Fitzcarraldo
Werner Herzogs droom

Fitzcarraldo
Jaren geleden, nog voordat hij Jeder für sich und Gott gegen Alle maakte, stuitte Werner Herzog tijdens een speurtocht naar locaties voor deze film in Engeland bij Carnac op een enorm veld met gigantische rotsblokken, die daar vele duizenden jaren geleden door de toenmalige bewoners waren neergezet. Hij kon zijn ogen niet geloven en was gefascineerd door het feit dat deze mensen met hun primitieve gereedschappen erin geslaagd waren zoiets tot stand te brengen. Twee dagen dacht hij erover na en vond een eigen oplossing voor dit raadsel.
Nog weer iets voor deze vondst van Herzog spoorde een vriend hem na de opnamen voor Aguirre, der Zorn Gottes aan, terug te keren naar Peru. En hij vertelde Herzog iets over een rubberbaron, die met een privé-legertje van vijfduizend man een gebied ter grote van België beheerste in de jungle van de Amazone. Ooit zou de man een schip gedemonteerd hebben, de onderdelen over een berg gesleept, daar weer in elkaar gezet en in een andere rivier geëxploiteerd.
Deze twee gegevens — het verslepen van enorme stenen en het over land verslepen van een schip naar een andere rivier — vormden voor Herzog het uitgangspunt voor zijn film Fitzcarraldo. Wat hij echter nog zocht was een motief, een droom en die vond hij in de opera.
Fitzcarraldo, een Europese avonturier in de Amazone-jungle, wil de Europese cultuur in Zuid-Amerika tot bloei brengen. Het beste van het beste moet er te zien zijn en hij zal een operagebouw bouwen, dat geopend zal worden door Enrico Caruso en Sarah Bernhardt; een ode aan Giuseppe Verdi. Om het geld voor het realiseren van zijn droom bijeen te krijgen, wil hij een tot dan toe onbegaanbaar gebied met rubberbomen gaan exploiteren. Om dit product te verschepen, is het noodzakelijk een schip in een rivier te brengen, waarvan de bovenloop onbevaarbaar is. Eén mogelijkheid rest hem: met het schip een parallel lopende rivier opvaren en op het punt waar de twee rivieren elkaar het dichtst naderen, een bergtop, het schip over land verplaatsen. Fitzcarraldo heeft een droom en dat is zijn kracht, die nog net geen bergen verzet, maar er wel schepen overheen laat lopen.
De productie van deze film, waaraan Herzog ongeveer vier jaar werkte, is vrijwel een kopie van hetgeen Herzog wilde maken. Vlak voor de start van de opnamen in Ecuador, werd het werken Herzog daar onmogelijk gemaakt. Het hele kampement werd weer afgebroken en nieuwe locaties moesten worden gevonden. Herzog vond die in Peru en Brazilië. Maar toen vielen zowel hoofdrolspelers Jason Robbards als Mick Jagger weg, waar Herzog achteraf niet zoveel spijt van had, want hij vond de enige echte Fitzcarraldo in de persoon van Klaus Kinski, die hem al jaren daarvoor had gezegd de enige te zijn die deze rol op zich zou kunnen nemen.
Jungle-ervaring hadden Kinski en Herzog in 1972 al opgedaan, toen ze in Peru Aguirre, der Zorn Gottes draaiden, een film die eveneens handelt over een vaartocht door de geheimzinnige oerwouden van de Amazone, maar die achteraf gezien in directe beelden spektaculairder is dan Fitzcarraldo.
Fitzcarraldo is de registratie van het realiseren van een jongensdroom, zonder werkelijk dramatische hoogtepunten, zoals in Aguirre. Veel meer laat Herzog met zijn nieuwe film de toeschouwer ruimte voor gevoel en fantasie. “Aan het slot van de film moet je je lichter voelen, alsof je gewichtloos bent en uit het theater wordt gedragen door de muziek, als een veertje in de wind”, aldus Herzog in een gesprek met Laurens Straub.