Patrice Toye en Inge Schilperoord over Muidhond

‘We leven opnieuw in Victoriaanse, preutse tijden’

Portret Marnik Boekaerts

De Vlaamse cineaste Patrice Toye maakte een gestileerde, genuanceerde verfilming van Inge Schilperoords roman Muidhond over een voor zedendelicten vervolgde man. Toye en Schilperoord over de praktijkervaring en de verbeelding: “Hopelijk zet ik mensen aan tot nadenken.”

“We leven opnieuw in zeer Victoriaanse, preutse tijden”, merkt Patrice Toye op in Gent. “Seksueel misbruik moet bestraft worden, maar velen gaan nooit tot daden over. Moeten zij gedemoniseerd worden? De wereld is complex en toch gaat iedereen mee in het ongenuanceerd polariseren. Daarom hoop ik dat films zoals Muidhond gemaakt kunnen blijven worden. Zelf moet ik een maatschappelijke of menselijke urgentie voelen om me op een filmproject te storten. Want hoe graag ik ook naar entertainment kijk, ik kan daar geen drie jaar mee bezig zijn.”

Inge Schilperoords beklemmende literaire debuut bleek wèl voldoende uitdagend. Muidhond groeide uit praktijkervaring. Schilperoord: “Als forensisch psycholoog ontmoette ik een voor zedendelicten veroordeelde pedoseksuele man. Omdat ik hem zo zag worstelen, kreeg ik voor het eerst ook medelijden met de dader. Het deed gewoon pijn om naar hem te kijken. Je zag dat hij met zichzelf in de knoop zat, dat hij zichzelf haatte. Ik schreef daar een kort verhaal over dat ik later uitbreidde tot het boek. De worsteling die ik zag bij die man werd het uitgangspunt, daaromheen verzon ik een verhaal. Uiteindelijk werd die man een fictief personage.”

De titel is poëtisch.  Schilperoord: “Die vis, die muidhond, ging een symbolische rol spelen in het verhaal. Het is een oud-Hollands woord voor zeelt, een karperachtige vis. Een raar woord met allerlei associaties zoals: muiten, modder en hond. Zo krijg je, wanneer je twee letters omdraait, ‘huid’ en ‘mond’.”
Toye: “Ik vond de titel intrigerend. Je vertelt er schijnbaar niets mee, maar zeelten hebben een mooie mythologie. Ze worden doktersvis genoemd, omdat ze zogenaamd geneeskrachten hebben: een soort slijm rond hun schubben waar alle gewonde vissen tegenaan zwemmen om hun wonden te laten genezen. Het is mooi dat er een beetje hoop in die vis zit.”

In de film vangt de protagonist de vis niet zelf.  Toye: “We konden geen vis vragen om even ter plaatse te blijven, daarom wikkelden we hem in een net. Dat Jonathan de vis beschermt in zijn T-shirt geeft aan dat hij naast zijn donkere kant ook iets goedaardigs heeft. Hij is een van de weinigen die zijn verantwoordelijkheid neemt en voor een kind zorgt: het meisje eten geeft, haar opvoedt, leert zwemmen, aandacht geeft vooral. Dat creëert een soort evenwicht. Anders zou ik het zelf ook best wel moeilijk vinden om naar te kijken. Ik wilde een mens tonen die ook goede kanten heeft.”

Hoe ontdekte u het boek?  Toye: “In een interview met Inge werd ik getroffen door wat ze zei over de worsteling van die man. Heel eerlijk: ik ben moeder van twee kinderen en ik geloof dat ik heel empathisch ben, maar over dit segment mensen dacht ik mijn oordeel klaar te hebben. Maar door haar opmerkingen te lezen en meteen daarop het boek, trad er een mooie verandering bij mij op. Ik begon te zien dat er inderdaad monsters bestaan, maar daarnaast ook veel gewone mensen. Tussen de één à drie procent van de mannen wordt geboren met een pedofiele geaardheid. Dat zijn vaak mensen die deugen en geholpen willen worden, alleen worden ze in deze maatschappij zo gedehumaniseerd en gestigmatiseerd dat ze niet meer om hulp durven vragen. Dat in het nauw gedreven worden, maakt hen tot potentiële daders. Daardoor kreeg het verhaal urgentie: we moeten dit thema genuanceerd onder de aandacht brengen.”

Het debat verloopt zwart-wit.  Toye: “Er bestaat een onderscheid tussen pedofilie en pedoseksualiteit [het in de praktijk brengen van pedofiele gevoelens, red], en dat wordt door elkaar gehaald. Wanneer je kijkt naar Luchino Visconti’s Death in Venice (1971), dat is een verheerlijking van jeugdige onschuld en die oude man is ook verliefd. Maar niemand wees met het vingertje en zei ‘dit kan niet’. We leven nu in zeer conservatieve tijden. Ik snap dat er paniek is rond dit onderwerp, maar het is juist nodig dat we rustig blijven en erover praten. Wanneer Muidhond bijdraagt aan het doorbreken van het taboe zal ik blij zijn. Want wanneer mogelijke daders daardoor niet tot daden overgaan en hulp zoeken zijn we al een stap verder.”

Eindigt de film daarom minder tragisch?  Toye: “Het boek kan zich meer permitteren, kan gedachtegangen van iemand onder woorden brengen. Voor film is het al een hele opgave om het publiek zich open te laten stellen, empathie te laten voelen voor het personage. Het boek kon daarna richting ontsporing gaan, maar dat kon ik me niet permitteren. Ik koos voor een open einde. Het boek is iets noodlottiger en ik wilde meer hoop in de film.”
Schilperoord: “Veel lezers zagen mijn einde als fantasie, maar ik had het wel geschreven als een realiteit. Jonathans gedachten raken oververhit, maar hij vindt haar echt wel.”

U creëert verstilde beelden, alsof foto’s van een dood en verlaten landschap tot leven komen.  Toye: “De bedoeling was intiem te zijn, maar ook sober; je niet te overrompelen met camerabewegingen om je niet te beïnvloeden. We wilden integer blijven en zoveel mogelijk aan de kijker overlaten. Ik liep al lang rond met foto’s van Todd Hido, een fotograaf die ik heel sterk vind. Hij schreef het boek Intimate Distance, dat tegenovergestelde begrippen verenigt: ‘intiem’ en ‘afstand’. Mijn man en camerman Richard van Oosterhout was het er helemaal mee en stelde voor hem te benaderen. Hido kwam naar de set en nam prachtige foto’s van de verstilling van onze personages. Het komt overeen met onze opzet: aan de ene kant dichtbij komen, maar aan de andere kant een waardige afstand bewaren.”

De blik van de maatschappij blijft buiten beeld.  Toye: “De veroordeling van de maatschappij hebben we zoveel mogelijk weggelaten, omdat iedereen wel weet hoe men denkt over pedofiele mensen. Maar in de scène waarin Jonathan onder de vis bedolven wordt, wilde ik ze wel even fysiek tonen. Bovendien illustreert het dat hij vies van zichzelf is. Maar één mokerslag volstond.”

In uw films Rosie (1998), (N)iemand (2008), Little Black Spiders (2012) én Muidhond zoeken individuen hun identiteit.  Toye: “Ik ben geïnteresseerd in personages met existentiële problemen, die niet kúnnen zijn wie ze zijn, niet willen zijn wie ze zijn of niet mogen zijn wie ze zijn. Ik ga ook graag op zoek naar dingen die door anderen onder de tafel worden geduwd, omdat ik kwetsbaarheid en menselijkheid heel belangrijk vind.”

Met welk gevoel wil je dat mensen de zaal uitgaan? Toye: “Mensen tot nadenken aanzetten zou  ik al heel fijn vinden. Ik hoop dat ze door Muidhond iets genuanceerder gaan denken, dat ze dingen eerst laten bezinken voor ze meningen ventileren. En hopelijk kunnen we een maatschappelijk debat op gang brengen met filosofen, psychologen en mensen die in de praktijk met dit onderwerp te maken hebben.”