Goodfellas

Scorsese op z'n best bij de wiseguys

  • Datum 01-11-1990
  • Auteur Jan Heijs
  • Thema Filmkrant 106
  • Gerelateerde Films Goodfellas
  • Regie
    Martin Scorsese
    Te zien vanaf
    02-11-1990
    Land
    Verenigde Staten, 1990
  • Deel dit artikel

Goodfellas

De fans van de goede films van Martin Scorsese komen deze maand eindelijk weer eens aan hun trekken. Na een teleurstellende episode in New York Stories en de draak The Last Temptation of Christ zit de New Yorkse meester weer aan zijn top met Goodfellas. Naar het boek Wiseguy maakte Scorsese een schitterende film, die het reilen en zeilen van de maffia van binnenuit laat zien.

We kennen inmiddels allemaal wel Coppola’s Godfather-films, waarvan deel drie mogelijk zijn Europese première gaat beleven op het komende Film Festival Rotterdam. Die handelen over de echte maffia-top in de Verenigde Staten. Vlak daaronder opereert een heel leger van iets mindere goden, die in gedragingen niet veel onderdoen voor hun grote voorbeelden. Ze beheersen niet de grote internationale lijnen, maar op lokale en regionale schaal schoppen ze het – zeker afgezet tegen de grootte van de Verenigde Staten – een heel eind.

Goodfellas vertelt het levensverhaal van één van die mindere goden, die tot grote hoogte steeg en die thans, met een ander uiterlijk en onder een andere naam, met FBI-bescherming een ‘rustig’ bestaan leidt. Met zijn rug tegen de muur verbrak hij de code van de mob, koos voor zichzelf en verlinkte zijn partners. Het verhaal van Henry Hill begint in Brooklyn in 1955, wanneer hij als schooljongen zijn eerste klusjes opknapt voor de plaatselijke maffia. Omdat hij de code van de mob heel snel begreep – nooit van vrienden weglopen en altijd je mond houden – en doorhad dat daarmee veel geld te verdienen viel, werkte hij zich spoedig op tot een van de baasjes. Zijn grote voorbeeld daarbij was James Conway (een rol van Robert de Niro), die zich op z’n zestiende al gemanifesteerd had als hitman. Vanwege zijn betrouwbaarheid wordt Henry (Ray Liotta) als zoon van een Ierse vader en Italiaanse moeder opgenomen in de gangsterfamilie. Met James en Tommy DeVito (Joe Pesci) vormt hij in tijden van nood een hecht driemanschap en wanneer een ‘klus’ eens te groot is voor één van hen, dan springen de anderen bij.

Via het gebruik van een off-voice en het telkens vermelden van jaartallen en locaties leidt Scorsese je langs de diverse hoogtepunten in Henry’s bestaan. Het gaat goed met hem: hij trouwt, krijgt kinderen, heeft een mooi huis enzovoort. Totdat het in 1970 een keer goed fout gaat. Tommy, die net zes jaar gevangenisstraf achter de rug heeft, vermoordt in aanwezigheid van James en Henry in een bar een andere gangster, die hem het bloed onder de nagels vandaan heeft getreiterd. De drie nemen het lijk mee en maken het onvindbaar door het te begraven in een bos. Met het laatste doorbreken ze een code, waardoor er onrust ontstaat en zij uiteindelijk na zes maanden gedwongen zijn het lijk weer op te graven. Ondertussen wordt de toch al wat schizofrene Tommy al maffer en knalt ook nog eens een onschuldige barjongen neer. Henry krijgt al meer problemen met zijn vrouw en hij wordt op een gegeven moment gepakt in Florida, waarna hij de bak indraait. Daar komt hij op het spoor van de drugshandel, waar hij zich vier jaar later, na zijn vrijlating geheel op stort.

De problemen groeien de drie echter compleet boven het hoofd, nadat ze de grootste vliegveldkraak van de eeuw gezet hebben en ze plotseling over 56 miljoen dollar beschikken. Een spoor van lijken is het gevolg, waarbij tenslotte ook Tommy het loodje legt. Op geheel eigen maffia-wijze wordt hij door de echte grote jongens om zeep geholpen.

Gedrevenheid
Hoewel Goodfellas een aantal keiharde scènes bevat, valt de film in de eerste plaats op door zich helemaal niet als een actiefilm voor te doen. Er worden oneindig veel gesprekken in gevoerd, die praktisch allemaal spannend of intrigerend zijn. Scorsese voert je op deze manier het wereldje van de wiseguys binnen, een wereld die zich kenmerkt door een heel eigen waarden- en normenstelsel. Het is die blik van binnenuit die de film zo intrigerend maakt. En hij raast bij wijze van spreken over het doek met dezelfde nerveuze gedrevenheid, die ook Scorsese als persoon kenmerkt. Het camerawerk van Michael Ballhaus en de montage van Thelma Schoonmaker en James Kwei leveren daarbij een belangrijke inbreng.

Filmisch komt die nerveuze gedrevenheid nog het mooist tot uitdrukking wanneer de dag komt, waarop Henry door de politie gepakt gaat worden. De meegeprinte titels vermelden dan niet alleen de datum ’11 mei 1980′, maar geven ook de tijdstippen in uren en minuten weer. Het geluid van de politiehelikopter, die hem de hele dag in de gaten houdt, voegt een extra dimensie toe aan de nerveuze spanning.

Henry zit hierna volkomen aan de grond en krijgt nauwelijks steun meer uit de gangsterhoek. Hij weet dat hij in feite een dode is geworden en kan tenslotte niet anders meer dan bescherming zoeken bij de politie. De prijs die hij daarvoor moet betalen is hoog: getuigen tegen zijn oude makkers. Het laatste beeld laat zien hoe hij nu onder een andere naam ergens rustig buiten woont. Op de toch al rijk van popsongs voorziene geluidsband zingt Sid Vicious: “I did it my way.