Noodfonds voor filmmakers die getroffen zijn door oorlog in Oekraïne

Wikipedia Commons

IFFR, IDFA en de European Film Academy zetten gezamenlijk een noodfonds op voor filmmakers die getroffen zijn door de oorlog in Oekraïne.

Oekraïense filmmakers kunnen een bedrag van 500, 1000 of 1500 euro uit het noodfonds krijgen. Dit geld is bedoeld om reiskosten of eventuele juridische of administratieve kosten te betalen. Naast Oekraïense filmmakers kunnen ook Wit-Russische en Russische makers die gevaar lopen omdat ze zich hebben uitgesproken tegen de oorlog in Oekraïne aanspraak maken op het fonds.

 

Het noodfonds is een initiatief van The International Coalition for Filmmakers at Risk (ICFR), wat voortkomt uit een samenwerkingsverband tussen het IFFR en IDFA in Nederland en de European Film Academy in Berlijn. Verschillende Duitse organisaties waaronder het Filmförderungsanstalt FFA en het FilmFernsehFonds Bayern hebben toegezegd geld in het noodfonds te storten. Via de site van het ICFR is het mogelijk om een donatie te doen.

Vorige week werd de European Film Academy (EFA) nog fel bekritiseerd door de Oekraïense regisseur Sergei Loznitsa (Donbass, State Funeral). Loznitsa verweet het EFA, onder leiding van de Nederlander Matthijs Wouter Knol, te slap te reageren op de Russische inval in Oekraïne. In een open brief zegde Loznitsa zijn lidmaatschap van de EFA op. De EFA nam de kritiek ter harte en sloot daarop Russische inzendingen uit van de European Film Awards. Een beslissing waar Loznitsa zich op zijn beurt weer ongelukkig over betoonde: “Zij zijn, net zo goed als wij, slachtoffers van agressie.”