Claudia Cardinale (1938-2025)

Muze voor velen

Claudia Cardinale in 8½

Claudia Cardinale werd in de jaren zestig en zeventig wereldberoemd voor de lens van mannelijke makers. Ze groeide uit tot iconische muze en een van de bekendste na-oorlogse, Europese, glamoureuze sterren. Op 23 september 2025 overleed de actrice op 87-jarige leeftijd.

Decennialang werd Claudia Cardinale gezien als een van de verleidelijkste vrouwen ter wereld. Een schoonheid, een seksueel wezen met een ‘voluptueus’ zandloperfiguur en een mini-taille – muze van velen. En ze wás ook een schoonheid. Met haar steevast met kohlpotlood aangezette ogen, haar aanstekelijke lach, kaarsrechte rug, haar elegantie en die karakteristiek hese stem.

Cardinale was een klassieke schoonheid op kitten heels, een jonge vrouw waarop elke camera(man) verliefd werd. Ze was te zien in films van grootheden als Luchino Visconti, Federico Fellini, Sergio Leone en Werner Herzog en deelde het scherm met sterren als John Wayne, Burt Lancaster, Marcello Mastroianni, Alain Delon, Jean-Paul Belmondo, Klaus Kinski en Brigitte Bardot.

Cardinale bleef ruim zes decennia werken, tot aan haar laatste rol in 2022, in The Island of Forgiveness van Ridha Behi. In totaal heeft ze bijna honderdvijftig films, televisieseries, theaterrollen en optredens in documentaires op haar naam. En dat voor een vrouw die nimmer een leven in de spotlights ambieerde.

Hoge prijs
Claude Joséphine Rose (Claudia) Cardinale werd op 15 april 1938 geboren in Tunesië, in een Siciliaans gezin. Thuis werd er in Siciliaans dialect gesproken, buitenshuis Frans en Arabisch. Al vroeg wist Cardinale, die het goed deed op school, dat ze voor de klas wilde staan. Het lot bepaalde anders.

Ze werd in 1957 bekroond tot Miss Italy of Tunis, een competitie waar ze zich niet eens voor had ingeschreven. Haar moeder had haar min of meer op het toneel geschoven. De prijs? Een sjerp en een bezoekje aan het filmfestival in Venetië. Daar stonden fotografen, filmmakers en producenten prompt voor haar in de rij. Ze weigerde echter ieder aanbod en keerde terug naar huis. Ze speelde weliswaar in enkele kleine films die haar lokale bekendheid opleverden, maar ze was nog altijd niet van plan om de acteerwereld in te gaan.

Een persoonlijk drama gaf haar leven een onverwachte wending. Toen ze op haar zeventiende zwanger raakte na een verkrachting en ze het kind besloot te houden, was het zaak om geld te verdienen en zelfstandig te worden. Haar vader moedigde haar aan om het acteren toch een kans te geven. Ze ging uiteindelijk overstag voor het aanbod van de Italiaanse filmproducent Franco Cristaldi. Deze ging niet alleen haar zaken regelen, maar werd ook haar echtgenoot. Toen haar zwangerschap begon te tonen, zorgde Cristaldi dat ze in het geheim in Engeland kon bevallen. De smoes dat de jonge ster aan haar Engels zou werken en daarom even van de radar verdween, werkte jarenlang prima. Cardinale’s zoon groeide in zijn eerste zeven jaar op bij de familie als haar ‘broertje’. Pas toen een Franse journalist de waarheid achterhaalde, kwam Cardinale – niet van harte uiteraard – met het echte, schrijnende verhaal.

Hoewel Cristaldi voor stabiliteit en een florerende carrière zorgde, was de prijs daarvoor hoog. Hij bepaalde veel in haar leven: van de lengte van Cardinale’s haar tot haar gewicht. In haar eentje erop uit gaan was er niet bij. Ook betaalde hij haar een klein salaris per maand, niet het – ongetwijfeld hogere – bedrag dat ze per film verdiende. Maar hoewel het niet makkelijk moet zijn geweest – ze scheidde van hem in 1975 – heeft ze nooit in keiharde woorden over hem gesproken. In Italy Magazine zei ze in 2012 over de periode na de breuk: “Ik voelde me eindelijk vrij om los te breken van het stereotype van de jonge actrice die gedomineerd werd door een producer die haar carrière dicteerde. Vanaf toen was het mogelijk om op gelijke voet met anderen te werken.”

Aantrekkelijke contracten
Met Cristaldi aan de knoppen was Cardinale’s carrière echter wel succesvol, iets waar ze hem ook dankbaar voor bleef. Aanvankelijk verscheen ze in diverse Italiaanse producties, van Luchino Visconti’s Rocco e i suoi fratelli (1960) tot Mauro Bolognini’s films Il bell’Antonio (1960), naast Marcello Mastroianni in La viaccia (1961), naast Jean-Paul Belmondo in Senilità (1962). Haar ster was rijzende binnen landsgrenzen, maar internationaal streefde ze generatiegenoten als Sophia Loren en Gina Lollobrigida nog niet voorbij. Noch haar Franse evenknie Brigitte Bardot. En toen sloeg de bom in: ze werd gelijktijdig gecast in Visconti’s Il gattopardo (1963) en Fellini’s (1963).

Il gattopardo

Nog jaren later kon Cardinale in interviews smakelijk vertellen over de opnameperiode van beide filmklassiekers, die toevallig gelijktijdig plaatsvonden. Ze herinnerde zich levendig hoe Visconti zijn kostuumdrama aanvloog als een strak geregisseerde theaterproductie, met vastomlijnde regie-aanwijzingen en stilte op de set. Tegelijkertijd ervoer ze Fellini’s productie als een ‘circusvoorstelling’, met improvisatie, lawaai en gekakel alom. Dat was, stelde ze, de enige manier waarop Fellini, die ze als vriend beschouwde, creatief kon werken. Hij zag Cardinale als zijn muze. Ze verscheen dan ook als een versie van zichzelf, als inspiratiebron van hoofdpersoon Mastroianni, die zich als filmmaker het hoofd op hol liet jagen door haar mysterieuze verschijning – was ze echt, of een droom?

Opmerkelijk genoeg werd er in die jaren één aspect van Cardinale minder aantrekkelijk gevonden: haar ietwat schorre stem. Zodoende werd ze de eerste jaren van haar carrière stelselmatig gedubd. Ook omdat ze het Italiaans nog niet helemaal onder de knie had en men haar accent te sterk vond. Het was Fellini die juist wél voor haar raspstem viel en Cardinale haar eigen dialogen in liet spreken.

Inmiddels hadden ook de studiobazen uit Hollywood hun oog laten vallen op succesvolle Europese jonge sterren. Men stond te wapperen met financieel aantrekkelijke contracten die acteurs jarenlang aan één studio verbonden. Cardinale bleef dergelijke deals weigeren, wie weet in samenspraak met manager en echtgenoot Cristaldi. Ze koos haar Amerikaanse films per project. Denk aan The Pink Panther (1963), waarmee ze ook bij een mainstream publiek bekend werd. Later volgden de western The Professionals (1966), die zij als een van haar betere Amerikaanse producties beschouwde, en natuurlijk Sergio Leone’s klassieker Once Upon a Time in the West (1968), waarin ze de enige belangrijke vrouwenrol speelde.

Zwarte kohl
Terwijl haar roem een hoogtepunt bereikte, besloot ze terug te keren naar Europa, om vanuit standplaats Frankrijk te werken. Ze moest er financieel gezien een stap voor terugdoen, maar dat was het haar waard. Tientallen films uit co-productielanden waaronder Italië, Frankrijk, Rusland, Zwitserland, Engeland en Spanje volgden, waarvan velen ongetwijfeld in de vergetelheid zullen raken. Al blijft de western Les pétroleuses (1971) wél hangen, vanwege de onbedoeld hilarische catfight tussen Brigitte ‘BB’ Bardot en Claudia ‘ CC’ Cardinale. De dames stuntelen in hun westernkostuums, rollen onhandig over elkaar heen in het droge zand, raken elkaar zogenaamd – maar heel duidelijk níet – met hun vuisten.

Fitzcarraldo

Na deze productie gooide BB er overigens het bijltje bij neer. Niet Cardinale, die vrouwmoedig door bleef werken en later wel weer hoge ogen gooide met haar belangrijke rol in Werner Herzogs Fitzcarraldo (1982), naast het het extreem lastige fenomeen Klaus Kinski. Op de krankzinnige opnameperiode in de Peruaanse jungle keek Cardinale met veel plezier terug. Een ‘avontuur’, noemde ze het meermaals. En bang voor Kinski? Die was bang voor háár, zo beweerde ze. De ouder wordende Cardinale speelde in talloze producties, zonder ooit iets aan haar uiterlijk te veranderen. Géén facelift, geen fillers, geen botox, geen nieuw gebit. Ze verscheen in het openbaar weliswaar steeds vaker met een licht getinte zonnebril op de neus, maar haar ogen bleven te zien. En waren onveranderd aangezet met zwarte kohl.

Haar levenswerk werd veelvuldig bekroond, onder meer met diverse oeuvreprijzen, waaronder de Gouden Leeuw in Venetië (1993), de ere-Gouden Beer in Berlijn (2002) en een Luipaard in Locarno (2011). En dat was niet alles. Waar zij als jonge vrouw en opkomend actrice kampte met verschillende vormen van onderdrukking in een tijd en een industrie waarin de man de scepter zwaaide, brak ze later veelvuldig een lans voor vrouwenrechten. Het leverde haar in 2000 de Unesco-titel Goodwill Ambassador op.

In 2011, ze was nog altijd volop aan het werk, blikte ze in een interview met The Guardian terug op een leven lang werken in de filmwereld: “Toen ik jong was wilde ik overal heen en iedereen zijn. En met dit werk is dat gelukt. Ik was blond, ik was brunette, ik was een prinses, ik was een hoer. Ik was alles. Je bent niet jezelf voor de camera. Je kunt meerdere levens leiden in plaats van één.”