Oliver Hermanus over Moffie

Verzwegen liefde in een verzwegen oorlog

Moffie

Jonge witte mannen worden begin jaren tachtig naar het front met Angola gestuurd in Moffie (letterlijk ‘nicht’ of ‘flikker’), een verfilming van de autobiografische roman van de Zuid-Afrikaanse schrijver André-Carl van der Merwe. De vierde film van de Zuid-Afrikaanse filmmaker Oliver Hermanus werd door Variety meteen als zijn meesterwerk bestempeld.

Moffie gaat over Nicholas van der Swart (Kai Luke Brummer), die wordt opgeroepen voor zijn dienstplicht van twee jaar als hij achttien wordt. Het is 1981 en op de Zuid-Afrikaanse grens met Angola broeit al jaren een gewapend conflict waarvoor wit kanonnenvlees nodig is. Waar de meeste films over de periode van de apartheid gaan over de verschillen tussen de witte onderdrukkers en de zwarte bevolking, ondergaat de witte Nicholas andere, op het eerste gezicht minder zichtbare vormen van onderdrukking. Ten eerste is hij een Engelstalige Zuid-Afrikaan, terwijl het leger volledig Afrikaanstalig is, en ten tweede blijkt hij gevoelens voor mannen te hebben en is hij dus een moffie, iets wat in het algemeen niet goed ligt en in het leger, toch een bastion van machismo, al helemaal niet.

“Ik rebelleer eigenlijk altijd tegen wat ik net eerder heb gemaakt”, vertelt Hermanus vorig jaar in een groepsgesprek op het filmfestival van Venetië. Na het maken van melodrama The Endless River rebelleert hij met Moffie tegen cinemascope: de film is gedraaid in een bijna vierkant, door Kodak-foto’s geïnspireerd formaat. “Ik wilde iets robuusters maken, met meer spieren, en was het ook de eerste keer dat ik explosies, bommen en geweervuur filmde. Toen ik gevraagd werd om deze roman te verfilmen, was dit eigenlijk de perfecte, niet voor de hand liggende keuze. In mijn achterhoofd zat wel de gedachte dat ik Skoonheid al gemaakt had en deze film gaat ook over een homoseksuele man, maar uiteindelijk is het toch iets heel anders”, zegt hij, verwijzend naar zijn tweede film, die in 2011 in Cannes de Queer Palm in de wacht sleepte.

Skoonheid, waarmee Hermanus definitief doorbrak en die ook in de Nederlandse bioscoop te zien was, ging over een getrouwde Afrikaner van in de veertig die in de kast zat. Naast het leeftijdsverschil tussen de hoofdpersonen van Moffie en Skoonheid was deze laatste het geen historische film en ging ook niet over hoe het leger en de overheid met homoseksualiteit en mannelijkheid in het algemeen omgaan, iets wat in Moffie juist wel uitgebreid aan bod komt.

Oliver Hermanus

Geboetseerd
Tijdens de apartheidperiode werden sommige high school dropouts al op zestienjarige leeftijd geronseld voor het Zuid-Afrikaanse leger, maar de meeste jongens gingen tussen 18 en 21 jaar verplicht het leger in. “Moffie gaat natuurlijk over tienerjongens en ze hebben dus nog een zekere onschuld”, stelt Hermanus. “De vraag is natuurlijk wanneer deze jonge mannen precies de… niet direct de onderdrukkers worden, maar laat ik ze de gezaghebbers van het land noemen. Na twee jaar zijn de meeste dienstplichtigen wel geboetseerd tot mannen die de regeringspropaganda en de denkpatronen van de apartheidsperiode onderschrijven en daarna ook voortzetten.”

“Gedurende dertien jaar waren een miljoen witte mannen dienstplichtig,” gaat de regisseur verder. “Mijn production designer [Franz Lewis], die rond de vijftig is, vertelde me dat hij zijn laatste jaar op de middelbare school de hele tijd maar aan zat te hikken tegen het feit dat hij daarna het leger in moest. En dat terwijl het eind van je schooltijd juist zo’n mooi moment van vrijheid in je leven zou moeten zijn. Maar in die tijd werd je als jongeman voor twee jaar het eigendom van de staat. Je ouders konden daar ook juridisch niets tegen doen, je was gewoon weg.”

Enkele van de naarste momenten in de film gaan over de zogenaamde Ward 22, waar soldaten die ervan verdacht werden homo te zijn naar toe werden gestuurd. “Ward 22 bestond echt”, aldus de filmmaker. “De man die daarvoor verantwoordelijk was vluchtte in de jaren negentig naar Canada maar het lukte uiteindelijk toch om hem te veroordelen en hij zit nu nog vast, geloof ik. Er werd elektroshocktherapie en chemische castratie toegepast. Er zijn nu dus nog mannen in Zuid-Afrika die door de staat werden gefolterd omdat ze homo waren.”

Spanning
Naast het feit dat Nicholas in de film gevoelens krijgt voor een andere soldaat, speelt ook zijn achtergrond als Engelstalige een rol. “De meeste witte Zuid-Afrikanen spraken Afrikaans en de Afrikaanstaligen hadden nog niet losgelaten dat de Engelstaligen de Afrikaners tijdens de Boerenoorlogen in concentratiekampen hadden gesmeten”, geeft Hermanus in een wel heel korte historische samenvatting. “In die jaren waren de regering en het leger allemaal Afrikaanstalig en de Engelstaligen moesten zich maar aanpassen — die spanning tussen de twee bevolkingsgroepen was er in die tijd nog steeds.”

Een van de dingen die je als kijker bijblijven is in hoeverre het hele militaire apparaat in die tijd alles heel gedisciplineerd en nauwkeurig probeerde te organiseren maar dat het resultaat eerder het tegenovergestelde was, omdat niemand uiteindelijk beter uit het leger kwam dan dat hij erin was gegaan. “Als ze het leger verlaten onderdrukt een van de personages wie hij is en een ander weet iets beter wie hij is maar de vraag is wat hij daarmee gaat doen. Nog een ander verliest zijn voet. Zo is iedereen op de een of andere manier een slachtoffer. Ik hoop dat de witte mannen in Zuid-Afrika die in het leger zaten naar aanleiding van de film wat opener zullen worden over hun ervaringen.”

Het feit dat het om een bijna vergeten hoofdstuk in de recente Zuid Afrikaanse geschiedenis gaat, wordt nog eens bevestigd door de families van de jonge acteurs zelf: “De vaders van de acteurs hadden er vaak ook nog nooit over gesproken, tot hun zonen gecast werden voor dit project. Een van de vaders was zelfs hier in Venetië en heeft een potje zitten janken na de film. Een verhaal over die tijd waardoor hij begrijpt dat hij geen slechte persoon is geweest heeft misschien iets cathartisch. Die oorlog is voorbij en het leger, in die hoedanigheid, bestaat ook niet meer. Dus niemand zegt trots dat ze een veteraan van die oorlog en dat leger zijn. Het wordt gewoon verzwegen. Dat conflict eindigde toen Mandela bevrijd werd, het land concentreerde zich ineens op iets heel anders.”

Wapen
Hermanus werd in 1983 geboren, dus net na de gebeurtenissen in Moffie. Maar dat betekent niet dat er niets persoonlijks in de film zit. Hermanus: “Als ik deze film bekijk, moet ik constant denken aan het feit dat ik mijn eigen schaamte over wie ik ben heb moeten leren onderdrukken en overwinnen. De flashback [naar de jeugd van Nick] komt uit mijn eigen leven, al heb ik alles wel flink aangezet. Maar ik kan het voorval me nog goed herinneren: toen ik een jaar of acht was noemde een man me een moffie noemde om de manier waarop ik een wc-gebouw inliep bij een zwembad toen we op vakantie waren. Ik heb aan vrienden gevraagd of zij zich de eerste keer herinnerden dat ze een moffie werden genoemd en echt iedereen had een verhaal. Het moment dat je zo wordt genoemd, probeer je je ervoor te verstoppen. Je verandert hoe je je gedraagt, je probeert mannelijker te zijn en te doen. Het woord zou moeten verdwijnen, want het is nog steeds een wapen dat pijn doet.”

Hoewel het om een historische film gaat, zijn de thema’s van Moffie nog steeds erg actueel. “De dag dat we de trailer uitbrachten was een rare dag in Zuid-Afrika”, zegt Hermanus. “Naar aanleiding van de moord op een vrouw door een medewerker van een postkantoor werd er plotseling overal gedemonstreerd tegen geweld tegen vrouwen. Het is dus nog steeds een actuele vraag hoe het komt dat mannen zich zo gewelddadig gedragen, in dit specifieke geval tegen vrouwen. Met deze film wil ik de vraag stellen: waarom, in plaats van te zeggen dat volwassen mannen eenvoudigweg hun leven moeten beteren, kijken we niet naar de systemen die zulke mannen produceren?”