Roland Emmerich en Dean Devil over Godzilla
Sportwedstrijd
Eerder dit jaar bezochten de regisseur Roland Emmerich en zijn vaste producent Dean Devlin Amsterdam, waar ze op een beurs voor Europese bioscoopexploitanten wegens het vullen der kassa’s met Independence Day gefêteerd werden. Tijd om de pers te woord te staan over hun nieuwe film Godzilla hadden ze ook.
Ze bleken daarbij niet te beroerd om in te gaan op de in de Verenigde Staten hoog opgelaaide discussie over hun commerciële aanpak, de agressieve reclamecampagne en de niet ingeloste verwachtingen. Emmerich werd daarbij af en toe tot de orde geroepen door een legertje vertegenwoordigers van de Sony-studio, die de discussie niet naar Europa willen exporteren, terwijl Devlin in een afzonderlijk solo-onderhoud zonder problemen de aanval op hun critici opende.
Op de vraag hoe ze het ervaren om na een openingsrecette van 74 miljoen dollar toch tot verliezers bestempeld te worden krijgt de Amerikaanse filmpers er flink van langs. Devlin: “Het is waanzin, we staan bijna aan de top, hebben voor 750 miljoen dollar aan speelgoedlicenties verkocht en her en der de openingsrecette van Titanic verslagen. We zijn slachtoffer geworden van ons succes met Independence Day. Sommige journalisten hebben er een sportwedstrijd van gemaakt, waarbij alleen het verbreken van records nog telt. Dat is belachelijk. Het is onze taak films te maken die voor de investeerders winst opleveren, niet om records te breken. Wij hebben een monsterfilm naar klassiek model gemaakt, waarin de held en de booswicht hetzelfde personage zijn. Als je daar voor kiest weet je dat niet iedereen zal komen kijken. Wij en de studio zijn dik tevreden, want de film heeft meer opgeleverd dan alle Japanse Godzilla-films samen en de studio heeft al honderd miljoen winst gemaakt. Als journalisten teleurgesteld zijn moeten ze er op rekenen dat ze dat in de toekomst vaker zullen zijn, zoiets als Independence Day gebeurt maar één keer.”
Emmerich: “Natuurlijk roept iedereen bij je volgende film dat de opbrengst teleurstellend is, dat zag ik van tevoren al aankomen. Maar ik bevind me wel voorgoed onder een handjevol regisseurs dat op de Amerikaanse markt meer dan 150 miljoen binnenhaalde, en daar kan ik trots op zijn. Mijn vader zei: ‘Steven Spielberg deed er na E.T. bijna vijftien jaar over voor hij met Jurassic Park zijn eigen record brak, had hij na dat eerste succes soms moet ophouden met filmen?’ Het was goed dat hij me daar op wees, want zo liggen de zaken inderdaad.”
Schouderklopjes
Wanneer de verkoop van speelgoedlicenties doorslaggevend wordt voor het behalen van commercieel succes, rijst de vraag of Godzilla niet gewoon een lange reclamefilm is, onderdeel van de omvangrijke reclamecampagne die niet de film maar het product Godzilla aan de man moet brengen. Devlin: “Godzilla heet Godzilla, omdat er 22 films vóór kwamen die zo heten, min of meer dezelfde inhoud hadden en allemaal gekoppeld werden aan de verkoop van speelgoed. We hebben de essentie van het concept niet onder stoelen of banken gestoken, we hebben een Godzilla-film gemaakt. Een die volgens mij beter, groter en wilder is en volledig aansluit bij het hedendaagse verwachtingspatroon, maar uiteindelijk blijft het een Godzilla-film. Luister: Independence Day is een film die wereldwijd achthonderd miljoen dollar opleverde, voor Titanic was het de op een na meest succesvolle film aller tijden. Het speelgoed verkocht voor geen meter. Dat dat nu wel zo is komt doordat het beter speelgoed is en de film zich er beter voor leent, hij richt zich meer op kinderen. Is dat verkeerd? Ik denk het niet, net zomin als het verkeerd is dat Jurassic Park zo veel speelgoed verkocht, dat doet geen enkele afbreuk aan de kwaliteiten van de film. Is E.T. niet de beste film aller tijden omdat het speelgoed toevallig goed verkocht? Natuurlijk niet. Speelgoed kan een exploitatie van een film zijn, of een voortzetting ervan. In het eerste geval komt dat altijd doordat de filmmakers er niets mee te maken willen hebben. Wij hebben ons intensief met het speelgoed bemoeid, ervoor gezorgd dat het er precies zo als de film uitziet, en daar ben ik trots op.”
Emmerich windt zich vooral op over de kritiek op de campagne: “Er is toch niets mis met een geniale marketing-campagne? Sony heeft een geweldige prestatie geleverd, dat is toch niet verkeerd? En waarom krijgen alleen wij de wind van voren, terwijl Armageddon en The X-Files net zo’n omvangrijke campagne hebben? Het is de taak van de filmpers om genrefilms in een historisch kader te plaatsen, niet om campagnes te beoordelen. En vergeleken met eerdere monsterfilms valt er op onze prestatie niets af te dingen. Wij hebben een voor de goegemeente belachelijk genre onder handen genomen en de zalen lopen vol. Maar dat wordt niet geconstateerd. Ik ben niet uit op schouderklopjes, maar zou het aardig vinden als men de realiteit onder ogen zag. Het is zo gemakkelijk om genrefilms en spektakelfilms belachelijk te maken, om er op neer te kijken. Maar ja, je bent natuurlijk snel uitgeschreven als je stelt dat het een geweldige rit is, en dus moet er gezeurd worden over aspecten die helemaal niet ter zake doen.”
Hamburger
Emmerich en Devlin maken zich kwaad wanneer ze als calculerende zakenmannen worden afgeschilderd. De regisseur maakt films “uit liefde voor het medium”, de producent zou graag zien dat er met twee maten gemeten wordt. Devlin: “Er is een groot verschil tussen een ‘movie’ en een ‘film’, er gelden andere criteria. Als je een ‘film’ maakt moet je zorgen dat je een verdomd goed doordachte opinie overbrengt, dat je echt wat te melden hebt, want je mikt op hogere doelen. Als je een ‘movie’ maakt is het je taak mensen te vermaken, dat ze lachen, in spanning zitten of een kick krijgen. Is een hamburger voedsel of handel? Ik denk dat het voedsel is. Het is geen steak, maar het is heerlijk als je trek hebt in een hamburger. Ons doel is een heerlijke hamburger te serveren. Wij schamen ons niet voor onze passie voor genrefilms, wij voelen ons niet verheven boven de materie, we zijn niet cynisch over ons werk. We gaan net zo gepassioneerd te werk als Scorsese; we doen een ander ding, maar met dezelfde overtuiging. Ik ben ervan overtuigd dat dat de enige manier is om die passie op een groot publiek over te dragen. We maken deze films niet omdat we denken dat het kassakrakers zullen worden, we maken ze omdat we echt van genrefilms houden en doodgebloede genres nieuw leven in willen blazen. En zie, nu regent het rampenfilms en je kunt er vergif op innemen dat er de komende jaren veel monsterfilms gemaakt zullen worden.”
Het stoort hem dat critici niet onderkennen dat genrefilms de hele filmwereld op de been houden. “In het jaar dat kassakrakers als Independence Day, Twister en Mission: Impossible een enorm aandeel in de totale recette hadden, wonnen onafhankelijke films alle Oscars, het werd het jaar van de onafhankelijke film genoemd. Wanneer de studio’s enorme opbrengsten halen met genrefilms zijn ze sneller bereid met onconventionele films risico’s te nemen, de markt vergroot zich, hij wordt niet kleiner zoals sommigen denken. Twintig jaar geleden hadden kleine, artistieke films in de Verenigde Staten geen enkel platform, nu heb je een gespecialiseerde keten als Laemmle’s, gebouwd met studiogeld dat door grote publieksfilms gegenereerd werd. Dat soort films zullen nooit op zevenduizend schermen worden uitgebracht, omdat ze een kleinere doelgroep aanspreken, maar die doelgroep wordt nu bediend omdat de hele branche meer geld te verteren heeft.”