Oliver Hermanus over Skoonheid

Dodelijke begeerte

Oliver Hermanus

Oliver Hermanus zocht in Skoonheid naar de duistere kant van lust.

Een plattelandskeuken vol rampetampende boeren is niet het eerste waar je aan denkt bij Zuid-Afrika. Toch is het bestaan van de verborgen homoseksuele ontmoetingen die filmmaker Oliver Hermanus (1983) in het begin van Skoonheid laat zien een publiek geheim.

Hoe bizar het ook klinkt, die keuken vol vrolijke boeren is een van de meer tedere scènes in de film, want Skoonheid draait in essentie om iets verschrikkelijks. Het is een verhaal over hebzucht, over het absolute recht dat de oudere François denkt te hebben op de schoonheid en het lichaam van de jonge Christian. Een arrogantie die verschrikkelijke gevolgen zal hebben.

Nerveus over de ontvangst van Skoonheid is Hermanus na twee jaar werken aan het project niet meer. Nieuwsgierig wel, vertelde hij afgelopen mei in Cannes. Ook al is de reactie van het publiek dan voorspelbaar. Het conservatieve deel zal verontwaardigd zijn en een ander deel zal de film verwelkomen. Nog het meest nieuwsgierig was Hermanus naar de reactie van de Zuid-Afrikaanse homogemeenschap, want die vindt misschien dat de film te veel negatieve publiciteit oplevert. Helemaal ongelijk kun je ze niet geven, al is homoseksualiteit slechts het decor waartegen dit tragische verhaal over schoonheid en obsessie zich voltrekt.

Maar voordat het publiek op de film kan reageren, moet er volgens Hermanus eerst een wonder plaatsvinden: ze moeten naar de film komen. "Zuid-Afrikanen hebben weinig op met Zuid-Afrikaanse film, of het moet een of andere lokale vampierenfilm zijn. Dat Skoonheid hier in Cannes te zien is, trekt juist dat deel van het publiek dat de film toch al zou gaan zien. Het gaat mij om dat andere deel, het deel dat dit soort verontrustende films vermijdt."

Onderstroom
Het idee voor Skoonheid kwam voort – niet helemaal verrassend – uit de behoefte om over schoonheid te praten. "Ik kreeg het idee dat er twee soorten mensen zijn: mensen die toegang hebben tot schoonheid en mensen die dat niet hebben. François komt uit een wereld zonder schoonheid, althans dat voelt hij zo. Hij ontmoet Christian bovendien op een moment in zijn leven waarop hij bijna letterlijk op springen staat. François heeft zo’n steriele realiteit voor zichzelf geconstrueerd dat hij totaal onvoorbereid is op een verschijnsel als Christian."

Maar Skoonheid gaat over iets groters dan alleen seksueel verlangen, legt Hermanus uit. "Er wordt vaak gezegd dat we in Zuid-Afrika voorbij de rassenkwestie zijn. Maar dat zijn we niet. Bij alle minderheidsgroepen en zelfs bij de dominante groep heersen nog altijd racistische spanningen. Veel boeren zijn nog steeds bang dat Zuid-Afrika verandert in Zimbabwe, waar blanke boeren van hun land werden verdreven. Daarom voel je overal agressie en angst. Die onderstroom van pijn en frustratie zorgt voor een kwetsbare vrede en die onrust weerspiegelt zich in hoe we ons als individuen voelen. François heeft zijn seksuele voorkeuren altijd geheim gehouden omdat hij bang is alles te verliezen als hij laat zien wie hij werkelijk is."

Tegen die achtergrond zou je denken dat ook het maken van een expliciete film als Skoonheid gevoelig ligt. Maar het filmen verliep soepel, zegt Hermanus. "Op twee na waren alle acteurs heteromannen maar zelfs de vrijscènes leverden geen problemen op. Ik merkte dat het hielp als ik zo gedetailleerd mogelijk uitlegde wat ik wilde en waarom ik het wilde. Als je dat niet doet, wordt zo’n situatie ongemakkelijk."

De opvallende vrijscène van de mannen in de keuken was volgens Hermanus niet bedoeld om te shockeren maar om te laten zien dat François iemand was die tot dat moment niets deed met zijn seksuele verlangens. Veel Zuid-Afrikaanse mannen doen dat niet, weet de filmmaker. Toch bleef het voor Hermanus gissen hoe het er bij die orgies precies aan toegaat want zelf werd hij niet binnen gelaten. "Ik ben niet honderd procent blank en ze laten alleen blanke mannen toe. Dat was dus lastig infiltreren met mijn kleine dictafoontje en mijn camera. Toen hebben we gewoon door rond te vragen zo veel mogelijk informatie verzameld. Zo weet ik nu dat er verschillende soorten clubs zijn. In de provincie Vrijstaat waar François leeft, net buiten Bloemfontein, zijn ze een urban myth. Maar ze bestaan wel degelijk en ze hebben strikte regels. Je moet blank zijn, je moet getrouwd zijn en je mag geen homo zijn, hoe verwarrend dat ook klinkt. Je mag het niet aan iemand afzien, bedoelen ze dan. In voorsteden van Kaapstad heb je ze ook en daar geldt het extra criterium dat je niet arm mag zijn."

Een klassensysteem binnen de blanke homogemeenschap dus? "Veel blanke homojongeren uit het conservatieve noorden van het land trekken naar Kaapstad want dat is het grote schitterende licht van de vrolijke homolifestyle. Maar zodra ze daar heentrekken, worden ze door hun familie verstoten en belanden ze arm in de stad. Dat soort jongeren willen die clubs niet binnen hebben."