat zijn niet de mensen uit de grachtengordel, niet de rijke blanken met een gymnasiumdiploma. Een groot deel van de mensen die het leger in gaan, komen uit de wijken die het moeilijker hebben. In dat plaatje hoort ook grotendeels de tweede/derde generatie Turken en Marokkanen, de vierde generatie Surinamers. Dat beeld kan niet anders dan gekleurd zijn.”


Kamp Holland wordt op 22 mei om 20:25 uitgezonden op NPO3.