Cannes 2014: dingen die voorbijgaan
Graag distributie voor Alice Rohrwachers The Wonders
Cannes, dag vijf. Natuurlijk ook over dingen die voorbijgaan. Zoals de Britse Romantiek, een Franse modegod en het Italiaanse platteland.
Hoe lang wordt er al niet gepraat over hoe een kunstenaar tot iets geniaals komt? Hoe die het sublieme uit het alledaagse haalt? Michelangelo knutselde in de Sixtijnse Kapel een heel fresco om Gods creatieve vonk aan de mens.
Op de vraag gisteren aan Mike Leigh of de geest van iemand die iets subliems weet te vangen (zoals Gods vonk of een gedecoupeerde haai op sterk water) altijd iets verwijderd moet zijn van de realiteit, zei Leigh: wat denk je zelf?
Ik denk ja.
Leigh lukt het om in Mr. Turner tussen de kostuums en de decors iets van die creatieve antimaterie van de kunstenaar te laten zien, iets van Turners mystiek. (En levert zo een van z’n beste films ooit af.) Bertrand Bonello’s Saint Laurent – de tweede biopic in vijf maanden over de in 2008 overleden modekoning en gisterochtend na vertoning meteen zaligverklaard door een kleine groep hardcore commentatoren en verketterd door een grote groep andere – niet.
Bonello’s film verwart het verwijderd zijn van de realiteit met schitterende sensuele ervaringen, door de couturier het liefst opgewekt met een jaloersmakend arsenaal aan chemicaliën. Het veel zintuigelijkere Saint Laurent ligt zeker een mijl of wat voor op het stijf episodische Yves Saint Laurent, maar ook die maakt de fout het artistieke vermogen van de man te reduceren tot die sensuele belevingen. De ontwerper hopt van het ene orgasme naar de volgende hallucinatie en die sensatiezucht en instant bevrediging kunnen nooit de hele verklaring zijn voor Saint Laurents werk. Buitenkant blijft het, zoals die Cloclo-biopic met Jeremy Renier – die hier Saint Laurents levenspartner Pierre Bergé speelt – ook 148 minuten tergend buitenkant bleef.
Die creatieve antimaterie is ook altijd het stof van sterke films geweest. Gisteravond werd dat gelukkig weer mooi duidelijk in de tweede film van de jonge Alice Rohrwacher. Bescheiden van opzet, maar groots in z’n implicaties. Le meraviglie laat een jong gezin zien dat op het Italiaanse platteland leeft onder het juk van een autoritaire vader (de Vlaming Sam Louwyck).
Vier dochters en twee vrouwen – later wordt duidelijk waarom twee vrouwen, ook al heb je vanwege de Duitse accenten wel een vaag idee – leven als een kleine commune teruggetrokken in een boerderij en bestaan van bijenhouden. Rohrwacher combineert een coming-of-age verhaal van een jong meisje met het verdwijnen van het traditionele plattelandsleven. Zonder een pamflet te worden. Door de dromerige toon, die je af en toe dicht bij de meisjes brengt die zo hun eigen ritme op de boerderij volgen, en door de onnadrukkelijke structuur voel je vooral het verlies van een jeugd en een manier van leven die gekoesterd zou moeten worden.