Nicolas Philibert over Averroès & Rosa Parks en La machine à écrire

‘Dit zijn plekken waar menselijkheid zegeviert’

Nicolas Philibert. Foto: Michel Crotto

Documentairemaker Nicolas Philibert verdiept met Averroès & Rosa Parks en La machine à écrire, twee vervolgfilms op het gelauwerde Sur l’Adamant, zijn humanistische visie op de hedendaagse psychiatrie. “Het draait erom de patiënten een gevoel van waarde te geven.”

Vogels fluiten in de bossen van het Parc Floral de Paris, de groene weelde die een psychiatrisch ziekenhuis aan de rand van het Parijse stadscentrum omringt. De contouren van de lichtstad zijn in de verte zichtbaar, als een baken van hoop. Dáár willen de psychiatrische patiënten die tijdelijk zijn ondergebracht in het van oorsprong zeventiende-eeuwse Hôpital Esquirol uiteindelijk weer hun levens voortzetten. Maar eerst is het tijd om aan de hand van open gesprekken hun zielenroerselen bloot te leggen.

Veel patiënten uit Averroès & Rosa Parks waren eerder al te zien in Sur l’Adamant (2023), de documentaire die Nicolas Philibert maakte over de Adamant, een boot in de Seine waarop Parijzenaren met psychiatrische problemen terechtkunnen voor hun dagbesteding. Die film begint met een scène waarin psychiatrisch patiënt François vol overgave zingt over hoe hij zichzelf “niet moet laten gaan”. Aan het begin van Averroès & Rosa Parks blijkt dat de zanger na een reeks tegenslagen weer in het Hôpital Esquirol is beland.

Averroès & Rosa Parks wordt tegelijkertijd uitgebracht met La machine à écrire, een documentaire waarin Philibert laat zien dat patiënten die weer op eigen benen staan soms de hulp inroepen van vaardige vrijwilligers. Zoals wanneer een typemachine of cd-speler het begeeft.

De twee films vormen logische vervolgen op Sur l’Adamant. Die riep vragen op: waar overnachten de patiënten? Hoe zien hun levens er buiten kantooruren überhaupt uit? Tijdens IDFA vertelde Philibert, bijgestaan door zijn echtgenoot Linda De Zitter, als klinisch psycholoog werkzaam aan boord van de Adamant, over de totstandkoming van het tweede en derde deel over de psychiatrie zoals die in de door Philibert gefilmde instellingen wordt toegepast.

Averroès & Rosa Parks

Achtduizend gedichten
“De ideeën voor de twee films zijn ontstaan aan boord van de Adamant. Ik had met Averroès & Rosa Parks het idee om in het psychiatrisch ziekenhuis gesprekken te volgen tussen patiënten en hun psychiaters. Dat had ik op de Adamant nauwelijks gedaan, ik focuste me daar vooral op de workshops die de patiënten volgen.”

Ook La machine à écrire ontstond op spontane wijze. Philibert vertelt hoe hij op een dag een iets oudere man treft op de Adamant. Het is Patrice, een dichter die elke dag twee gedichten schrijft aan boord van de boot, om ze vervolgens thuis uit te typen op een typemachine. Zijn woning ligt naar eigen zeggen vol met achtduizend gedichten. Philibert verneemt op een gegeven moment dat de typemachine kapot is. “Dat was voor Patrice een catastrofe.” Dus werden, aldus De Zitter, twee “handige knutselaars” ingevlogen. Philibert: “En die twee mannen van rond de dertig hadden waarschijnlijk nog nooit met een typemachine gewerkt. Het was een overduidelijke uitdaging.”

Een paar weken later blijkt de cd-speler van patiënt Muriel defect. Philibert besluit ook haar thuis te filmen. “En toen had ik al twee sequenties, de basis van een nieuwe film.”

Die scènes, waarin de soignant-bricoleurs (klussers-verzorgers) zich buigen over defecte voorwerpen, zijn bijzonder romantisch. Zo nodigt een kapotte typemachine uit tot gesprekken over het leven. Vooral het besef dat niemand haast heeft, biedt de patiënt en de kijker iets onmiskenbaar troostrijks. Philibert: “Het repareren van deze spullen draait natuurlijk om iets volstrekt anders. Het draait erom de patiënten een gevoel van waarde te geven.”

Geen boodschap
De Zitter vult aan: “In essentie is de reparatie een voorwendsel. Wij hebben ook weleens spullen die kapot raken en daar raken we dan enigszins van in de war. Voor hen is dit echter impactvoller. Alles wat voor ons evident is, is voor hen vreemd: aankleden, eten, bewegen, praten, leven in een ruimte. Dus biedt concrete, pragmatische, ambachtelijke, relationele psychiatrie soelaas. De drie films vertellen in die zin hetzelfde, maar dan met een ander accent. Neem Muriel, je ziet bij haar hoe het al pratend – ‘wil je ook een chocolaatje?’ – beter gaat. Dat is een essentieel onderdeel van ons werk. We zijn niet gericht op het symptoom, maar op de menselijkheid. De relatie is de basis.”

Die menselijke benadering, van de filmmaker en de hulpverleners, leidt ertoe dat je als kijker een ietwat ander beeld krijgt van de psychiatrie. Philibert vertelt dat dit niet per se zijn bedoeling was: “Ik bereid mijn films van tevoren niet voor, al heb je altijd wel iets van een intentie.” Philibert stoort zich aan sommige vormen van geëngageerde, activistische cinema, waarin de boodschap van de film op opzichtige wijze wordt gebracht. “Een film is geen boodschap. Als je een boodschap wil vertellen moet je een e-mail sturen.”

La machine à écrire

Grillige individuen
Het leven laat zich niet makkelijk regisseren, dat is misschien wel de crux van Philiberts trilogie. In Averroès & Rosa Parks en La machine à écrire zie je dat we allemaal grillige individuen zijn. Juist die individualiteit wordt in de psychiatrische omgeving in deze films gekoesterd. Philibert: “De meeste instellingen sluiten mensen op, deze nodigen uit tot openheid. Het zijn plekken waar menselijkheid zegeviert.”

De Zitter: “Het zijn drie films die de kijker uitnodigen om mensen te ontmoeten en los te komen van bepaalde vooroordelen. Ik zie trouwens parallellen met de manier waarop wij in de psychiatrie werken: bij Philibert krijgt de kijker de ruimte om mee te gaan in de film of om de zaal te verlaten. Want voor sommigen is dit veeleisende cinema en Philibert zegt niet wat je moet denken. De psychiatrie is ook veeleisend en ook wij zeggen niet wat de patiënt moet doen. Philibert heeft een groot vertrouwen in patiënten én kijkers, wij hebben een groot vertrouwen in de patiënt.”

Het belangrijkste ingrediënt van menselijk contact is wellicht het vermogen om te luisteren. Die kunst van het luisteren lijkt in deze tijd onder druk te staan. “We leven in een tijd waarin mensen veel communiceren. Maar we praten weinig en luisteren nog minder.”

Philibert: “We willen horen wat patiënten te zeggen hebben, hun unieke denkbeelden.” Wie goed luistert, hoort in de films bespiegelingen voorbijkomen over Nietzsche en Kant. Het valt op dat veel van de patiënten intellectueel zijn ingesteld. Philibert: “We moeten niet denken dat mensen met psychiatrische problemen minder cultureel onderlegd zijn. Het zijn juist vaak mensen die heel intelligent zijn.” De Zitter: “Ze voelen alles heel scherp aan, maar ze weten niet zo goed hoe ze zichzelf tegen de buitenwereld moeten beschermen.”

Cinefiel
Een mooi voorbeeld hiervan is schilder, schrijver en muzikant Frédéric, een frequent bezoeker van de Adamant die in een klein huisje woont tussen stapels kunst en boeken. Hij speelt een grote rol in La machine à écrire. Philibert: “Hij is een ontzaglijke cinefiel. Hij kan je zo de films van Bresson, Wenders, Rohmer en Rivette beschrijven. Hij is ongelooflijk erudiet en grappig. Hij is een persoonlijkheid.” De Zitter: “Frédéric is heel gevoelig voor de politieke dimensie van de cinema van Philibert. Hij realiseert zich maar al te goed dat deze films mensen aan het woord laten zonder over hun diagnose uit te weiden.”

Philibert maakte in 1996 al een film over de psychiatrie, La moindre de choses, een portret van een psychotherapeutisch instituut in Loir-et-Cher. Die ervaring was belangrijk voor hem en hielp hem ook van zijn vooroordelen af te komen. “Ik vroeg me af of ik het lijden in beeld moest brengen. En hoe ver je kan gaan. Dat leidde tot allerlei ethische en esthetische vragen. Uiteindelijk maakte ik een ontwikkeling door en kon ik 25 jaar later die ervaring van toen inzetten.”

Gaandeweg besefte Philibert wat voor hem het belangrijkste is aan zijn films, vertelt hij tot slot: “Als documentairemaker duw je mensen op een bepaalde manier in het licht. Nadat de film is afgelopen, verdwijnen ze weer in de schaduw. Voor mij is het belangrijk wat er daarna gebeurt, wat voor beeld er overblijft.”


Averroès & Rosa Parks en La machine à écrire draaien vanaf 14 augustus 2025 in de bioscoop.