Terence Stamp (1938-2025)
Verankerd aan de swinging sixties
Terence Stamp in The Limey
Terence Stamp begon zijn loopbaan als een icoon van de swinging sixties in Londen. Het grote publiek leerde hem kennen als een intergalactische schurk in de eerste Superman-franchise. Met zijn vertolking van een transgender vrouw in The Adventures of Priscilla, Queen of the Desert bevestigde de Engelse acteur ook op latere leeftijd zijn veelzijdigheid. Op 17 augustus is Terence Stamp overleden. Hij was 87.
“Als je twijfelt, doe dan niets.” Volgens Terence Stamp, die afgelopen weekend op 87-jarige leeftijd overleed, was dit zijn belangrijkste acteerles.
Het advies kreeg hij van Anthony Newley, een Britse acteer- en popgrootheid in de jaren 1950, en hij nam het ter harte in zijn eerste speelfilm Billy Budd (1962). In deze bewerking van een roman van Herman Melville speelt Stamp een naïeve matroos die het op een negentiende-eeuws oorlogsschip aan de stok krijgt met een sadistische officier.
Nadat de zeeman zijn plaaggeest heeft gedood wordt hij veroordeeld tot de doodstraf. “Ik kon maar niet bedenken hoe ik de berusting van Billy moest spelen”, vertelde Stamp er in een interview over. “Dus volgde ik Anthony’s advies. Ik zag die strop hangen en maakte mijn hoofd leeg. Pas tijdens het spelen realiseerde ik me dat de kalmte op mijn gezicht ook de muitende matrozen kalmeert.”
Juist door dat karakteristieke “niets doen” hebben de personages van Stamp altijd iets mysterieus. In combinatie met zijn fysieke aantrekkingskracht – mooie kop, peilloos blauwe ogen – maakte die ondoorgrondelijkheid hem geschikt voor uiteenlopende rollen. In zijn tamelijk grillige carrière speelde Stamp militairen, schurken, vaders, echtgenoten, mysterieuze vreemdelingen en nog veel meer.
Dat Terence Henry Stamp überhaupt acteur werd, stond niet in de sterren geschreven. Hij werd in 1938 als oudste van vijf kinderen geboren in het Londense buurtschap Stepney en groeide op in het volkse East End. In zijn autobiografie Stamp Album (1987) beschrijft hij een arme maar liefdevolle jeugd. Zijn zwijgzame vader Thomas werkte als stoker op sleepboten en was daardoor vaak van huis. Zijn moeder Ethel voedde de kinderen grotendeels alleen op. Zij nam hem al op jonge leeftijd mee naar de bioscoop, waar hij gegrepen werd door Gary Coopers optreden in Beau Geste (1939). Ook James Dean maakte diepe indruk in East of Eden (1955).
Toen Stamp als tiener opperde dat hij ook acteur wilde worden, maakte zijn vader hem duidelijk dat hij dat maar snel uit zijn hoofd moest zetten, omdat zulks voor hun soort mensen niet was weggelegd. Terence liet het onderwerp daarna rusten, maar gaf zijn droom niet op.

Gelukkig voor Stamp kreeg “zijn soort mensen” het tij mee in de kunsten. Mede onder invloed van de door de Angry Young Men ontketende schrijversrevolutie waren acteurs met een arbeidersachtergrond in de vroege jaren zestig ineens gewild. Een prestigieuze acteeropleiding als de Webber Douglas school of Dramatic Art was nu toegankelijk voor de working class. Al tijdens die opleiding werd Stamp gespot door Peter Ustinov, die de jongeman met zijn engelachtige trekken inhuurde voor de hoofdrol in Billy Budd, die hem prompt een Oscar-nominatie zou opleveren.
Toch was het in eerste instantie niet zijn acteerwerk dat Stamp deed uitgroeien tot een icoon van de swinging sixties. Drie jaar lang had hij een relatie met supermodel Jean Shrimpton, die gretig door de paparazzi gefotografeerd werd, met de immer scherp geklede Stamp aan haar zijde. Ook zijn romance met actrice Julie Christie sprak tot de verbeelding; de verliefde personages Terry en Julie die elkaar ontmoeten in de wereldhit ‘Waterloo Sunset’ van The Kinks zijn naar hen vernoemd. Ook de vriendschap met Michael Caine verankert Stamps imago stevig in het Londen van de jaren zestig. De acteurs speelden samen in verschillende theaterstukken en deelden ook enige tijd een appartement. Stamp droeg bij aan Caine’s acteerloopbaan, door de hoofdrol in de hitkomedie Alfie (1967) af te slaan. Eerder had hij de rol van de vlot babbelende Londenaar gespeeld in de gelijknamige theaterproductie, maar de verfilming liet hij graag over aan zijn kameraad.
In 1967 stond Stamp tegenover zijn inmiddels ex-geliefde Julie Christie in het kostuumdrama Far from the Madding Crowd. De ambitieuze Thomas Hardy-verfilming onder regie van John Schlesinger flopte in Amerika. Niet lang daarna werd Stamp gepasseerd voor de door het vertrek van Sean Connery vrijgekomen rol van James Bond, waarna hij zijn geluk ging beproeven in Italië. Onder regie van Federico Fellini speelde hij in de Edgar Allan Poe-verfilming Toby Dammit (1968) een Shakespeare-acteur die verdwaalt in een schimmig Italiaans cinema-universum. Er volgde een cultwaardig optreden als een geheimzinnige bezoeker die het bestaan van een burgerlijk gezin met sadistische berekening overhoop schopt in Pier Paolo Pasolini’s Teorema (1968).

Vervolgens stokte Stamps loopbaan. “Toen de jaren zestig eindigden was het voor mij ook afgelopen”, zei hij daarover later. “Ik zat een jaar of tien zonder werk, en dat was tragisch. Maar omdat ik verwend was door regisseurs als Ustinov, Wyler, Fellini, Pasolini en Losey had ik geen zin om dan maar cockney pratende chauffeurs te gaan spelen in rotzooifilms.”
In plaats daarvan bracht de acteur, geheel in lijn met de tijdsgeest, meerdere jaren door bij een goeroe in India. Hoezeer zijn ster in korte tijd verbleekt was, bleek wel uit het feit dat een telegram met een aanbod voor een rol gericht werd aan “Clarence” Stamp. Desalniettemin greep de in geldnood verkerende acteur deze kans graag aan. Met de campy vertolking van de buitenaardse schurk Generaal Zod in Superman (1978) en Superman II (1980) blies hij zijn loopbaan nieuw leven in. Tijdens zijn Oosterse meditatiesessies had Stamp zich verzoend met de gedachte dat hij zich beter kon richten op dragende bijrollen dan op hoofdrollen. Die keuze resulteerde in een bonte filmografie, waarin de klassieke financiële thriller Wall Street (Oliver Stone, 1987) een plaats vindt naast het vet-lollig Eddie Murphy-vehikel Bowfinger (Frank Oz, 1999).

Een onbetwiste uitschieter in Stamps latere oeuvre is de Australische road-comedy The Adventures of Priscilla, Queen of the Desert (1994). Hierin schittert hij als een door het leven geblutste transgender vrouw die in gezelschap van door Hugo Weaving en Guy Pearce gespeelde dragqueens het Australische continent doorkruist in een camper. “Ik had mijn angstbarrière nog nooit zover opgeschoven als in deze rol”, aldus Stamp. “Hierna zou ik nooit meer een film afwijzen uit angst en terugkijkend kon ik ook zien welke prachtrollen ik wel had afgeslagen uit angst.”
Allesbehalve angstig was Stamps optreden in de film die zijn imago voor eens en altijd zou bevestigen, Stephen Soderberghs The Limey (1999). In dit keiharde wrekersdrama staat de acteur lijnrecht tegenover een ander onverbiddelijk sixtiesicoon: Easy Rider’s Peter Fonda. Soderbergh zet opnames van gangster-op-leeftijd Stamp slim af tegen zijn optreden in de Ken Loach-klassieker Poor Cow (1967). Het levert een prachtige hommage op aan een acteur die verbonden is aan een specifiek tijdperk, maar toch tijdloos is.
Ook in zijn allerlaatste rol, in Edgar Wrights horrorkomedie Last Night in Soho (2021), knipoogt Stamp naar zijn Swinging London-verleden, als een mysterieuze grijsaard. Toch had het maar een haartje – om niet te zeggen paardje – gescheeld, of Stamp had die laatste film niet meer kunnen maken. In 2015, bij het draaien van historisch drama Bitter Harvest, gleed de acteur – ondanks jarenlange ruiterervaring – op ongelukkige wijze van een paard af. Het dier raakte daardoor eveneens uit balans en belandde met zijn volle gewicht op Stamps borst en middenrif, met enkele gebroken ribben als gevolg. De acteur reflecteerde op het voorval met zijn gebruikelijk gevoel voor understatement: “Ik stelde me altijd voor dat mijn laatste gedachten op een of andere manier diepgaand zouden zijn. Maar de enige gedachte die nu door mijn hoofd ging was: vooraanstaand acteur gedood door paardenkont.” Gelukkig liep het met een sisser af. Waar de acteur tien jaar later dan wel aan is overleden, of wat hij daarbij dacht, is niet bekend.