The Adventures of Priscilla, Queen of the Desert

Op hoge hakken de woestijn in

Australische meiden in de woestijn

Een bonte verkleedpartij van twee travestieten en een transseksueel middenin de roodgekleurde woestijn van Australië onder een strak blauwe hemel; dat moet wel fleurige plaatjes opleveren. Dat is dan ook zeker een verdienste van The Adventures of Priscilla, Queen of the Sesert. Inhoudelijk heeft de film er helaas niet zo veel aan toe te voegen. Pogingen tot wat meer diepgang blijven steken in oppervlakkige clichés.

Showgirls Mitzi, Bernadette en Felicia hebben meer dan genoeg van het grotestadsleven in Sydney. Ze nemen de uitnodiging aan om een aantal shows te doen in een hotel in Alice Springs, middenin de woestijn. Een oude bus wordt Priscilla gedoopt en volgestouwd met kleren, glitter, make-up, drank, pruiken, opblaasborsten en andere onmisbare attributen. Onderweg veel jolijt, roddels en grove grappen.

Bernadette, de transseksueel, is de oudste van het stel. Ze is wat cynisch geworden door de jaren heen. Ze kleedt zich stijlvol, beweegt zich al wat strammer, is zuinig met make-up en dwingt alom respect af. Met weinig middelen wordt Terence Stamp hier getransformeerd tot een aantrekkelijke oudere dame met een fantastische stem bovendien.

De andere twee rollen kunnen zich moeilijker ontrekken aan stereotypering. Felicia is mooi en ijdel, luidruchtig, pesterig en totaal gefixeerd op uiterlijk en image. Hij maakt zich nergens zorgen over, het leven is één grote verkleedpartij. Mitzi is wat ernstiger, bedachtzamer, niet oud maar ook niet mooi. Hij lijkt nog niet helemaal vrede te hebben met zichzelf en zijn geaardheid. Dit stel in een gammele bus de woestijn in sturen is vragen om moeilijkheden; ze verdwalen en Priscilla laat het afweten.

IJskoninginnen
The Adventures of Priscilla, Queen of the Desert is de tweede film van de jonge Australische regisseur Stephan Elliott. Zijn debuut, de zwaar aangezette speelgoedthriller Frauds, belandde vorig jaar meteen in de competitie van Cannes. Priscilla werd wederom door hemzelf geschreven. Het komische effect moet van twee fronten komen: de dragqueens zelf, en de confrontatie met hun nieuwe omgeving. De kostuums die ze dragen zijn werkelijk heel mooi; ze tuigen zich op als draken, ijskoninginnen en bloemenkinderen. Het meest memorabel is wel Mitzi’s jurk gemaakt van rode plastic teenslippers en de pruik van twee kleuren opgebonden waslijn. ‘Drag is the drug!‘ is de slogan waarmee Priscilla wordt aangeprezen.

Het kost weinig moeite om je een voorstelling te maken van de reacties die deze vreemd uitgedoste vogels uitlokken in de stoffige, geïsoleerde en conservatieve dorpsgemeenschappen. Ze worden nagekeken, aangestaard, afgewezen of openlijk bedreigd. Niet door iedereen; een groepje aboriginals heeft de grootst mogelijke lol of zit met geamuseerde verbazing toe te kijken. Ook Bob de garagehouder hoort tot het onbedorven soort en vat zelfs liefde op voor de gedistingeerde Bernadette.

Uiterlijk vertoon
Ook in een musical comedy road movie mag de serieuze toon kennelijk niet ontbreken. De lolligheid wordt echter op een wat knullige manier gerelativeerd. Na een overnachting in een hotelletje blijkt Priscilla beklad met de tekst ‘Aids fuckers go home‘. Mitzi merkt dan op: “Je denkt dat je hard geworden bent, maar toch doet zoiets nog pijn.” Vervolgens wordt de bus in lavendel overgeschilderd en dat was het dan. Ook serieuze gesprekken tussen Mitzi en Bernadette overstijgen zelden het niveau van algemeenheden die door willekeurig welke transseksueel of homoseksueel uitgesproken hadden kunnen worden. Zo komen we te weten dat Bernadette na haar operatie nooit meer contact met haar ouders heeft gehad, maar ook niet meer dan dat.

Hoe zijn ze toch ‘zo’ geworden? Felicia moest vroeger spelletjes spelen met oom in bad, en Bernadette verruilde de cementwagen onder de kerstboom stiekem voor de pop van haar zusje. Ik heb echt gehoopt dat dit ironie was, maar er is weinig dat in die richting wijst. De toenadering tussen Mitzi en zijn zoontje verwerpen elke gedachte aan ironie. Mitzi maakt zich zorgen; wat moet hij de jongen vertellen, hoe moet hij zich vertonen. De jongen weet echter alles al, verbaast zich nergens meer over en is reuze trots op zijn nieuwe vader. De zoetige manier waarop deze onschuld in beeld is gebracht geeft een wat kleffe draai aan het verhaal en kan onmogelijk ironisch bedoeld zijn.

Priscilla is bij tijd en wijlen werkelijk wel grappig. Het ziet er mooi uit, de personages zijn onderhoudend, de muziek is goed gekozen: een zorgvuldig op cult geselecteerde soundtrack met Abba, The Village People, Gloria Gaynor. De film blijft echter steken in uiterlijk vertoon. De avonturen die beleefd worden verdienen die naam nauwelijks. De gebeurtenissen zijn er voornamelijk op gericht om de showgirls met de plaatselijke bevolking in contact te brengen, want van die confrontaties moet de film het hebben. Tjonge’jonge, wat zijn travestieten toch een rare mensen.