Last Night in Soho

De swinging sixties herzien

Last Night in Soho

Studente Eloise wordt teruggeslingerd naar het Londen van de swinging sixties. Wat begint als een wervelend filmsnoepje, legt uiteindelijk de onderliggende horror van toen én nu bloot.

Regisseur Edgar Wright heeft er een handje van om uitgekauwde filmclichés naar zijn hand te zetten. Neem de plaat die even blijft steken in de openingsscène van zijn nieuwste film Last Night in Soho. Tiener Eloise (Thomasin McKenzie) wervelt door haar kamer in een zelfgeknutselde sixties-jurk, dansend op het sixties-liedje dat uit haar sixties-platenspeler galmt. Dat de plaat blijft steken, lijkt gewoon een grapje, een spelletje met het ritme van de scène. Maar als je de hele film eenmaal gezien hebt, blijkt het ook thematische relevantie te hebben.

Eloise is een tiener van nu, maar het liefst had ze in het Londen van de swinging sixties geleefd. Die droom lijkt uit te komen nadat ze naar Londen verhuist om aan de mode-academie te studeren. In nachtelijke visioenen, of dromen, of misschien wel tijdreizen, wordt Eloise meegesleurd in het leven van Sandy (Anya Taylor-Joy), die in het Londen van 1965 gebrand is op succes als popzangeres.

Zo wisselt Eloise haar grijsgrauwe universiteitsdagen af met nachten in de fonkelende nachtclubs van uitgaansgebied Soho in de jaren zestig. Wright zet die wervelende, neonverlichte wereld uiterst meeslepend neer. Als Sandy in de spiegel kijkt, ziet Eloise zichzelf, een stijlmiddel dat Wright vol filmische bravoure inzet. Een dansscène vroeg in de film waarin de twee acteurs telkens naadloos van plek wisselen, hoort tot de meest imponerende momenten van dit filmjaar. Maar dat Wright in interviews ook de arthorror van Don’t Look Now (Nicolas Roeg, 1973) en Repulsion (Roman Polanski, 1965) noemt als inspiratiebronnen, toont al dat het niet zal blijven bij simpele verheerlijking van de swinging sixties.

De film is opgedragen aan de in september 2020 overleden actrice Diane Rigg, die te zien is als Eloises hospita Ms. Collins en ooit de enige Bond-girl speelde die daadwerkelijk met de spion trouwde (om prompt te worden omgebracht). Rigg speelt hier een imposante kers op de toch al rijkgevulde taart van haar carrière. Ze is niet de enige Bond-girl in Wrights cast: Margaret Nolan, die een bijrol speelde in Goldfinger maar waarschijnlijk bekender is uit de Carry On-komedies, is ook te zien. Net als Terrence Stamp en Rita Tushingham, evengoed sixties-iconen, mogen ze hier nog eens vrolijk knipogen naar hun vroegere werk.

Dat soort referenties naar de filmgeschiedenis zijn vertrouwd terrein voor Wright, maar voor het eerst krijgen die in Last Night in Soho ook een serieuze maatschappelijke ondertoon, duidelijk geïnspireerd door de #MeToo-beweging. Last Night in Soho heeft misschien zelfs wel iets dat een ‘boodschap’ genoemd kan worden, al verpakt Wright dat nog altijd in swingend filmmaken. De plaat is blijven hangen, benadrukt de film onderhuids, terwijl het hoog tijd is dat we oude patronen doorbreken.