Jan-Willem van Ewijk over Pacifica.
'Dit is een Amerika dat door de knieën gaat'
Filmmaker Jan-Willem van Ewijk situeert zijn nieuwste film, een fatalistische roadmovie over een fragiele vader-dochterrelatie, op het mistroostige Amerikaanse platteland. “Ik zoek altijd naar bijzondere sferen.”
Je zou de nieuwe film van Jan-Willem van Ewijk, die is gesitueerd in ruraal Amerika, kunnen omschrijven als een kroniek van een land in verval. Van Ewijk (Atlantic., 2014) toont vanuit het perspectief van een vader en dochter die door het Midwesten reizen hoe er door een cocktail van ruimhartig wapenbeleid, ongebreidelde consumptie en flagrante inhaligheid voortdurend een onbestemde spanning heerst.
Pacifica. is een eigenzinnige, fatalistische roadmovie, die bij vlagen doet denken aan andere door buitenstaanders gefilmde, naargeestige portretten van de Verenigde Staten. Zie bijvoorbeeld Antonioni’s Zabriskie Point (1970) of Wenders’ Paris, Texas (1984).
Acteur Bart Groenendaal vertolkt in Pacifica. vader Daniel, een dolende ziel met een verontrustende blik en ongeschoren gelaat. Daniel trekt met zijn bijna achttienjarige dochter Artis (Artis Wouters) door het Amerikaanse achterland, waar de inwoners de Nederlandse expats, die aan de Amerikaanse westkust wonen, geenszins met open armen onthalen. Van Ewijk zoomt in het eerste deel van de film ook nadrukkelijk in op de grillige band tussen vader en dochter. Soms verdwijnt Artis ineens, alsof ze er niet wil zijn.
Dankzij de gefragmenteerde structuur van Pacifica. blijft Artis’ gedrag in het begin nog in nevelen gehuld; pas gaandeweg laat Van Ewijk een verklaring voor het mysterie doorsijpelen. Culminerend in een slotscène die zich afspeelt in de woestijn.
Pacifica. begon bij Van Ewijks eigen band met de Verenigde Staten, vertelt de maker, die alweer druk bezig is met het afronden van zijn volgende film Alpha., die deze maand op het filmfestival van Venetië in première gaat. “Toen ik zeven en acht was heb ik in Palo Alto in Californië gewoond, dat was in de jaren zeventig. Dat heeft echt een enorme impact op me gehad als kind. Sindsdien heb ik altijd het verlangen gehad om terug te gaan.”
Je hebt ook als volwassene nog in de Verenigde Staten gewoond en gewerkt, maar bent tegelijkertijd natuurlijk ook een Nederlander. Heeft Pacifica. voor jou de blik van een buitenstaander? “Ik verkeer in een gekke positie. Ik lijd aan Transatlantic disease: als ik daar ben, wil ik terug naar Nederland en vice versa. Ik heb zeker de blik van een buitenstaander, maar dat voelt voor mij bij alles zo. En ik heb ook wel weer genoeg roots in de Amerikaanse cultuur. Ik voel daar wel iets, en ik begrijp het ook.”
Pacifica. speelt ogenschijnlijk op twee niveaus. Enerzijds is er het verhaal rond Daniel en Artis, anderzijds ademt de film een onbestemde sfeer die enigszins is losgezongen van de plot. Een gevoel, ingebed in het huidige tijdperk. Was dat ook de bedoeling? “Ja, ik heb dat wel geprobeerd. Een van de dingen die ik in de Verenigde Staten altijd voel is een bepaald wantrouwen. Als je daar rondrijdt, krijg je snel een onveilig gevoel. Mensen die elkaar voor het eerst ontmoeten zijn erg op hun hoede. Misschien ook wel omdat iedereen met elkaar in competitie is. Hoewel de film ook laat zien dat Amerikanen, zodra ze doorhebben dat het wel oké is, snel kunnen schakelen. Ze gaan graag met je in gesprek en na een tijdje nodigen ze je soms zelfs uit in hun huis. Maar die initiële sfeer voelt inderdaad een beetje alsof alles onder spanning staat.”
Pacifica. geeft in die zin een naargeestig beeld van de Verenigde Staten. “De climax speelt zich niet zonder reden af op Burning Man [het woestijnfestival in Nevada, waar duizenden mensen met hun auto’s heen trekken; OL]. Dat festival doet mij denken aan het einde van het Romeinse Rijk, brood en spelen. Het is extreem decadent. Ik was er in 2011 met mijn vriendin en wilde direct weer weg. Maar ik was ook gefascineerd door wat er gebeurt, allemaal rijke witte mensen die doen alsof ze hippies zijn. Terwijl je al snel vijfduizend dollar moet uitgeven om er te komen. Ik zag dat als een soort rijk in verval. Al heb ik dat niet zo bewust in het scenario gestopt.”
In je film oogt het als een soort allegorie voor de hel. “Zo zie ik het ook. Overdag is het hemels, iedereen loopt er halfnaakt rond, alles kan. En ’s avonds gaat het vuur aan. Dan heb je het idee dat de hele wereld in de hens staat. Ik heb ook overwogen om de film Fire te noemen. Maar de film draait om meer dan vuur, om het overbrengen van een sfeer, van een gevoel.”
Plot voert sowieso niet de boventoon. “Ik zie filmmaken altijd een beetje als het schrijven van een gedicht. Ik ben helemaal niet zo goed in plot, dat maakt het soms lastig om films te maken en te financieren. De meeste mensen willen gewoon een spannend verhaal. Ik zoek altijd naar bijzondere sferen. Dat deed ik voor Pacifica. ook veel met cameraman Jasper Wolf. Dan waren we op zoek naar poëzie in een landschap, of in de bewegingen van mensen die weer iets te maken hadden met de historie van bepaalde dingen. Het is heel moeilijk om zoiets rationeel uit te drukken. Bij deze film was veel afhankelijk van het moment, ook omdat we maar zeventien draaidagen hadden. We moesten veel improviseren en het moment vangen.”
Over sfeer gesproken: tegen het einde van de film zit een abstracte, transcendente scène met vuur, vuurwerk, paarden, vioolmuziek en als native Americans verklede witte Amerikanen. Met een paard dat ineenzakt. Is dat een metafoor? “Dat kan je inderdaad zo zien. Een metafoor voor een Amerika dat letterlijk door de knieën gaat.”
Pacifica. is geworteld in een zeker realisme, maar heeft ook elementen van de western. Heb je overwogen om van deze film een genrefilm te maken? “Ik wilde proberen om een western te maken. Ik heb vooraf veel films van Sergio Leone gezien. Maar het is gewoon niet gelukt. De film is zijn eigen ding geworden. Deze film liet zich gewoon niet bijsturen. Dat was heel gek. En nog steeds doet de film wonderlijk genoeg andere dingen dan ik zou willen. Maar ik denk dat je in het camerawerk zeker de invloed van de western kan zien, met de weidse landschappen en de guns en de cowboys.”
Het klinkt alsof de film een levend organisme is, met een eigen wil. “Ja, dat is deze film totaal. Ik had wat dat betreft soms niet eens het idee dat ik de regie had.”