Nederland krijgt eigen Dogma-manifest

Thomas van der Gronde & Dennis Alink

Twee Nederlandse filmmakers lanceren op 1 oktober op het Nederlands Film Festival hun eigen Hollandse Dogma 19.

Geïnspireerd door het Filmmakerssymposium begin dit jaar in Eye, stelden regisseur Dennis Alink (1989) en cameraman Thomas van der Gronde (1990) in navolging van het Deense Dogma-manifest zes regels op waarmee ze het heft in eigen hand willen nemen.

Doel van de regels is dat filmmakers weer aan het hoofd van hun eigen creatie komen te staan, zegt Van der Gronde: “Wij zijn ervan overtuigd dat er alleen dan iets goeds kan ontstaan. We hopen hiermee in navolging van Denemarken het kleine wiel aan te zwengelen, zodat het grote wiel van frustratie in beweging komt, zoals de Deense regisseur Rumle Hammerich op het Filmmakerssymposium uitlegde. Toen die Filmmakersenquête naar buiten kwam, hadden we het daar met onze medehuurders bij Cinetol – tussen de 25 en 30 filmmakers – hele dagen over.”

De documentairemakers, in 2013 afgestudeerd aan de Filmacademie en bekend van onder meer de VPRO-documentaires Freek over Freek de Jonge (2019) en Goin’ Rectal (2018) over glamrockband Rectum Raiders, willen in eigen beheer een speelfilm gaan maken. Met minimale middelen en maximale vrijheid, “zodat het gaat om creativiteit en spontaniteit en elke vorm van mooifilmerij wordt vermeden.” Ze roepen andere filmmakers op hun voorbeeld te volgen.

Voor hun eigen speelfilmproject werken de filmmakers aan een coming-of-age over mannelijkheid: wat het betekent om vandaag de dag man te zijn – hetero, homo of bi. Ze schrijven aan een script, er is al een potentiële hoofdrolspeler benaderd en ze zijn van plan gefaseerd te gaan draaien, zodat de seizoenen voorbij komen in hun film. Alink en Van der Gronde maakten eerder de documentaires Sluizer Speaks over regisseur George Sluizer en Unknown Brood over Rock ’n Roll-icoon Herman Brood, die beiden op IDFA draaiden. Van der Gronde was ook verantwoordelijk voor het camerawerk van eindexamenfilm The Sacred Defense van Nima Mohaghegh, die de CILECT prijs (van de internationale associatie van filmacademies) voor beste fictiefilm won.


De zes regels van Dogma 19

1. Financiering moet worden toegekend na hooguit één eenmalige beoordeling.
Van der Gronde: “Zodat de film naar eigen inzicht van de filmmakers kan worden afgemaakt en er niet bij voorbaat al allerlei partijen zijn die zich over het gewenste eindresultaat uitspreken. Onze speelfilm willen we financieren via Cinecrowd, zodat we zelf de touwtjes in handen hebben.”

2. Een crew ter grootte van een documentaire filmploeg.
Van der Gronde: “Uitgangspunt is een regisseur, cameraman, geluidsman en een producer op de set. Make-up moet al een grote uitzondering zijn.”
Alink: “Uit de Filmmakersenquête blijkt dat we in Nederland ontevreden zijn over onze fictiefilms maar gelukkig met de documentairefilms. Documentaires hebben meer vrijheid. Je hebt de tijd om continu te analyseren of je inhoudelijk hebt gedraaid wat je wilde hebben om je verhaal te vertellen. Op een fictieset ben je in Nederland vooral bezig planningen te halen en tegen de klok te racen. Laten we eens kijken wat je krijgt als je de tekortkomingen van een grote fictieset weggooit en het voordeel van documentaires gebruikt. Welke vrijheid krijg je als je de crew terugbrengt tot een documentairecrew?”

3. Alles moet op lokatie worden gedraaid.
Van der Gronde: “We willen onze eerste speelfilm op een telefoon gaan draaien om elke vorm van mooifilmerij te vermijden.”
Alink: “Maar dat is onze keuze en geen vereiste voor andere Dogma 19 films.”

4. Er mogen geen uitgeschreven dialogen zijn.
Alink: “Acteurs klagen in de Filmmakersenquête over matig uitgewerkte rollen en ongeloofwaardige teksten. Bij documentaires zijn de mensen voor de camera altijd verantwoordelijk voor wat ze zeggen. Laten we dat in fictie dus ook doen.”

5. Hetzelfde moment in de tijd mag niet meer dan vier keer worden gespeeld en gedraaid.
Van der Gronde: “Als je er voor kiest een shot/tegenshot te draaien, dan kun je dat moment dus maar twee keer doen. En heb je daarna niet gevonden wat je wilde, dan werkt het dus niet en moet je een volledig nieuwe scène bedenken.”

6. Bovenstaande moet leiden tot draaiperiodes van minstens 40 dagen.
Van der Gronde: “Het is de bedoeling dat zo de ruimte ontstaat om hele scènes weg te gooien.”


De presentatie van Dogma 19 vindt plaats op de NFF conferentie (voor professionals), Van idee tot inzicht, dinsdag 1 oktober, 15.45 uur, Stadsschouwburg Utrecht.