Elephant

Staart, poot, oor

Met Elephant doet Gus Van Sant geen poging om het onbegrijpelijke van de schietpartij op de Amerikaanse Columbine High School te verklaren, zoals Michael Moore vorig jaar wel deed in Bowling for Columbine. Hij laat zijn camera cirkels draaien om tientallen scholieren die als monaden in hun eigen universum zweven en brengt ons zo heel dichtbij hun kern.

It began when they come took me from my home
And put me in Death Row,
Of which I am nearly wholly innocent, you know.
And I’ll say it again
I… am.. not.. afraid.. to.. die.

Op 20 april 1999 liepen Eric Harris en Dylan Klebold zwaarbewapend de Columbine High School in het Amerikaanse plaatsje Littleton, Colorado binnen en openden ze het vuur op hun medeleerlingen en leraren. Dertien mensen stierven, velen raakten gewond. Aan het einde van de dag was de school een slagveld en vond de politie de lichamen van de twee daders dicht bij elkaar op de grond. Hun laatste kogels hadden ze voor zichzelf gebruikt.

In de maanden die volgden kwam een stroom geruchten en verklaringen op gang over de redenen van hun (zelf)moordactie. Hun werkende ouders kregen de schuld. En de death metal-muziek waarnaar ze luisterden en de gewelddadige films waarnaar ze keken. De computerspelletjes en het internet. Onderdrukte homoseksuele gevoelens van de beide pubers. De gewelddadige Amerikaanse samenleving, waar op elke straathoek en in elke WalMart wapens te koop zijn. Adolf Hitler. De joden. De pestkoppen in de klas. De leraren die meer oog hadden voor de sportfanaten en de knappe meisjes.

It began to warm and chill
To objects and their fields,
A ragged cup, a twisted mop
The face of Jesus in my soup
Those sinister dinner meals
The meal trolley’s wicked wheels
A hooked bone rising from my food
All things either good or ungood.

In 2003 kreeg de Amerikaanse documentairemaker Michael Moore een Academy Award voor zijn documentaire Bowling for Columbine. De film was het jaar ervoor in première gegaan in de competitie van het Filmfestival Cannes, maar won daar net geen Gouden Palm (wel een speciale prijs ter gelegenheid van de 55ste verjaardag van het festival), omdat hij té anti-Amerikaans zou zijn of net niet anti-Amerikaans genoeg. Michael Moore deed in zijn brutale, ingenieuze polemiek een poging om de slachtpartij in Littleton te verklaren vanuit de Amerikaanse angstcultuur die vuurwapenbezit propageert alsof het een aspirientje is.

And the mercy seat is waiting
And I think my head is burning
And in a way I’m yearning
To be done with all this measuring of truth.
An eye for an eye
A tooth for a tooth
And anyway I told the truth
And I’m not afraid to die.

Een jaar later won Gus Van Sant in Cannes wel een Gouden Palm voor Elephant, een hypnotiserende filmische reconstructie van de dag van de moorden, die ons iets onbegrijpelijks laat voelen. "Vandaag is de dag dat we sterven", zeggen zijn twee hoofdpersonen voordat ze op weg gaan. In werkelijkheid waren dat woorden die Harris en Klebold, volgens getuigenverklaringen, tijdens de schietpartij zowel tegen hun slachtoffers als tegen elkaar zeiden.

Interpret signs and catalogue
A blackened tooth, a scarlet fog.
The walls are bad. Black. Bottom kind.
They are sick breath at my hind
They are sick breath at my hind
They are sick breath at my hind
They are sick breath gathering at my hind.

Het is moeilijk om naar Elephant te kijken zonder te weten waar de film over gaat. Dat was zelfs het publiek in Cannes niet vergund. Maar die wetenschap is ook winst. Het maakt dat je vanaf de eerste beelden in elke scholier een potentiële dader ziet. Heeft hij het gedaan? Zal zij straks een geweer oppakken? Is het de zielepiet of het anorectische meisje? Kun je een moordenaar herkennen?

I hear stories from the chamber
How Christ was born into a manger
And like some ragged stranger
Died upon the cross
And might I say it seems so fitting in this way
He was a carpenter by trade
Or at least that’s what I’m told.

In de roman Vernon God Little van DBC Pierre worden er in het Texaanse stadje Martirio zestien scholieren doodgeschoten. En Jesus heeft het gedaan. Nee, niet die Jezus, maar Jesus Navarro, de enige vriend die de vijftienjarige verteller van het boek had. Had. Want toen hij de studenten in zijn wiskundeklas had neergeschoten, maakte hij ook een einde aan zijn eigen leven. Vernon is de enige die weet wat er echt gebeurd is. Was hij erbij? Was hij medeschuldig? Had hij het kunnen voorkomen? We volgen hem tot in de dodencel.

Like my good hand I
Tatooed E.V.I.L. across it’s brother’s fist
That filthy five! They did nothing to challenge or resist.

Had iemand in Littleton het kunnen voorkomen?

In Heaven His throne is made of gold
The ark of His Testament is stowed
A throne from which I’m told
All history does unfold.
Down here it’s made of wood and wire
And my body is on fire
And God is never far away.

Vernon God Little had eerst een ander einde. Een tragisch einde, vertelde schrijver DBC Pierre in vele interviews. Maar omdat hij een sprookje schreef heeft hij zijn scherpgeestige boek een nieuw, happy end meegegeven. Daarmee blijft het natuurlijk wel een sprookje.

Into the mercy seat I climb
My head is shaved, my head is wired
And like a moth that tries
To enter the bright eye
I go shuffling out of life
Just to hide in death awhile
And anyway I never lied.

In Elephant maken we kennis met talloze jonge mensen. Jonge mensen die je wel wat beter zou willen leren kennen. We ontdekken hun gezichten en hun bewegingen en hoe ze door de lange, stille gangen van hun school lopen. Een lieve, vriendelijke, beschaafde, onpersoonlijke school vol eindeloze gangen. Kilometers gangen die uitmonden in immense lege lokalen waar keurige leerlingen discussiëren over homoseksualiteit (kun je een homo herkennen?), foto’s ontwikkelen of muziek maken.

My kill-hand is called E.V.I.L.
Wears a wedding band that’s G.O.O.D.
‘Tis a long-suffering shackle
Collaring all that rebel blood.

Het muzikale Leitmotiv van Elephant is ‘Für Elise’ van Ludwig van Beethoven. De eerste maten van die sonate heeft iedereen die piano leert spelen al snel in de vingers. Tada tada dada tadada. E D# E D# E B D C A.

And the mercy seat is waiting
And I think my head is burning
And in a way I’m yearning
To be done with all this measuring of truth.
An eye for an eye
And a tooth for a tooth
And anyway I told the truth
And I’m not afraid to die.

Daarna wordt het moeilijker.

And the mercy seat is burning
And I think my head is glowing
And in a way I’m hoping
To be done with all this weighing up of truth.
An eye for an eye
And a tooth for a tooth
And I’ve got nothing left to lose
And I’m not afraid to die.

Daarna verandert een ogenschijnlijk onschuldig, zich met kleine variaties herhalend deuntje in een dreigende melodie.

And the mercy seat is glowing
And I think my head is smoking
And in a way I’m hoping
To be done with all this looks of disbelief.
An eye for an eye
And a tooth for a tooth
And anyway there was no proof
Nor a motive why.

De Duitse filosoof Gottfried Wilhelm Leibniz beschreef het universum (in het pas na zijn dood gepubliceerde La monadologie, 1840) als opgebouwd uit monaden. Monaden zijn de kleinste elementaire deeltjes, kleiner nog dan atomen. De monaden hebben bepaalde eigenschapen die ze van elkaar onderscheiden, want als ze allemaal hetzelfde zouden zijn, zou er maar één oppermonade hoeven zijn. Die is er trouwens wel volgens Leibniz, want dat is God, die alle monaden volgens een ingecalculeerd plan van oorzaak en gevolg geschapen heeft. De monaden kunnen elkaar alleen indirect (via Gods masterplan dus) beïnvloeden. Maar als monade a effect heeft op monade b, dan is dat effect wederkerig. Alle monaden vormen dus een spiegel van elkaar en daarmee van het hele universum. Ze nemen hun omgeving waar door zichzelf waar te nemen. Maar omdat ze van elkaar verschillen, doen ze dit ieder vanuit hun eigen perspectief.

And the mercy seat is smoking
And I think my head is melting
And in a way I’m helping
To be done with all this twisted of the truth.
A lie for a lie
And a truth for a truth
And I’ve got nothing left to lose
And I’m not afraid to die.

De scholieren in Elephant zijn van die monaden. Bijna had ik opgeschreven: nomaden. En ook dat is waar. Want ze zwerven door hun tienertijd van het ene huis naar het andere. Op zoek naar een oase. De camera volgt ze in lange takes door de gangen. Draait, danst om ze heen. En verliest ze dan weer. Het beeld maakt sprongen in de tijd. In ruimte. Aan het einde van de gang keren we soms om, om terug te gaan in de ruimte op het tijdstip waarop we de heenreis aanvingen. Gebeurtenissen worden vanuit verschillende hoeken getoond. Gus Van Sant maakt daarmee niet al die kinderen hetzelfde. Hij maakt van daders geen slachtoffers en andersom. Maar hij laat zien, dat net zoals bij Leibniz’ monaden, de blik van de een op de ander kan verschillen naarmate hij er dichterbij of verder af van is. De rector van de school is rechtvaardig aardig voor John, die te laat op school komt omdat hij wil voorkomen dat zijn alcoholistische vader autorijdt. Alex vindt hem gemeen en wreed.

And the mercy seat is melting
And I think my blood is boiling
And in a way I’m spoiling
All the fun with all this truth and consequence.
An eye for an eye
And a truth for a truth
And anyway I told the truth
And I’m not afraid to die.

De twintigste-eeuwse Franse filosoof Gilles Deleuze maakte een update van Leibniz’ kosmologie. Hij beschreef de werkelijkheid als een rizoom, een wortelstructuur waarin alles met elkaar samenhangt. Hij schreef ook over film. Bijvoorbeeld dat de film ons het geloof in de werkelijkheid moet teruggeven. De werkelijkheid zelf is namelijk zo verbrokkeld geraakt dat we haar niet langer als een geheel kunnen leren kennen. Filmmakers rapen die brokstukken bij elkaar en geven ze betekenis.

And the mercy seat is waiting
And I think my head is burning
And in a way I’m yearning
To be done with all this measuring of proof.
A life for a life
And a truth for a truth
And anyway there was no proof
But I’m not afraid to tell a lie.

Er is een Boeddhistische parabel die beschrijft hoe een stel blinde mannen verschillende lichaamsdelen van een olifant bevoelt. De één een staart, de ander een poot of een oor. En ieder van hen denkt dat hij weet wat hij in zijn handen heeft: een touw of een boomstronk of een blad. Gus Van Sant liet zich hierdoor inspireren.

And the mercy seat is waiting
And I think my head is burning
And in a way I’m yearning
To be done with all this measuring of truth.
An eye for an eye
And a truth for a truth
And anyway I told the truth
But I’m afraid I told a lie.


Tekst en muziek: ‘The Mercy Seat’, Nick Cave and the Bad Seeds, van het album Tender Prey (1988).