Gerrit van Elst over Advocaat van de hanen

Sociaal en toch amusant

Aan voorpubliciteit heeft het de verfilming van A.F.Th. van der Heijdens roman Advocaat van de hanen niet ontbroken. De bezetting van de filmset vorig jaar zomer door een twintigtal krakers haalde zelfs het door komkommertijd in het nauw gedreven televisiejournaal. Begin dit jaar was de film voor het eerst te zien op het Filmfestival Rotterdam. De persreacties waren negatief en een talkshow met auteur Van der Heijden, filmmaker Gerrit van Elst, hoofdrolspeler Pierre Bokma en producent Matthijs van Heijningen verliep in een ruzie-achtige sfeer. Deze maand gaat de film in première en zal de discussie ongetwijfeld weer losbarsten. Tijd voor een gesprek met de werkelijke advocaat van de film: regisseur Gerrit van Elst.

Menigeen zal de wenkbrauwen hebben gefronst toen bekend werd dat Advocaat van de hanen verfilmd ging worden. De roman is het vierde deel van Van der Heijdens cyclus ‘De tandeloze tijd’, waarin de auteur de deksel licht van het Amsterdamse leven en een stoet aan tragikomische personages voorbij laat trekken. In Advocaat van de hanen richt de aandacht zich op de jonge advocaat Quispel, die aan een glanzende juridische carrière bouwt. Getrouwd met een prachtige vrouw lijkt niets zijn levensgeluk in de weg te staan. Quispel heeft echter één handicap die zijn vlekkeloze bestaan bedreigt: ieder jaar dompelt hij zich voor een periode van twee á drie weken onder in alcohol en erotiek. In de woorden van Van der Heijden: ‘Drie weken mocht de duivel zich uitzinnig te buiten gaan, om ten slotte weer – uitgeput, volgzaam, half verlamd door eigen gif – te worden ingesloten.’

Als de kwartaaldrinker een onderzoek naar de drijfveren achter zijn jaarlijkse delirische onderduik niet langer uit de weg gaat, valt zijn coherente bestaan in losse brokstukken uiteen. Is zijn huwelijk wel gelukkig? Wil hij wel carrière maken? Quispels zoektocht naar de waarheid over zichzelf raakt in een stroomversnelling nadat hij bij toeval in een lastig parket verzeild raakt. Als getuige van de dood van een kraker in een politiecel staat hij voor een dilemma: vertellen wat hij heeft gezien, wat hem door de autoriteiten niet in dank zal worden afgenomen, of zwijgen omwille van zijn verdere carrière. Na veel dralen kiest hij voor de waarheid, maar dat levert hem geen happy end op. Niet alleen ligt zijn carrière in duigen, ook heeft zijn vrouw hem verlaten. Van der Heijden ziet voor zijn personage dan ook een treurig toekomstperspectief: ‘Quispel wist nu zeker dat hij nooit een “gewone”, reguliere borrelaar zou kunnen worden. Hij zou zich op den duur hartstikke dood drinken.’

Heuvellandschap
De kern van Advocaat van de hanen is Quispels in drank gedrenkte, lucide zelfonderzoek, dat een onafgebroken gedachtestroom oplevert van briljant verwoorde levensinzichten, rationalisaties van drankzucht, cynisme en meedogenloze zelfkritiek. Hoe kan een verfilming recht doen aan Quispels verbaal geweld van afwisselend voltreffers en losse flodders? Van Elst formuleert voorzichtig en is op zijn hoede: “Natuurlijk was ik bang voor de ingewikkelde structuur van het boek, maar ik zag een verfilming niet als een onmogelijkheid.”

Kitty Verrips was degene die Van Elst een paar jaar geleden op de roman attendeerde. Van Elst: “Ik las het boek, kreeg iets met die hoofdpersoon en zag in hem een film. Kitty en ik hebben toen een eerste opzetje gemaakt, waarin wordt benadrukt dat de advocaat zich schuldig voelt, zowel naar de krakers toe als naar zijn vrouw. Vervolgens hebben we een chronologie aangebracht. In het boek verspringt steeds de tijd, maar dat werkt in een film niet. Eigenlijk moet je het zo zien: je probeert gewoon wat en als dat werkt, ga je verder. Zo hebben we het gedaan.” Van Elst vindt dat de kern van de roman overeind is gebleven: “Thematisch hebben wij geen essentiële dingen moeten opofferen, al hebben we natuurlijk wel ingeleverd op de zijwegen en de rijkheid van de roman. Zo komt het beeld van Amsterdam dat het boek schetst in de film nauwelijks aan bod. Maar ik heb het treatment aan Van der Heijden (‘geen schrijver die er bovenop zit, een hele aardige man’) laten lezen en die vond dat de thematiek was behouden.”

Wat voor hem die thematiek is? “De film gaat over een man die vervreemd is, die niet goed in zijn vel zit, die niet twijfelt om te doen wat hij eigenlijk wil doen. Het is een film over iemand die zijn idealen heeft verloren en dat compenseert door te consumeren. Het goede is dat hij daarin niet blijft steken, maar een ontwikkeling doormaakt van laf naar moedig. Hij betaalt daarvoor wel een hoge prijs, omdat hij zijn vrouw verliest. Hij eindigt als een soort zwerver, maar ik vermoed dat hij ooit weer overeind zal krabbelen. Je moet het zien als een tocht door een heuvellandschap: je kunt niet van de ene top naar de andere springen, je moet eerst door een dal.”

Hans Kok
Advocaat van de hanen is geen film over alcoholisme, benadrukt Van Elst. “Het is geen Leaving Las Vegas en ook geen Under the Volcano. In die twee films gaat het om echte alcoholisten, maar bij mij gaat het om iemand die in de jaren zestig links was, maar daarna carrière maakte en daarin geen voldoening vindt.”

Niet alleen gaat de film niet over alcoholisme, hij gaat ook niet over de kraakbeweging, een tweede misverstand, dat vorig jaar tot de bezetting leidde van de filmset, toen een ontruimingsscène werd gefilmd. Volgens de bezettende krakers zou de film misbruik maken van de herinnering aan Hans Kok, de kraker die tien jaar geleden in een Amsterdamse politiecel dood werd aangetroffen. Zij eisten dat aan het eind van de film een uit tien punten bestaande verklaring van hen zou worden opgenomen. Producent Van Heijningen willigde de eis in omdat op een filmset tijd veel geld is.

Zwichtte ooit eerder een producent zo gemakkelijk voor een dreigement van een handjevol jongeren? Het curieuze resultaat van de Hollandse folklore is dat aan het eind van Advocaat van de hanen een half leesbaar pamflet zichtbaar wordt, waarin de wereld voor de laatste keer wordt gewaarschuwd. Omdat de verklaring pal voor de eindaftiteling is gemonteerd, lijkt het alsof het een politiek statement van de filmmaker is. Van Elst is er niet blij mee. “Natuurlijk heb ik gevraagd of het niet op een andere plek kan, maar het is contractueel vastgelegd. De kijker wordt nu inderdaad op het verkeerde been gezet en ook slaat het het eindbeeld dood.”

Tot hilariteit van de aanwezigen bleek tijdens de vertoning in Rotterdam de verklaring nauwelijks leesbaar te zijn. Een pesterijtje van Van Heijningen? Van Elst: “Nee, die indruk is onjuist. Die verklaring was er gewoon niet goed opgekomen, maar dat wordt nu veranderd, zodat hij beter leesbaar zal zijn.” Met vermoeide blik legt Van Elst nog één keer uit wat de bezetters maar niet wilden begrijpen: “Zij vinden dat je de zaak Hans Kok niet mag gebruiken in een fictiefilm. Ik heb daar van tevoren over nagedacht en vind dat onzin, want dan zou je nooit een gebeurtenis uit de realiteit in een speelfilm mogen gebruiken. Bovendien is de film helemaal geen reconstructie van de zaak Hans Kok. Ook is de film niet tegen krakers gericht; als hij al ergens tegen is dan is het tegen autoriteiten die zaken in de doofpot proberen te stoppen.”

Toegankelijk verhaal
Advocaat van de hanen is Van Elsts tweede speelfilm. In 1987 debuteerde hij met Blonde Dolly, nadat de oorspronkelijke regisseur na ruzie met de producent was opgestapt. Blonde Dolly is losjes gebaseerd op het leven van een Haagse hoer die in 1959 werd vermoord. Volgens geruchten was dat gebeurd in opdracht van politici, die vreesden voor hun carrière als hun hoerenloperij aan het licht zou komen. Vóór zijn speelfilmdebuut deed Van Elst veel televisie-ervaring op; in 1983 won hij met De kick het Gouden Kalf voor de beste documentaire. Waarom maakte hij ondanks deze waardering de overstap naar de speelfilm? “Ik vind dat een leuker genre. Als je de wereld als een muur ziet, dan trekt een documentairemaker stenen uit die muur, die hij vervolgens weer rangschikt tot een nieuwe muur. Het aardige van een speelfilm is dat je alles verzint. Dat is een heel andere insteek.”

‘Vertellingen’ noemt Van Elst het soort speelfilms dat hij maakt. “Ik bedoel daarmee films die een amusementswaarde hebben, maar die ook iets te vertellen hebben, een samenleving interpreteren. Het gaat mij om het sociale en het amuserende aspect. Ik voel mij verwant aan een regisseur als Pieter Verhoeff, want die heeft dat ook. Ook hij probeert maatschappelijke thema’s aan te roeren in een toegankelijk verhaal.” De resultaten van Van Elsts streven hebben critici niet kunnen overtuigen. Zoals eerder Blonde Dolly (‘een psychologisch drama zonder psychologie’, meende een criticus) wordt Advocaat van de hanen oppervlakkigheid verweten. De heftigheid van de kritiek verbaast Van Elst, omdat het publiek op het Filmfestival Rotterdam de film wel waardeerde. “In de publieksenquête haalden we een score van 3,8; als je weet dat 3 matig is en 4 goed, dan is dat helemaal niet slecht.”

De kritiek dat Advocaat van de hanen psychologische diepgang mist, zodat Pierre Bokma niet overtuigt als een advocaat-in-existentiële-crisis, snijdt volgens Van Elst geen hout, omdat hem geen traditioneel psychologisch drama voor ogen stond. “Ik wilde niet in de huid van die advocaat kruipen, maar hem observeren. De man is een meester in het verdringen van zijn gevoelens, daar gaat het om.” Speculerend: “Misschien ben ik te dicht bij het boek gebleven. De roman heeft iets satirisch, hij beschrijft de werkelijkheid wel maar op een heel gestileerde manier. Dat geldt ook voor de film, die is ook niet realistisch, maar hij wordt door de critici wel zo geïnterpreteerd. In mijn film moet je zelf verbanden leggen, het wordt je niet allemaal netjes voorgespeeld.” Waarna Van Elst bedachtzaam zwijgt, als een advocaat die na zijn slotpleidooi nadenkt over het effect van zijn woorden op de rechtbank.


‘Waarom was dit alles? Wat was de zin van zijn kwartaaldrinken? Hoe vaak had hij niet een verklaring, en variaties op die verklaring, aangedragen? Ja ze moesten hem eens per jaar de hoogten en de diepten van het bestaan inpeperen, die slemppartijen, de naakte vreugde en het naakte leed, de opperste dronkenschap en de gruwelijkste vergiftiging, de roes en de droesem, zodat hij door en door ziek en verzadigd en doordrenkt van dit alles naar zijn leven van alledag, zijn huwelijksleven kon terugkeren, waar zelfs de blaséheid onecht was geweest en uit verzadiging door karton bestond.’
Uit: Advocaat van de hanen, A.F.Th. van der Heijden.